Klassenoudstes

Kijk, zei Hermelien tegen mij en Ginny, daar komen uilen, er komen er drie naar onze kamer. Drie bosuilen kwamen door het raam naar binnen gevlogen, er zat maar een nieuw boek tussen van ene huppeldepup Lepelaar. In Hermeliens zat ook een klassenoudste badge, gefeliciteerd Hermelien, ik vraag me af wie de andere klassenoudste is, zei ik. Waarschijnlijk Harry zei Ginny.
Ik ga kijken of Harry inderdaad klassenoudste is geworden, zei Hermelien en ze verliet de kamer.
Het was te verwachten dat Hermelien klassenoudste zou worden, zei Ginny.
Inderdaad, ze is de beste uit ons jaar en houd zich bijna altijd bezig met regels, al moet ik zeggen dat we met z´n alle een slechte invloed op haar hebben. Ik lachtte, ik en Ginny wisten allebei dat we waarschijnlijk nooit klasseoudsten zouden worden, we waren redelijke leerlingen, maar niet geniaal als Hermelien en we misten het vermogen om ons te gedragen, dat laatste gold vooral voor mij.
KNAL! dat was George. KNAL! en dat was Fred.
Dit geloven jullie niet, zei George.
Harry is geen klasseoudste, vulde Fred aan.
En dan vraag je je af wie dan wel klasseoudste is
Nou dat is mijn snoepige broertje
Ronnieponnie
Als die twee ons in de gaten houden is het voorbij met de lol, zei ik.
Inderdaad, zei George, school is voor ons al een strafhok, vulde Fred aan, daar hoeven we geen strafregels meer bovenop.
Hermelien geeft jullie geen strafregels, zei ik.
Ze schrijft ma over de toverfopshop, zei Ginny.
RONNIEPONNIE, O WAT ZAL JE VADER TROTS ZIJN ALS HIJ DIT HOORT, NU ZIJN AL MIJN ZONEN KLASSEOUDSTE GEWORDEN, mevrouw Wemel was goed hoorbaar.
Hé, zei de tweeling, wie zijn wij dan? de buren?
Laten we mevrouw Wemel onze lijsten en mijn geld geven, zei ik en we liepen met zijn vieren naar de kamer van Harry en Ron.