Foto bij 054

Leslie McCarthy

“Hoe durf je zoiets te zeggen!” viel hij uit. “Omdat ik weet dat het waar is.” Schreeuwde ik terug. “Alleen jij geeft het niet toe.” “Jij wilt dus weten dat het waar is? Nou, het is waar. Nu goed!” Hij stond op in een beweging. “Ik wilde haar ook niet kwijt. Maar toen kwam ik jou tegen.” Hij keek me met een strakke blik aan, waardoor ik wegkeek. Hij knielde voor me neer en pakte mijn kin vast. Ik moest hem aankijken. Ik trilde. “En nu ben ik haar kwijt.” Mompelde hij.

Ik twijfelde. “Heb je er spijt van?” Hij zuchtte en schudde zijn hoofd. Ik wist niet of dat ik hem moest geloven. Ik kon het dit keer niet aan hem zien. “Ik heb spijt dat ik er niet eerder was.” “Hoe bedoel je?” vroeg ik niet-snappend. “Als ik je ontmoet voor dat je David kende, dan had je nu al die problemen niet.” “Hoe weet jij dat nou.” Mompelde ik. Hij zuchtte. “Omdat ik dat gewoon weet.” “Misschien was het zelfs nog wel erger, wie weet.” Ik sloeg mijn ogen neer. “Waarom zou het dan erger kunnen zijn?” “Weet ik veel.” Mompelde ik.

Ik wist dat de zin die ik nu wilde zeggen vele problemen zou kunnen opleveren. “Het was beter als we elkaar niet hadden ontmoet.” Zijn hazelbruine ogen keken me geschrokken. “Waarom?” “Ik weet niet. Ik heb gewoon dat gevoel.” Mompelde ik. “Dat mag je niet zeggen!” zei hij met een lichtgeïrriteerde stem. “Dat zeg je niet meer!” zijn stem sloeg om naar boosheid, en die boosheid sloeg op een gegeven moment om naar woede. “Je bent zwak, Leslie.” Ik keek hem onbegrijpelijk aan. “Nu hoef je niet zo stom te kijken! Je bent zwak Leslie! Hoor je me? Je bent zwak, gewoon zwak.” Hij deed me pijn. “Jij denkt dat andere mensen jou problemen moet oplossen, maar jij moet het zelf allemaal oplossen!” “En jij moet je er niet mee bemoeien! Het is jou leven niet!” “Maar ik geef om je.” Gaf hij als excuus. “Als jij echt om me geeft laat je met rust, oké!” Hij leek gekwetst te zijn door mijn woorden. Ik voelde me gekwetst door zijn woorden. “Ik wil je helpen, maar jij ziet dat niet. Jij gebruikt me alleen!” “Dat is niet waar! Ik gebruik je niet, jij biedt alles aan, ik vraag jou niets. Dat doe je zelf.” “Oké, dan stop ik daarmee als je dat zo graag wilt!” “Goed, doe maar. Laat me maar met rust!” Hij liet mijn kin lost. Stond op, met een blik die ik niet thuis kon brengen. Ik zag woede, verdriet. Ik zag allemaal gevoelens. Misschien dacht ik dat ik ze zag, maar was het helemaal niet waar. Zonder nog een woord te zeggen, nog een woord te wisselen draaide hij zich om en liep hij weg. Ik liet me achterover op mijn bed vallen, met tranen in mijn ogen. Het voelde niet goed. Ik was boos op mezelf dat ik die woorden gebruikt had. Ik gaf om hem, alleen had ik dit niet laten merken. Ja, ik wist dat hij ook om mij gaf. Ik wilde hem niet in gevaar brengen.

Reageer (10)

  • Iheartcalum

    Today heeft gelijk (:
    <3

    1 decennium geleden
  • W00T

    Mooi geschreven!

    1 decennium geleden
  • Auset

    Ze hebben allebei in dit hoofdstuk hele gemene dingen gezet. Maar dat van Justin schrok ik wel: Dat ze niet zo stom moet kijken en zwak is. En hij bleef maar herhalen dat ze zwak is. En dat hij zegt dat ze hem alleen maar gebruikt was ook wel hard. En dat ze denkt dat andere haar gaan helpen maar dat ze alles zelf moet oplossen.

    1 decennium geleden
  • TheBiebAmore

    Agree with Today (:

    1 decennium geleden
  • Insoquo

    Eigenlijk is ze gewoon bang dat Justin straks de dupe wordt van dit alles.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen