Foto bij 3

Al vroeg ging mij wekker en ik rolde uit bed. Alweer zo’n saaie dag op school. Ik keek uit het raam, wat ik zag beviel me niet het regende. Het weer zat niet mee vandaag maar dat was niet zo erg. Al snel was ik klaar en stapte in de regen naar de bushalte. Ik liep de bus door en plofte naast David neer. Hij was een van mijn beste vrienden. ‘Is Amy nog steeds ziek?’ Zei ik. ‘Helaas wel. Ze baalt heel erg. Net als Derek.’ Zei David. Derek was zijn tweelingbroer ze leken als twee druppels water op elkaar. Amy was mijn beste vriendin. ‘Ja dat kan ik me voorstellen.’ Zei Peter die nu achter ons ging zitten. ‘Nu moeten ze straks al die toetsen inhalen.’ Zei Peter. ‘Ja Peet, dat is waar maar ik mis haar gezelligheid in de klas.’ Zei ik. ‘Maar Mary zijn wij dan niet gezellig?’ Zei David hij keek me daarbij zielig aan. ‘Natuurlijk wel maar we hebben niet alle lessen samen. Ik heb heel veel samen met Amy. Nu ze er niet is zijn die ook minder leuk.’ Zei ik. Deze dag had veel lessen zonder Amy. Bij biologie, wiskunde, economie en Frans zat ik alleen. Gelukkig had ik Engels met Peter en David. Geschiedenis met David en Peter zag ik weer bij Duits. Dat blokuur Biologie verheugde ik me vooral op. Zuchtend staarde ik uit het raam. Dit zou een lange, lange dag worden. Al gauw kwamen we op school aan en verlieten de bus en liepen het schoolgebouw binnen. ‘Nou, jongens tot straks in de pauze ik heb eerst een blokuur biologie gevolgd door een uurtje wiskunde.’ Zei ik diep zuchtend. ‘Kom op je overleeft het heus wel.’ Zei Peter in de hoop me op te vrolijken. ‘Tot straks in de pauze.’ Zei David terwijl die me nog na zwaaide. Ik liep naar de derde verdieping en plofte neer in het biologie lokaal. Ik had een hekel aan mijn docent biologie. Dat was ook de reden dat we achterin de klas was gaan zitten. We deden ons best dus meneer Lambert maakte zich niet zo druk om mij of Amy. Wat voor ons duidelijke een pluspunt betekende. ‘Goede morgen dames en heren. Ik wil jullie graag even voorstellen aan Nicholas hij zit sinds vandaag bij jullie in de klas.’ Zei meneer Lambert. Ik keek ongeïnteresseerd voor me uit totdat ik Nicholas in het oog kreeg. Die is echt knap dacht ik terwijl ik Nicholas zag. Hij keek wat verlegen de klas in. ‘Willen jullie er voor zorgen dat meneer Joseph zich snel thuis voelt bij ons?’ Zei meneer Lambert. Meneer Joseph u mag achter in de klas plaats nemen naast jufvrouw Williams, aangezien jufvrouw Adams toch afwezig is.’ Zei meneer Lambert en hij wees naar mij. Ik voel me vereerd dacht ik. Misschien dat deze dag dan toch nog leuk word dacht ik. Ik lachte vriendelijk naar Nicholas. ‘Hi, ik ben Mary Williams.’ Zei ik tegen Nicholas. ‘Aangenaam Nicholas Joseph.’ Zei hij terwijl die naast me ging zitten.
Wat een opluchting. Ik heb de goede klas en ik zit naast het goede meisje. Ik heb er heel wat moeite voor gedaan maar uiteindelijk is het dan toch gelukt. Afgelopen nacht heb ik haar raam voorzichtig opgeschoven en heb ik eens bekeken wat voor vakken ze had. De volgende morgen heb ik een aanmeldingsformulier ingevuld en nu zit hier als een gewone student. Naast de persoon waar ik na op zoek was. En nu maar hopen dat mijn missie goed gaat dacht ik bij mezelf. ’ Meneer Joseph het mag dan nieuw voor u zijn wilt u wel even uw aandacht bij mij houden. En niet bij uw charmante buurvrouw.’ Zei de stem van meneer Lambert. Ik schok op uit mijn dagdroom en richtte mijn aandacht gauw op meneer Lambert. Mijn wangen werden een beetje rood. De docent lachte om zijn grapje helaas voor hem lachte er niemand met hem mee. Die kerel mag dan denken dat die grappig maar niemand was het met hem eens dacht ik terwijl ik lachend voor me uit keek. Langzaam kroop het eerste uur voorbij. Ik lette wel op maar snapte er niet veel van. Het tweede uur moesten we opdrachten maken ik sloeg het boek open en keek naar Mary. ‘Mary waar zijn we?’ Zei ik terwijl ik haar verlegen aankeek. ‘Ik ben hier ze weer op pagina 200 en jij bent hier.’ Zei Mary terwijl ze op pagina 150 wees. ‘Moet ik nog zoveel maken, dat word nog leuk want ik snap het niet helemaal.’ Zei ik zuchtend. ‘Kop op, ik ben toch al voor ik help je wel.’ Zei ze. ‘Weet je dat je een mooie glimlach hebt. En dat dat ontzettend lief van je is.’ Zei ik. ‘Ach anders moet ik weer verder werken en dat vind de leraar echt niet goed. Want hij wil eerst uitleggen en dat soort dingen.’ Zei ze blozend. Al gauw begonnen we met het werkboek. ‘Ik had verwacht dat die opdrachten veel langer zouden gaan duren.’ Zei ik. ‘Nee, joh het lijkt veel maar valt best wel mee.’ Zei Mary. ‘Maar Mary zonder jou hulp had ik het nooit gered.’ Zei ik. ‘Tuurlijk wel! Geef jezelf ook wat eer.’ Zei ze. Ere wie ere toekomt.’ Zei ik lachend en wees naar haar. ‘Maar nu we toch klaar zijn waar kom je vandaan?’ Zei Mary. ‘Nou euh uit Alaska. In de buurt van de hoofdstad is een eiland dat Sitka heet. Daar woon ik al mijn hele leven. Nu ben ik hier om naar school te gaan en andere mensen te ontmoeten.’ Zei ik. ‘Maar waarom hier? Waarom niet gewoon in Alaska?’ Zei ze. Voordat ik kon antwoorden of een antwoord kon bedenken ging de bel. ‘Ik heb er liever niet over.’ Zei ik snel. ‘Toch niks ergs he?’ Zei ze bezorgd. ‘Nee, joh gewoon te persoonlijk.’ Zei ik. We veranderden van onderwerp en kletsten gezellig door. Elke keer als ik naar haar keek zag ik haar mooie donkere ogen en vrolijke glimlach.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen