Foto bij Deel O9

Acht abbo's, jippie! =DD

Met veel moeite probeerde Diana overeind te krabbelen, toen Animatis achter haar in de open haard verscheen.
“Goedemiddag, Richard.”
“Goedemiddag, Jane,” zei Snabbelaar vriendelijk, “en juffrouw Janssen,” zei hij met een knik naar Diana.
“Goedemiddag, professor,” zei ze een beetje ongemakkelijk.
“Is het gelukt op Diagonally?”
“Jazeker, we hebben alles,” antwoordde Animatis opgewekt.
“Mooi! Dan zullen we je eerst maar sorteren, nietwaar?” Hij pakte een oude hoed van de tafel, dat moest dan de sorteerhoed zijn. Weer had Diana dat gevoel van spanning. Ze zou gesorteerd worden. Dit was niet zo’n quizje op het internet, maar de echte sorteerhoed. In welke afdeling zou ze komen? De quizzen die ze had gedaan, plaatsten haar allemaal of in Huffelpuf, of in Zwadderich. Nou, als het dat moest zijn, ging ze liever naar Huffelpuf. Snabbelaar zette de hoed voorzichtig op haar hoofd en ze wachtte gespannen af.
“Aha, weer een speciaal geval hier, nietwaar?” mompelde de sorteerhoed, “je bent wel nieuwsgierig, hè? Wil graag meer weten over deze nieuwe wereld… Vrij slim. Niet echt een moeilijk geval… Ravenklauw!” Diana zuchtte verbaasd, maar blij. Dat had ze niet verwacht, maar Ravenklauw, dat was best wel gaaf! En blauw was best een mooie kleur… Ze lachte in zichzelf, werd ze ingedeeld, dacht ze natuurlijk alleen aan de afdelingskleur.
Snabbelaar klapte in zijn handen. “Mooi! Jane, als jij Smith even wil halen? Hij is vast bereid om juffrouw Janssen even rond te leiden.” Animatis knikte en liep de kamer uit.
“Zo,” zei Snabbelaar. “Je hebt straks alle tijd, dus voel je vrij om even rond te kijken. De lessen zijn nog bezig, maar het heeft weinig zin om nu nog mee te doen. Wel wil ik je vragen om de lessen niet te storen.”
“Natuurlijk niet, professor,” zei Diana eerlijk. Ze was echt niet van plan om op haar eerste dag al in de problemen te raken.
“Verder is er vanavond natuurlijk avondeten in de grote zaal, wat je vast wel goed zal smaken. Misschien willen je klasgenoten je wel even de weg wijzen.” Diana knikte. Shit, daar had ze nog niet aan gedacht. Ze zou vast en zeker constant verdwalen. Even bleef het stil, en toen ging de deur weer open. Animatis kwam terug met een jongen van ongeveer vijftien of zestien jaar, met kort blond haar.
“Hi,” zei hij en hij stak een hand uit, die Diana ongemakkelijk aanpakte.
“Hi.”
“Dus jij bent de nieuwe? Leuk dat je in Ravenklauw komt. Ik ben Oliver.”
“Diana.” Ze liepen het kantoor uit, naar de kleine hal. Daarvandaan gingen ze door een houten deur, die naar een grote gang leidde met veel ramen. Terwijl ze liepen, vertelde Oliver haar over de regels.
“En het verboden bos is, logischerwijs, verboden. Het bos hiervoor, bij het meer, is gewoon toegankelijk, maar je mag niet verder dan het pad gaat, want dan kom je in het grote bos terecht. Dat gaat echt nog voor bij die heuvels door, en zit vol met onbekende, gevaarlijke wezens…” Diana luisterde geconcentreerd, en probeerde om alles op te slaan.
De gang leidde naar een grootplein, met een enorme fontein in het midden. Een paar leerlingen zaten buiten, en sommigen keken naar Diana en Oliver. Diana bedacht zich dat ze nog steeds haar dreuzelkleren aan had, en er hier dus wel apart uit moest zien. Aan het plein was een enorme houten deur, wel twee verdiepingen hoog, dat moest wel de hoofdingang zijn.
Diana en Oliver gingen door deur (die waarschijnlijk door magie zo makkelijk openging) en kwamen uit een enorme, echt enorme hal. Aan de ene kant was een opening waardoor je een trappenhuis kon zien, aan de andere kant was weer een grote deur.
“Daar is de Grote Zaal,” vertelde Oliver, wijzend op de deur. “Maar daar gaan we niet heen, we gaan naar de leerlingenkamer. Ze liepen een hoop trappen op naar boven, en gingen ergens door een deur. Jammer genoeg had Diana geen flauw idee hoe hoog ze waren, en Oliver bleef doorvertellen over de regels, terwijl ze hijgend achter hem aan sjokte. Aan het einde van weer een lange, lichte gang kwamen ze in een kleine ronde ruimte.
“We hebben geen wachtwoord, maar er worden altijd vragen gesteld, zo-“
“Weet ik,” zei Diana automatisch, ze had de relieken van de dood te vaak gelezen. Maar ze had niet nagedacht bij wat ze zei, en kreeg er spijt van toen ze Oliver zag kijken.
“Hoe weet je dat?” vroeg hij verbijsterd, maar ook geïnteresseerd.
“Heb ik iemand horen zeggen,” verzon Diana snel. Oliver bleef argwanend kijken, maar accepteerde het blijkbaar, en klopte.
“Hoeveelste ben je, als je de laatste persoon inhaalt?” klonk een vrouwenstem, die vanuit het niets leek te komen.
“Ah,” zei Oliver. “En, weet jij het?” Diana dacht na. Als je de laatste inhaalt, dan was je eerst… Wacht, dat kon niet.
“Dat kan toch niet?” vroeg Diana aarzelend. Oliver grijnsde.
“Dat is onmogelijk,” zei hij zelfverzekerd.
“Juist geantwoord,” zei de stem, en de deur zwaaide open.

Een beetje lang, maar anders wou het niet...

Reageer (3)

  • Warg

    Bwuhaha! Twee ron plaatjes onder elkaar! Nu verpest ik het door met mijn Marcel plaatje te komen! xD

    1 decennium geleden
  • OhMyFinnick

    leuk! je schrijft super! Snel verder(H)

    1 decennium geleden
  • Namstar

    Snel verder ! =D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen