Bill's point of view.
Dat eerste stuk, ik was ZO melig! Ik vond het echt geniaal!

Aargh. Het lukt weer eens niet. Dat heb ik altijd, hè, het gebeurt alleen mij. Maar als ik het aan Tom vraag krijg ik weer van die opmerkingen, en daar heb ik geen zin in. Nog een keer proberen. Godverdomme! Het lukt nog steeds niet. Mijn handen doen pijn van mijn (vergeefse) pogingen. Maar het moet me lukken. Na nog twee pogingen ben ik het zat. Als het deze keer niet lukt roep ik Tom. Ik probeer het nog eens uit alle macht, en als hier een spiegel voor me hing zou ik mijn gezicht paars van inspanning zien worden.
Tom komt binnen. Als hij mij ziet klungelen begint hij te lachen.
‘Lukt het weer eens niet?’ vraagt hij, nog steeds lachend. Ik schud mijn hoofd, een beetje beschaamd.
‘Hoe vaak heb ik het nou al voor je gedaan, zeg? Nou, geef hier, dan probeer ik het.’ Tom pakt hem van me over en natuurlijk krijgt hij het wel voor elkaar. Als ik het zachte plopje hoor sla ik een kreet van verrukking.
‘Bedankt, Tom, dit had ik echt nodig. Hè, eindelijk,’ zeg ik, en ik vis een augurk uit de pot.

Als we na uren rijden bij ons hotel aankomen, krijgen Tom en ik meteen onze kamersleutels. Onze spullen worden in onze kamers gedropt, en ik loop meteen naar Toms kamer toe. Ik klop op de deur, je weet maar nooit waar hij mee bezig is.
‘Ja?’ hoor ik uit de kamer komen. Ik maak de deur open, en zie Tom over zijn koffer gedoken.
‘Wat ben je aan het doen?’ vraag ik. Hij kijkt op.
‘Ik bedenk me net dat ik mijn pet uit New York niet zie, je weet wel, die blauwe?’ Ik heb absoluut geen idee waar hij het over heeft, maar als ik dat zeg krijg ik weer zo’n verhaal over me heen, want ik moet me zoiets belangrijks als een pet toch wel herinneren? Dus ik knik maar, ik ben al moe genoeg. Tom kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan, en een klein glimlachje speelt om zijn mond.
‘Je weet precies over welke pet ik het heb, niet?’ zegt hij. Ik knik uitbundig, en val op zijn bed neer.
‘Tuurlijk weet ik dat. Dat was die blauwe pet, die je hebt gekocht in die ene winkel in New York waarvan ik me de naam niet meer herinner. Maar ik weet het nog wel hoor, ze verkochten daar petten,’ zeg ik droog. Tom kijkt me half lachend aan. Dan draait hij zijn hoofd weer naar zijn koffer.
‘Maar, dat kreng, je weet wel, uit die winkel in New York waar ze petten verkopen, -’ ik grijns even naar hem ‘- heeft me dus wel mooi 70 dollar gekocht.’ Ik kijk hem aan. 70 dollar!? Voor een pét? Mijn god, dat joch is gek!
‘Kijk me niet aan of ik gek ben, jij was degene die daar die riem voor 85 dollar heeft gekocht, hoor.’ Oh ja, dat is waar ook. Ik kijk Tom schaapachtig aan.
‘Ach, laten we het niet over elkaars koopgedrag hebben, dat heeft niet zoveel nut,’ zeg ik. Hij knikt, en grijnst.
‘Ja, we weten toch wel wie hier het meeste nutteloze geld uitgeeft.’
‘Niet grappig.’

Reageer (2)

  • tubbietoost

    geweldig :P ik vroeg me echt af waar Bill mee bezig was..
    Super!!

    1 decennium geleden
  • L

    Het is natuurlijk zo lang geleden dat ik dit gelezen heb dat ik dat eerste stuk was vergeten. Dus ik lees dat zo en ik denk elke keer: Waar is dat joch nou mee bezig?

    "ik vis een augurk uit de pot."

    Toen ik dat las ging ik helemaal stuk :P. Ik had dit niet zien aankomen:P.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen