Last words.
Een figuur die niet gezien zou worden. Hij was niet speciaal, hij was gewoon een man, een gezonde jongeman van midden twintig. Zijn toekomst zag er rooskleurig uit. Zijn studies waren afgerond, hij huurde een appartement. Hij had alles wat zijn hartje begeerden, dat was wat buitenstaanders dachten, maar niets was minder waar. Hij was niet gelukkig, hij wenste elke avond dat hij de volgende ochtend niet zou wakker worden. Al maanden had hij aan zijn plan gewerkt, al weken had hij gehuild terwijl hij brieven schreef aan diegenen waar hij om gaf. Op het werk had hij mails geschreven, die hij zou versturen naar zijn collega’s. Na wat vorig jaar was gebeurd, was hij depressief geworden. Hij was nog steeds depressief. Elke keer als iemand hem vroeg of het goed ging, huilde hij. Elke dag, wanneer de zon scheen, voelde hij de regendruppels op zijn lichaam. De bloemen bloeiden, maar hun kleuren kon hij niet zien. Vandaag zou de laatste keer zijn dat hij het grijs in deze wereld zag. Het enige wat gekleurd was, was het touw dat hij had opgehangen in zijn garage. Hij was bloedrood, het leek om het touw dat zijn geliefde had gebruikt, een jaar geleden. Ze zouden weer bij elkaar zijn, dat wist hij zeker. Iedereen zou weten dat ze weer samen waren, iedereen zou het inzien dat hij niet zonder zijn wederhelft kon. Iedereen zou zien dat leven zonder liefde geen zin had. Hij legde de laatste brief, de brief die men zou vinden naast zijn lichaam, op de grond.
Hij liep naar zijn bureau en opende zijn mails. Hij klikte op concepten en verstuurde de mails die hij al getypt had. Hij voerde de e-mailadressen van verschillende collega’s in en klikte op verzonder. Een beverige zucht verliet zijn mond. Hij begon het te beseffen. Dit was de dag, er was geen weg meer terug. Zijn collega’s zouden de mails openen en ongerust worden. Ze wisten hoe hij zich voelde, ze wisten dat hij bij zijn geliefde wilde zijn. Zijn collega’s wisten dat de berichten die ze gekregen hadden iets betekenden.
“Liefde is ingewikkeld. Toch moeten mensen proberen elkaar lief te hebben. Soms moet ons hart gebroken worden. Het betekent dat we het geprobeerd hebben. Ik heb het geprobeerd, mijn hart is gebroken. Het is niet te helen. Dit is het einde.”
Een vrouw van bijna vijftig kuste haar man en zette zijn kop koffie op tafel. Ze zette zich tegenover hem en glimlachte gelukkig. Ze keek op de klok en zag dat ze nog tijd genoeg had. Zwijgend aten ze hun boterhammen op. Hij las de krant, zij de reclameblaadjes die gisteren in de brievenbus staken. Na een laatste slok ruimde ze alles af, weer wierp ze een blik op de klok en ze deed haar schoenen aan. Ze haalde haar jas van de stoel en hing die over haar arm. Ze griste de huissleutels van de tafel en zei tot vanavond tegen haar man. De zon scheen, maar warm was het niet. Ze legde haar jas op de passagierszetel en ging zelf ook zitten in de auto. De vrouw startte de auto en reed naar haar werk. Ze twijfelde of ze bij haar zoon zou binnenspringen, enkel en alleen om hallo te zeggen, maar ze bedacht zich en sloeg af naar links. Weg van het appartementsblok waar haar zoon woonde. Weg van haar zoon die huilend in zijn bureaustoel zat, zijn gsm met trillende handen vasthield en op verzenden klikte. Hij drukte de gsm tegen zijn borstkas en keek uit het raam, waar de auto van zijn moeder niet te zien was. De vrouw haar gsm piepte, maar ze besteedde er geen aandacht aan. Als ze aankwam zou ze het bericht wel bekijken. Ze parkeerde haar auto en liep naar haar bureau. Ze zette zich neer en groette een collega die naast haar zat. Ze legde haar gsm op haar bureau en dacht aan de sms.
“Iemand missen gaat niet om hoe lang je die persoon niet meer hebt gezien, of hoeveel tijd er is verstreken sinds je met die persoon hebt gepraat. Het gaat om het moment dat je iets doet en dat je wenst dat die persoon bij je is. Ik wens heel de tijd dat die persoon bij me is.”
De moeder liet de gsm uit haar handen vallen. Ze wist wat dit betekende, maar ze kon het niet, ze kon het niet… Ze kon haar zoon niet tegenhouden, het lukte haar niet. Tranen gleden over haar wangen, vielen op het hout van de bureau en maakten donkere vlekken. Ze liet haar hoofd in haar handen vallen en huilde onverstoorbaar. Niets kon haar troosten, niet op dit moment. Ze voelde zicht verloren, ze voelde zich alleen. Haar zoon, haar geliefde kind, haar alles. De enige persoon bij wie ze haar hele leven was geweest. Ze voelde zich misselijk, haar hoofd bonkte, haar hart klopte veel te snel, ze trilde, ze voelde het bloed stromen. Een mail kwam verscheen op het computerscherm en ze zag zijn naam staan. Huilend las ze de woorden, de laatste dingen die ze van hem zou hebben. Er stonden vier woorden, vier simpele woorden die een veel grotere betekenis hadden dan ze ooit hadden gehad. “Ik hou van je”, stond er te lezen.
Zijn collega’s kwamen aan op hun werk en begroetten elkaar. Ze zagen de lege stoel en iedereen werd stil. De sfeer werd duister, de zuurstof die ze inademden was niet puur, ze was vol van verdriet en pijn. Toen de computers startten, zagen ze allemaal een mail, die hij had verzonden. Ze durfden de mails niet te openen, want ze wisten dat het niets goeds voorspelde. Ze voelden allemaal zijn haat voor het leven.
“Ik laat mensen niet dicht bij me komen, want ik wil niet gebroken worden.”
“Ik denk niet dat ik ooit nog kan glimlachen.”
“Leef ik in de hel?”
“Ik heb het geprobeerd.”
“Ik ben vergeten hoe ik van mezelf moet houden.”
“Ik wil verdwijnen.”
De jongeman stond op, net zoals zijn vader deed. De man, begin zestig, opende de brievenbus en haalde er een zwarte enveloppe uit. De man herkende het handschrift van zijn zoon en liep direct naar binnen om de brief te openen. Hij had een voorgevoel, een slecht voorgevoel. Hij zette zich aan de keukentafel, opende de envelop en haalde de brief eruit. Met trillende handen hield de man de brief vast, zijn ogen gleden over het papier, lazen de zinnen die stonden geschreven op het papier.
“Mijn vader vertelde me altijd dat, de eerste keer dat je verliefd wordt, je hele leven voor altijd verandert en hoe hard je ook probeert, het gevoel nooit verdwijnt. Het meisje waar jij me over vertelde, was jouw eerste liefde. En wat je ook doet, ze zal voor altijd bij je zijn.”
De man huilde, zijn tranen vielen op het papier en maakten de woorden onleesbaar. De brief legde hij op tafel en als versteend zat hij daar, moeilijk ademhalend. Wat hij niet wist, was dat zijn zoon nog niet dood was, dat hij nog leefde, maar op het punt stond te sterven. Zijn zoon stapte op de stoel, stak zijn hoofd door de lus en haalde diep adem.
Een witte gedaante, met mist zwevend rond zijn lichaam liep de garage binnen, liepen naar de hangende man, het dode lichaam, het omhulsel zonder ziel. De gedaante kuste de man zijn lippen. Hij huilde, het was zijn fout. Hij had ervoor gezorgd dat zijn geliefde stierf, geen andere uitweg zag dan de dood. Dit was nooit zijn bedoeling geweest. Witte tranen vervaagden op het moment dat ze de huid van de man niet meer raakten. De witte gestalte raapte de brief op. “Oh Gustav, wat heb ik gedaan", fluisterde die.
“Wanneer je verloren bent in de liefde, vind je nooit meer je weg terug.”
Reageer (5)
KIPPENVEL en TRANEN........ die combinatie komt wel eens voor als ik lees maar alleen als het zo mooi is.
1 decennium geledenw
1 decennium geledeno
w
ik kan niets anders zeggen, dit is echt ongelooflijk, zo ontzettend triest, zo mooi verwoord, respect
=0
1 decennium geledenecht heel erg mooi!
Ik zit bijna te huilen...
1 decennium geledenWow
1 decennium geleden