Foto bij De prinses - 2

2) De bewaker bracht me de troonzaal binnen.
“Sokka, ga maar. Yle hoeft dit niet te zien, daar krijgt ze nachtmerries van", zei de prinses. Ik keek aarzelend op. Sokka had helemaal aan de rand van de zaal gestaan, maar nu zag ik hem met het jonge prinsesje weggaan. Ik keek hen na, terwijl ik nog steeds slaafs mijn bewaker volgde.
Mijn bewaker stopte, en ik dus ook. We stonden een eindje van de prinses af, en er waren nog genoeg wachters zodat ik niets kon doen, dachten ze. Maar ik wist dat ik een kans maakte. Ik vond het eigenlijk vervelend dat ik zo weinig bewaking had, ik was bang dat ik de verleiding niet zou kunnen weerstaan om te ontsnappen. Ik keek de prinses afwachtend aan, maar ik kon niet verbergen dat ik bang was.
"Uwe majesteit, dit is de gevangene", zei mijn bewaker kalm. De prinses knikte, en ik maakte een buiging. De prinses richtte zich tot mij en begon te preken.
“Wel, vind je dat leuk? Oorlog voeren? Met vuur spelen? Heb je enig idee wat je onze stam hebt aangedaan? Hoeveel doden we te betreuren hebben? Hoeveel gewonden er zijn gevallen? Honderden mannen, vrouwen en kinderen zijn gestorven. Heel onze stad is vernield. We hebben weinig voedsel en drank. Velen zijn hun huizen kwijt. We kunnen niet eens voor onze gewonden zorgen. Om nog niet te spreken van al die kinderen die hun ouders zijn verloren!” Zo ging de prinses nog een tijdje door. Elk woord was een steek in mijn hart. Ik moest moeite doen om zelf niet te beginnen huilen. Ze was woedend, en ze had gelijk. “Wat heb je hierop te zeggen?”, eindigde ze haar preek.
"Het spijt me, majesteit", fluisterde ik zacht. "Ik wilde niet vechten, ik werd gedwongen."
“Werkelijk?”, vroeg ze sarcastisch. “Waarom verbaasd dat antwoord me niet?”
"Ik, ik ben opzettelijk achtergebleven om niet meer te hoeven vechten", stamelde ik. "Ik wil niemand kwaad doen. En ik heb nooit geprobeerd om te ontsnappen."
"Je begrijpt dat we je niet vrijuit kunnen laten gaan", zei prinses Yue al wat kalmer.
“Ja majesteit”, fluisterde ik. Ik haalde diep adem. “Ik hoopte enkel dat u genadig zou zijn. Ik beloof dat ik niemand kwaad zal doen en niet zal ontsnappen.”
"Ik zal erover nadenken, intussen kan je terug naar je cel." Ik maakte een buiging, en mijn bewaker bracht me terug weg. Ik zuchtte toen mijn bewaker de deur van mijn cel opende, maar liep toch naar binnen.

Reageer (4)

  • MrsKaulitz96

    Cool verhaal, deze ga ik ook volgen;)

    1 decennium geleden
  • dayxdreamer

    vraag me af wat ze met haar gaan doen.

    snel verder

    1 decennium geleden
  • Smal

    Benieuwd.

    snel verder x

    1 decennium geleden
  • Allysae

    nice
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen