Foto bij Nutteloos

Ik ben echt helemaal gesloopt, dingen spoken door mijn hoofd, en laten mij maar niet met rust!
De enige manier om ze kwijt te raken is om ze op te schrijven.
Maar pas op, dit is niet voor de mensen met een zwak hart...

‘Hou je kop nou toch eens!’ Een hard klap raakte mijn wang en ik viel op de grond. Grind haalde mijn handen open en ik zag kleine druppeltjes bloed op het smetteloze wit van mijn bloesje landen.
Een volgende klap volgde en ik dook in elkaar, wachtend op de pijn. Maar er kwam niets. Angstig tuurde ik onder mijn armen door. Maar zag niets.
‘Waarom doe je dit?’ Mijn stem trilde en een warme traan liep over mijn wang. ‘Waarom doe je mij dit aan? We waren vrienden!’
Bewegingloos stond ze voor mij, haar armen over elkaar geslagen. Ik kromp ineen van de plotseling pijn in mijn hart. Alsof duizenden scheermesjes kleine sneetjes maakten in mij.
‘Ja. We waren vrienden. Maar je bent nutteloos geworden, niets waard. Vroeger was je anders, had ik wat aan je. Maar nu ben je net als de rest. Nutteloos…’
Ieder woord drukte mij verder tegen de grond. Ik had niet door wat voor macht ze over mij had. Ik opende mijn mond om te antwoorden. ‘Zwijg!’
Haar stem dreunde door mijn hart, verwrong hem en wierp hem neer. ‘Nutteloos.’ Siste ze. Op haar hakken draaide ze zich om en liep weg.
Gebroken lag ik op de grond, tranen stroomden over mijn wangen. Mengden zich met het bloed wat uit mijn geschaafde vingers liep. Ik schreeuwde woorden door de stille nacht. Hopend dat het mijn pijn zou verzachten. Maar dat deed het niet.
‘Natuurlijk.’ Een spottende stem. ‘Help.’ Mijn stem was schor, en bijna niet te verstaan. Maar ik kreeg hoop, en hoop gaf kracht. Met trillende armen drukte ik mijzelf overeind.
‘Altijd het slachtoffer.’ De stem kwam dichterbij, maar ik hoorde de betekenis van de woorden niet. De spottende klank drong niet tot mij door. Ik hoorde alleen hém.
‘Help! Alsjeblieft.’ Mijn stem sloeg over en ik begon hevig te hoesten. Iedere ademhaling schuurde mijn longen open. Een arm schoof langs mijn rug en hielp mij overeind. Wanhopig klampte ik mij aan hem vast, mijn knokkels werden wit van de druk die ik moest zetten om overeind te blijven.
‘Waarom zou ik jou helpen?’ Nu drong de klank van zijn stem pas tot mij door. ‘Je… Wij… Je houdt van mij!’ De wanhoop kwam weer terug in mijn stem.
‘Waarom zou ik van jóú houden? Je stelt niets voor! Helemaal niets.’
Met een soepele beweging maakte hij mijn vingers van hem los en duwde mij omver. Mijn rug schuurde open en mijn bloesje viel in stukjes van mij af. Ik kermde zachtjes van de pijn. ‘Doe dit niet, alsjeblieft!’
‘En wie gaat mij tegenhouden? Jij?’ Hij lachte zachtjes, zelfs zijn lach was spottend, en ik kromp nog verder in elkaar. Wikkelde mijn armen op mijn knieën, om mijzelf bij elkaar te houden. Wachtend op de pijn die zou komen.
‘Dat dacht ik al.’ Zijn stem was zacht en liefdevol. Bracht mij in de war. ‘Hou op!’ Schreeuwde ik. Hysterisch begon ik van hem weg te kruipen. Ik wilde niet wachten. Ik wilde niet weten wat hij tegen mij zou zeggen. ‘Hou op! Hou op! Hou op!’ Een stille kreun vloog over mijn lippen, en mijn woorden verloren hun kracht. ‘Hou alsjeblieft op.’ Snikte ik.
Een satanische lach kwam uit het lichaam van de jongen waar ik zou veel van hield. ‘Denk je nou echt dat je míj dingen kan bevelen?’ Hij klonk haast verbaasd, maar ik wist dat dat allemaal niet waar was. Hij was een acteur. Hij speelde, en ik was zijn speeltje.
‘Ik ben jou heerser, en jij bent mijn slaaf. Je bent helemaal niets waard. Als ik wil dat je dood gaat, spring je van een rots af.’ Met zijn vinger wees hij naar de rots die boven een kolkende rivier stond. Moeizaam duwde ik mijzelf overeind. Probeerde overeind te komen. Met de vlakke hand sloeg hij mij tegen mijn gezicht. ‘Ik zei niet nu!’ Zijn stem klonk dreigend. ‘Ik zeg van wel.’ Mijn stem dreunde van de kracht die hij vroeger bezat en ik zag hem even inkrimpen. Hij schudde verward zijn hoofd. ‘Eerst nog even spelen.’ Hij grijnsde zijn witte tanden bloot en ik huiverde. Hoe kon ik ooit van hem hebben gehouden. Hoe kon hij ooit mijn vriend zijn geweest? ‘Al je vrienden hebben je al verlaten, ik niet. Ik ben hier nog.’ Raadde hij mijn gedachte. ‘Ga weg. Alsjeblieft.’ Met mijn ellebogen sleepte ik mijzelf van hem af, negeerde het grind wat sneetjes maakte in mijn blote armen.
Hij grinnikte zachtjes en raapte mijn bloesje op. ‘Zo mooi, en toch zo kwetsbaar.’ Hij glimlachte. ‘Zo zal jij er ook uitzien al ik met je klaar ben.’
‘Nee!’
‘O jawel.’ Een kort moment zag ik spijt in zijn ogen. Maar hij liep op mij af en trok mij ruw aan een arm overeind. ‘Alsjeblieft.’ Ik dacht niet meer na over wat ik zei. Ik probeerde helemaal niet meer na te denken. Probeerde de pijn te negeren. Een mes glom in het maanlicht. ‘Alsjeblieft…’Fluisterde ik.
Zijn lippen drukte hard op die van mij. Terwijl zijn mes letters in mijn arm kerfde. Ik schopte, sloeg. Huilde. Maar niets… Niets gaf hem zijn hart terug.
Eindelijk liet hij mijn arm los. Onmiddellijk draaide ik mij om en begon te rennen. Nog maar een paar meter. Bloed stroomde over mijn arm, maar het woord was nog steeds duidelijk leesbaar.
Nutteloos
Ik snikte, maar wist dat ik het goed deed.
Mijn voeten hingen kort in de lucht, en ik raakte het stoomende water.
Mijn lichaam wist het voor mijn hoofd het begreep. Eindelijk.
Rust.

Reageer (1)

  • Spotgaai

    Ik heb toch geen hart, dus ik kan het net zo goed lezen.

    Wojow, creepy! Waarom heb jij zulke dingen in je hoofd o.O Dat klinkt niet helemaal goed meissie.
    <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen