Foto bij Tien ¤ 2003

Voordat ik de kans had, had Edward alles al afgewassen. Ik stond op, schoof de stoel aan en liep naar de woonkamer waar ik plaats nam op de bank. Edward kwam na een paar minuten ook de woonkamer in lopen en nam plaats op de zetel. Ik keek hem aan. ‘Waarom ben je hier? En niet bij je familie?’ Hij keek kort de woonkamer rond en stopte bij mij. ‘Dit huis en het land eromheen is van mij. Dit huis is al generaties lang in mijn familie. Het zal ook van mij blijven tot ik gedood word. Ik kom hier soms een paar dagen om na te denken of voor rust. Mijn mensenleven is wazig, maar dit huis brengt vele herinneringen op.’ Ik knikte. Dit huis is zijn thuis. Ik wou dat ik een thuis had. ‘Met wie heb je vroeger gereisd?’ Ik keek hem weer aan. ‘Maes. Hij vond me als baby in het park, hier in Chicago. Hij is vermoord door de Volturi omdat hij mij had verteld dat hij een vampier was.’ Ik zuchtte en keek weer naar mijn benen. Als ik nieuwsgierig was geweest was Maes nooit dood geweest. ‘Het is niet jou schuld.’ Met tranen in mijn ogen keek ik hem aan. ‘Dat is het wel! Hij had me niet mee moeten nemen, hij had me moeten doden, dan was dit nooit gebeurd!’ Ik kon de tranen niet meer stoppen en ze rolde over mijn wangen. Ruw veegde ik ze weg, maar ze bleven terug komen. Ik stond op en rende naar de slaapkamer waar mijn tas stond. Ik sloot de deur achter me en ging op het bed zitten. Ik wou niet dat iemand me zwak zag. Ik hoor niet zwak te zijn. Ik hoor te vechten, te vechten voor mijn leven. Ik trok mijn schoenen uit en zette ze naast het bed. Ik trok mijn knieën op en sloeg mijn armen eromheen. Mijn hoofd liet ik steunen op mijn knieën en ik zuchtte. De deur ging open en Edward kwam de kamer in lopen. ‘Het spijt me, je had gelijk. Ik had niet zo moeten reageren.’ Hij knikte. ‘Het maakt niet uit. Ik wou even melden dat ik ga jagen.’ Ik knikte. ‘Is goed. Ik ga vroeg slapen.’ ‘Welterusten.’ Ik glimlachte zwak. ‘Goedenacht.’ Hij glimlachte en verliet de kamer. Ik ging liggen en sloeg de dekens over me heen. Na een paar uur had ik de slaap nog steeds niet gevatte. Steeds kreeg ik het beeld van Maes voor me ogen, dat deed me verdriet. Ik zuchtte en sloot mijn ogen weer. ‘Ik wou dat ik een thuis had.’ Fluisterde ik zachtjes en viel in slaap.


~~»¤«~~

Reageer (8)

  • xxxsmile

    Ik ben het eens met MyOwn.
    maar voor de rest heel mooi geschreven.(flower)
    snel verder.<33

    1 decennium geleden
  • badgucci

    Snel verder!(H)

    1 decennium geleden
  • ZIANOURRY

    Ooh, dat is niet leuk, en het is niet haar schuld. Hij had ook kunnen wachten tot iemand anders haar had gevonden in het park. DUS.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen