Foto bij Part 14

'Vind je het goed als ik even alleen rondkijk Alice?' Vraag ik als ik bij Alice in de achtertuin sta.
'Mag ik niet met je mee naar het postkantoor?' Alice zette een quasi bedroefd gezicht op. Natuurlijk ben ik niet vergeten dat Alice in de toekomst kan kijken! Want ik ben een vampier! Maar ik ben het gewoon niet gewend dat ''mensen'' dat kunnen en ik moet er verschrikkelijk aan wennen. Stomme ik, al die moeite met zachtjes en voorzichtig doen voor niets gedaan. 'Ben je niet boos?'
'Nee, natuurlijk niet! Zolang je je ouders niet verteld waar en wat je bent is het jouw keuze wat je verder doet. Maar je mag best even alleen rondkijken hoor.' knipoogt ze.
'Ja, kom nou maar mee. Een beetje gezelschap kan ik juist denk ik wel gebruiken.' Alice geeft me een knuffel, zet mijn capuchon op en we klimmen over het huis naar de straat. Net als in het huis sluit ik mijn ogen weer en begin mijn vaste route naar school te lopen, af en toe gluur ik even hoe bepaalde punten eruit zien Mijn hele leven heb ik op een normale school gezeten, bij kinderen die wel kunnen zien. Dat wilden mijn ouders per se omdat ze mij niet af wilde schermen van de buitenwereld, zoals ze dat zo beschreven. Aan de ene kant ben ik er blij mee dat ze daarvoor hebben gekozen, omdat ik zo Sharon en nog een paar andere goede vrienden heb ontmoet. Maar aan de andere kant werd ik door de rest buitengesloten en gepest. Op een speciale blindenschool was dat nooit gebeurt, want daar is iedereen gelijk. Ik wil erg graag naar binnen, om te zien waar ik een groot deel van mijn leven heb doorgebracht maar ik wil ook niet inbreken. Dus ik blijf netjes buiten staan en bestudeer de buitenkant van het gebouw. Het is niet groot en ziet er zo op het eerste gezicht best gezellig uit. Ik zie de ribbels in de stoep en op de grond rond het gebouw die speciaal voor mijn zijn aangelegd. Ik vond het altijd fijn dat ze zoveel voor mij deden, maar aan de andere kant is het ook heel zielig. Alsof ik niks alleen kan. Ik voel mezelf ineens heel boos worden. Daarom werd ik gepest. Ik kreeg veel meer aandacht dan ieder ander op de school en er werden veel programma's aangepast voor mij. En met schooluitjes moest altijd rekening gehouden worden met mijn handicap. Alsof ik daar wat aan kan doen! Alsof ik er zelf voor heb gekozen om mijn ogen niet te laten werken ofzo! 'Verdomme!' Schreeuw ik voor ik er erg in heb. Ik sta helemaal te trillen met mijn handen tot vuisten gebald en er komt een laag gegrom uit mijn keel. Alice staat half voor me, half naast me, met haar handen op mijn schouders en kijkt me indringend aan, 'Rustig Moon. Wat is er?' vraagt ze. Een wilde brul ontsnapt uit mijn mond gevolgd door een woedend gegrauw naar Alice. Ik heb geen controle meer over mijn lichaam en mijn jachtinstincten nemen het van me over. Ik ruk me los en ren zo hard ik kan weg, eerst onbewust, nergens heen. Toen naar huis om vervolgens vanaf daar het huis van mevrouw Parcs te vinden. Ik hoor Alice woedend, maar ook in paniek mijn naam roepen maar ik weet dat ik sneller en sterker ben dan zij. Ze houdt me toch niet tegen, als ze me al inhaalt. Binnen een mum van tijd sta ik voor het huis van de irritante jongens die me mijn hele leven al achterna zitten. Ik moet me nu even concentreren om aan de hartslagen te horen waar in het huis ze zijn. De zachtste hartslagen, boven in het huis, allebei in de zelfde kamer, het raam staat open. Zonder enig besef van waar ik eigenlijk mee bezig ben spring ik omhoog en voor ze ook maar hun mond open kunnen doen breek ik hun nek. Het gekraak van hun botten dringt heel diep door in mijn oren, in mijn hoofd, en maakt me wakker uit mijn trance. Met een harde steek in mijn maag besef ik wat ik nog geen seconde geleden gedaan heb. Ik voel mezelf helemaal slap worden en ik wil neerzakken op de grond en heel hard gillen en huilen, maar ik weet dat ik dat niet moet doen. Ik moet hier weg. Weg van huize Parcs, weg van Alice, weg van mijn dorpje, helemaal weg, alleen met mezelf.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen