Foto bij Help me.

Ik volgde Alice, die door de bossen rende, met een wee gevoel in mijn buik. Ik wist niet wat ik moest verwachten. Ondertussen had Alice me verteld over haar familie. Ik kende ondertussen hun hele geschiedenis. Ik was blij dat ze me al die informatie toevertrouwde. Het bewees dat ze me niet haatte, dat ze echt vertrouwen in me had.
Het verontrustte me echter wel toen ze me duidelijk maakte hoe anders ik was. Dat niemand van hen ooit iets of iemand had gezien dat maar in de buurt kwam van wat ik was. Zelfs Carlisle, haar adoptievader en tevens een van de slimsten van onze soort, kon er niet aan uit. Maar hij was bereid me te helpen, uit te zoeken wie of wat ik werkelijk was. Ook al had ik daar, tot op de dag van vandaag, nooit eerder behoefte aan gehad.
Hoe dichter we het huis van de Cullens naderden, hoe zenuwachtiger ik werd. Met de seconde kwam ik dichter bij Jasper. Degene die emoties kon aanvoelen en besturen. De jongen die mijn gevoelens had gemanipuleerd, de jongen die al weken onophoudelijk in mijn hoofd zat. Vandaag zou ik hem voor het eerst echt zien. Ik ontplofte al door er alleen maar aan te denken.
Ik werd uit mijn gedachten gehaald door Alice die stopte voor een groot wit huis.
’Klaar?’ vroeg ze, nadat ze eerst mijn gezichtuitdrukking had bestudeerd.
Ik knikte en volgde haar naar de deur.
Zodra we binnenkwamen, werd het doodstil. Ik zag Emmet, de kleerkast en Rosalie, net zo mooi als anders, verbaasd naar me opkijken. Edward, die net de woonkamer kwam ingelopen, bleef als verstijfd staan. De sfeer werd zo ongemakkelijk dat ik begon achteruit te wandelen. Tot ik voor de tweede keer die dag een paar armen rond me heen voelde.
’Welkom Dawn.’ Esmée liet me los en keek me glimlachend aan. ’Ik zal Carlisle melden dat je hier bent.’
‘Dat zal niet meer nodig zijn dankje Esmée.’

Bovenaan de trap stond een blonde man die nooit voor een vader zou kunnen doorgaan, hij zag er simpelweg te jong uit. Net zoals Esmée te jong was om moeder te zijn.
’Misschien bespreken we dit beter in mijn kamer?’
Hij stond inmiddels voor me en keek me vragend aan. Het maakte me niet veel uit om eerlijk te zijn. Ik was nog steeds een beetje van slag nu ik hier stond met alle Cullens om me heen. Of toch bijna alle Cullens, er ontbrak er één. Degene die ik het liefste hier zou willen hebben. Maar hij was er niet, ook niet in de buurt. Ik zou het gevoeld hebben.
’Ik ga beter mee Carlisle,’ zei Alice plots.
Hij knikte instemmend, ’dat lijkt me een goed idee.’

Zijn kantoor was licht en ruim, net zoals de rest van het huis. Eén muur werd bedekt door vele schilderijen. Allemaal authentiek. Ik staarde gefascineerd naar het schilderij waar vier mannen opstonden. Natuurlijk herkende ik Carlisle meteen, maar er was iets aan de andere drie. Ze kwamen me vaag bekend voor. Alsof ik hen al eerder was tegengekomen, maar het om de één of andere reden was vergeten.

Reageer (9)

  • wolfmother

    zo goed!

    1 decennium geleden
  • Fishbone

    I love it. (ll)

    1 decennium geleden
  • RedxAlert

    (Y)(H)_O_

    1 decennium geleden
  • Mrloes

    snel verder!!!!:D:D:D:D:D:D:D:D

    XxX(K)

    1 decennium geleden
  • LemonLime

    snel verder!
    .x3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen