Zestien uur later ging mijn wekker. Chagrijnig stak ik mijn hand uit om er een flinke knal op te geven, er waren dagen waarop ik gewoon het liefst niet wakker wilde worden en waarop mijn hoofdkussen me bijna smeekte om nog net iets langer te blijven liggen. Ik was blij dat het leven geen Twilight was, ik wilde me niet voorstellen dat vampieren niet konden slapen, dat leek me vreselijk. Maar ik wist dat mijn wekker niet voor niets was afgegaan en dus stapte ik toch maar uit bed om me klaar te maken voor de komst van Alaric. Het was hem gelukt om een afspraak te maken voor een kijkje in Isobels kantoor en dat was een behoorlijk eindje rijden, tot mijn spijt betekende dit dat ik er nu toch echt uit moest.
Een half uur en drie glazen bloed later leek het allemaal zo erg niet meer. Wat koffie was voor mensen, dat was bloed voor vampieren. Het verhielp opstartproblemen en zorgde ervoor dat je altijd met een goed humeur voor de dag kwam. Vrolijk liep ik naar de deur, ik had een auto op de oprit gehoord en vermoedde dat het die van Alaric was. De deur zette ik open en ik liep terug naar de huiskamer. Als het Alaric was, vond hij zijn weg wel en als het een ongenode gast was, kon die toch niet binnenkomen. Tenzij het een menselijke ongenode gast was, maar die kon ik zelfs met mijn handen op mijn rug nog aan.
Het geluid van hakken op de vloer trok mijn aandacht. Dat was niet Alaric, tenzij hij ineens had besloten dat vrouwenkleren hem beter stonden, maar dat kon ik me moeilijk voorstellen. Het beeld in mijn hoofd was amusant, maar ik schudde het snel weg en schoot razendsnel naar de deuropening.
“Weet je zeker dat hij wilde dat we hierheen kwamen?” klonk de bezorgde stem van Elena. Blijkbaar had ik op haar zenuwen gewerkt de laatste tijd. Ik onderdrukte de neiging om te zuchten, uiteraard had ik dat niet zo gewild. Ik wilde haar nog altijd graag om me heen, maar haar pijn deed me meer dan ik ooit hardop zou toegeven.
“Nee, maar ik wilde dit niet missen.”
Ik gromde en wist dat ze me gehoord had. Caroline kon erg lief kijken, maar ze was minstens net zo vervelend. Desalniettemin nam ik mezelf voor om ze zo geduldig mogelijk de deur weer uit te werken. “Dames,” zei ik dus, zo vriendelijk mogelijk, “het is fijn jullie te zien, denk ik. Wat doen jullie hier?”
Van Elena haar ongemakkelijke houding was plotseling niets meer te merken, ze was haar tong nog altijd niet verloren. “Ik hoorde dat je plannen had vandaag. Denk je niet dat je mij had moeten vragen of ik meewilde naar het kantoor van Isobel?”
“Daar heb ik niet aan gedacht.” Een veelbetekenende blik richting Caroline ontging Elena volledig. Het ontging Caroline niet, ze grijnsde, hief haar glas Bourbon en deed toen alsof het tafelblad ontzettend interessant was.
Ik wist dat er geen enkele manier was waarop ik die twee nog weg zou krijgen voordat Alaric zou arriveren. Caroline had Elena van mijn plannen verteld en zonder twijfel geweten dat deze dit niet meer zou loslaten. Als Elena dit wilde, dan zou ze geen genoegen nemen met ‘nee’. Ik hoorde de volgende auto op de oprit en liep om Elena heen richting de voordeur. “Volgens mij is Alaric er, zullen we dan maar?”
Caroline keek verwonderd op. “Zomaar?”
In eerste instantie negeerde ik haar oprechte verbazing en liep ik naar de auto. “Nee,” antwoordde ik tenslotte, “er is een voorwaarde, niets gaat bij mij zomaar.”
Elena, duidelijk nieuwsgierig, keek me aan en zei toen: “voorwaarde?”
Voor een kort moment zag ik weer die Elena voor wie ik alles zou geven, geen vragen, geen voorwaarden. Dit duurde echter maar een moment en toen grinnikte ik hardop. “Voorwaarde,” knikte ik, “jullie zitten achterin.”
Alaric moest lachen toen de twee luid protesteerden. “Mag ik hier niets over zeggen? Het is mijn auto.” Maar nog voordat hij iets gezegd had, stapte hij in en daarmee was de discussie ten einde.
De rit was lang en niemand sprak. Een paar keer probeerde ik een gesprek aan te knopen, maar zowel Caroline als Elena leken geen zin te hebben in mijn gevoel voor humor. Dat gebeurde me vaker en ik kon niet begrijpen waarom, over het algemeen vond ik mezelf toch best grappig. Alaric vroeg een keer naar school, maar ook dat onderwerp werd snel weer weggewuifd, dit kon ik me beter voorstellen, school zou ook niet mijn favoriete gespreksonderwerp zijn. Zeker niet op een vrije dag. Naarmate we dichter bij onze bestemming kwamen, kwamen de speculaties over de vampieren in Mystic Falls en toen we de auto parkeerden bij het gebouw waren Alaric en Elena er bijna zeker van dat er een schat verborgen lag in de kelders van de Lockwoods. Ik besloot mijn mond te houden en ze maar in de waan te laten, ondanks het feit dat ik meer dan zeker wist dat er geen schat verborgen lag, waar dan ook in Mystic Falls.
We liepen naar binnen en Alaric voerde het woord. De vrouw achter de balie riep op ons verzoek Vanessa op. Zij was de assistente van Isobel geweest en nadat ze mij de vorige keer vakkundig had neergeschoten, hadden we redelijk goed door één deur gekund. Zij wist het meest van Isobel haar onderzoek en geloofde bovendien heilig in vampieren, als iemand ons kon helpen zoeken, was zij het.
Met een brede glimlach op haar gezicht kwam ze ons tegemoet. Precies zoals ik me haar herinnerde, bedacht ik me toen ik mijn blik langs haar heen liet glijden. Haar lange bruine haren pasten precies bij haar ogen, ze had opvallende ogen. Ze leek iets voller te zijn geworden sinds de vorige keer dat ik haar had gezien, maar dat was niet erg, dat kon ze wel hebben.
“Alaric, Damon, Elena, toch? Het meisje dat sprekend op Katherine lijkt.” Haar stem klonk gemeend vriendelijk dit keer.
“En dit is Caroline Forbes,” zei ik in Caroline haar plaats. “Nu we dat weer gehad hebben, kunnen we misschien aan het werk gaan? Er zijn vampieren in mijn dorp en ik zou graag willen weten waarom.”
Caroline liet een spottend lachje horen. “Jouw dorp?”
“Toevallig woonde ik er al meer dan honderd jaar voor jou,” zuchtte ik.
Vanuit mijn ooghoek zag ik Alaric naar Vanessa gebaren dat ze maar gewoon moest lopen. Ik volgde ze op de voet en met het nodige gemor hoorde ik ook Caroline meelopen.
Het kantoor was precies zoals ik me herinnerde. Er was niets verplaatst of bijgekomen en het enige dat weg was, was het oude ‘Petrova-boek’ over Katherine, een boek dat ik zelf uit de kamer had meegenomen. Alaric liep rechtstreeks naar de boekenkast en staarde er even naar. Toen pakte hij een paar boeken en liep naar het bureau. “Ik begin wel in deze, ik denk dat ze ons verder kunnen helpen, maar misschien is het handig als jullie het probleem even uitleggen aan Vanessa.”
Vanessa knikte. “Ik dacht dat vampieren weg waren uit Mystic Falls. Ik heb het hele verhaal over Klaus gehoord van een blonde vampier, een tijdje terug...”
Plotseling hing er een groot vraagteken boven mijn hoofd. “Wacht even,” onderbrak ik haar, “een blonde vampier?”
Vier paar ogen keken me verbaasd aan, alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat een blonde vampier zomaar kwam binnenwandelen en verhalen begon te vertellen over de vampierwereld.
“Ja, blond, lang haar, neigde meer naar goud, maar misschien was dat de lichtinval. Ze waren in ieder geval niet zoals die van haar,” ze wees naar Caroline. “Vroeg me of ik misschien iets wist over het doden van een vampierhybride. Ik wist niet eens dat het mogelijk was om tegelijk ook een weerwolf te zijn.” Ze haalde haar schouders op. “Die blonde vampier heeft me toen alles uitgelegd.”
Ik pijnigde mijn hersenen tevergeefs. Er kwam geen enkele vampier in me op met goudblond haar, geen levende vampier in ieder geval. Misschien was het dan ook naïef van me om te denken dat ik iedere vampier ter wereld kende.
“Ze had een erg opvallende lach trouwens, heel vriendelijk. Ik wist direct dat het goed zat,” ze richtte zich tot Caroline, “een beetje zoals bij jou. Ja, ze had wel wat weg van jou.”
Caroline glimlachte gevleid en Alaric sloeg een pagina om, verdiept in het eerste boek. Ik schoof de blonde vampier even uit mijn gedachten, dat waren dingen om later over na te denken. Als zij vroeg naar manieren om Klaus uit te roeien, was zij niet onze vijand.
“Vampieren zijn dus niet weg, ze zijn er nog. Caroline zag er laatst een paar bij de oude kelders van de Lockwoods, je zult er vast wel van gehoord hebben.”
Caroline mompelde iets in de trant van “zien is een groot woord” en pakte toen een boek van de stapel die Alaric had klaargelegd. “Ik begin wel in deze.”
Ik vervolgde mijn verhaal, niet gestoord door Caroline haar onderbreking en niet wachtend op Vanessa haar antwoord. “We denken niet dat de vampieren iets verbergen, ik heb een kijkje genomen en de kelders waren leeg. Ik denk dat ze naar iets op zoek zijn, heb jij enig idee waar een vampier naar zou kunnen zoeken in Mystic Falls?”
Vanessa fronste haar wenkbrauwen en leek even hard na te denken. Toen stond ze op en liep ze zonder pardon het kantoor uit. Verbluft bleven Elena en ik staan, Caroline en Alaric hadden allang geen aandacht meer voor haar. Kort was ik bang dat ze weer zou binnenkomen met pijl en boog en op ons zou proberen te schieten, maar dat gebeurde niet. Natuurlijk niet, nu ze wist dat Elena niet Katherine was, voelde ze zich niet langer bedreigd. Luttele ogenblikken later stapte ze de kamer weer binnen met boeken onder haar arm.
“Ik weet niet precies wat ze zoeken in Mystic Falls,” begon ze, “maar als ze iets zoeken, moeten jullie het antwoord hier in kunnen vinden.” Met een grote plof liet ze de boeken op de tafel vallen, waardoor Alaric in een grote wolk van stof zat. “Die boeken,” ze wees naar de boeken die Alaric en Caroline voor hun neus hadden, “zijn zinloos. Daarin ga je niets vinden.”
Alaric keek niet verbaasd, op zijn gezicht bespeurde ik niets dat erop wees dat dit een verrassing voor hem was. Hij had deze boeken duidelijk niet gepakt omdat hij dacht dat ze ons van nut zouden zijn, hij had ze gepakt omdat ze voor hem emotionele waarde hadden. Vanessa leek dit ook op te merken. “Je mag ze meenemen, als je wilt.”
“Misschien doe ik dat wel.” Hij klapte het boek dicht en legde het weer op de stapel, Caroline volgde zijn voorbeeld.
Ik keek naar de grote stapel boeken die ze had meegenomen. Het waren er zeker tien en ze waren erg dik. Ik vroeg me af waarom iemand in vredesnaam de moeite nam zulke kunstwerken te schrijven over dingen die, naar hun weten, niet eens zouden bestaan. “Deze boeken dus?” vroeg ik. “Als we er allemaal met één beginnen, zijn we over een week klaar.”
“Je bent te lang niet naar school geweest, Damon,” zei Caroline plagend. “Je moet scannen, niet intensief lezen.”
“Het blondje heeft hersenen,” verzuchtte ik.
Op de achtergrond hoorde ik Vanessa haar stem, fluisterend. “Zijn ze altijd zo?”
“Ja,” fluisterde Elena terug, “en ze kunnen je allebei horen.”
Een glimlach verscheen op mijn gezicht en ik pakte een boek van de stapel. Ik was niet zo’n lezer, maar het was voor een goed doel dit keer. Stilletjes bladerde ik het boek door, op zoek naar iets dat ons meer kon vertellen over de vampieren in Mystic Falls.
Een tijd lang bleef het stil, iedereen nam deze taak bijzonder serieus. Zelfs Caroline hield ruim een half uur haar mond, dat moest een recordtijd zijn. Meestal was ze praatgraag en stopte ze niet met babbelen.
Ineens begon ze toch weer te praten. “Is dit misschien iets?” vroeg ze opgewonden.
Vier paar ogen schoten haar kant op. Ik rechtte mijn rug en strekte me uit, opgelucht dat ik zelf niet meer hoefde te lezen. De letters waren inmiddels begonnen met dansen voor mijn ogen. “Vertel op,” spoorde ik haar aan.
Ratelend las ze voor wat er in het boek stond. “Oude legenden vertellen over de komst van een vampier met speciale krachten.”
“Speciale krachten? Daar zou ik dan meer van moeten weten, denk je niet?”
“Oh, net zoals je meer wist over die weerwolven?” wierp Elena me gevat toe. “Ik sluit niet uit dat die vampier bestaat. Staat er verder nog iets?”
Caroline knikte en ging door, dit keer kalmer, zodat iedereen haar beter kon horen. “Er staat dat oude vampieren vroeger altijd geloofd hebben dat er een vampier zou opkomen die de kracht had alles te veranderen, maar er staat nergens,” ze scande snel nog even de pagina om te kijken of ze gelijk had en kwam toen tot de conclusie dat dit inderdaad zo was, “er staat nergens iets over wat voor krachten dat zouden zijn.”
Ik pijnigde mijn hersenen en ook Alaric dacht hard over de kwestie na. “Bedoelden ze niet gewoon Klaus?” opperde hij. “Half vampier, half weerwolf lijkt me speciaal genoeg.”
Caroline schudde haar hoofd. “Klaus komt toch van oorsprong niet uit Mystic Falls?”
“Mag ik dat boek?” Ze haalde haar schouders op en schoof het boek over de tafel in mijn richting, ik ving het op en klapte het open op de pagina waarvan ze net had voorgelezen. Ze had gelijk gehad, de naam van het kleine dorpje werd meermaals genoemd. De vampier zou afkomstig zijn uit Mystic Falls en krachtig genoeg zijn om grote fouten recht te zetten. Ik snoof. “Het was fijn geweest als Isobel niet was vergeten om ons een hint te geven over die speciale krachten, of de identiteit van de vampier. Voor zover ik weet zijn alleen Stefan en ik afkomstig uit Mystic Falls en ik durf met mijn hand op mijn niet meer kloppende hart te zeggen dat wij allebei niet bijzonder zijn.” Elena schraapte haar keel, maar ik besteedde er geen aandacht aan. “Dan zitten we dus vast.”
Nogmaals schraapte Elena haar keel, dit keer dwingender. Wat ze te zeggen had was blijkbaar erg belangrijk. Toen ze onze aandacht had, keek ze naar Caroline. “Caroline is afkomstig uit Mystic Falls.”
Caroline haar ogen werden zo groot als theeschoteltjes en het daaropvolgende moment schoot ze in de lach. Met vier paar ogen strak op haar gericht, wachtten we totdat ze was uitgelachen. “Stop met dat gestaar,” hikte ze, maar niemand anders vond het grappig.
“Caroline,” begon Elena voorzichtig, “we kunnen niet uitsluiten dat jij die vampier bent. Je komt uit Mystic Falls en je bent nog erg nieuw. Het is mogelijk dat je krachten hebt waarvan je jezelf niet eens bewust bent.” Ze keek onzeker naar mij en ik knikte bevestigend.
Caroline schudde hevig haar hoofd. “Ik meen het! Ik ben niet speciaal en ik heb geen krachten om de wereld mee te redden, sorry.”
“Bewijs het, wapper eens met je handjes, maak eens een leuk gebaar.”
Elena kon mijn humor duidelijk niet waarderen en uitte dit door diep te zuchten en met haar ogen te rollen, maar Caroline maakte onmiddellijk van de gelegenheid gebruik door haar middelvinger naar me op te steken. “Zie je?” zei ze vrolijk, “er gebeurde niets. Maar het voelde wel goed.”
Alaric had al die tijd geen woord gesproken, maar nu leek hij weer wakker te zijn. Hij stond op om uit het raam te kijken en sprak tegelijkertijd. “Als Caroline de vampier is waar die oude legenden het over hebben, is er één persoon die dat voor ons kan bevestigen.”
Ik volgde zijn gedachtegang niet en zowel Elena als Caroline leken het spoor ook even bijster te zijn, maar Vanessa leek het aan te voelen. “Degene die van haar een vampier heeft gemaakt,” vulde ze aan.
“Katherine?” Ik was nu weer bij, maar de gedachte dat Katherine de enige was die het antwoord in handen had, stelde niet gerust. In de eerste plaats niet omdat Katherine praktisch onvindbaar zou zijn, ze had beloofd om uit Mystic Falls te verdwijnen en het leek alsof ze zich daar, hoe verbazingwekkend ook, aan zou houden. Ten tweede was Katherine hoogstwaarschijnlijk niet bereid om ons de informatie te geven waar we naar zochten en ten slotte betwijfelde ik of Katherine ons überhaupt wel zou kunnen helpen. Ik deelde de hoop dat het antwoord bij haar lag namelijk niet met Alaric, ik had altijd gedacht dat ze Caroline destijds had gekozen om Elena dwars te zitten en voor problemen te zorgen. Want zo was Katherine.
“Hij heeft gelijk,” meende Elena. “We weten niet eens waar Katherine is.”
Vanessa sprong van de tafel, die ze al die tijd als stoel had gebruikt, en rommelde in een van de laden van het bureau. “Ik heb hier iets,” murmelde ze, terwijl ze driftig dingen aan de kant schoof. “Wacht nog heel even.”
Ongeduldig tikte ik met mijn vingers op de tafel. Op ieder ander moment had het me zeer vrolijk gestemd dat ze voor mijn neus bukte en mij een uitstekend uitzicht bezorgde, maar op dit moment wilde ik alleen maar dat ze op zou schieten en zou vinden waar ze naar op zoek was.
“Hebbes!” riep ze, zo plotseling dat Caroline verschoot en Elena, die inmiddels achterin de kamer stond, zich geschrokken omdraaide. Ze zwaaide met een verfrommeld geel papiertje. “Een tijdje terug kwam hier de vampier-versie van Elena langs, ik had haar bijna ook een pijl door haar borstkas gejaagd, maar ze verzekerde me dat ze niet voor mij kwam. Ze zocht Isobel en ze vroeg me of ik wilde doorgeven waar ze was als ik iets van haar zou horen. Ze klonk niet blij, maar ze liet wel het adres van haar verblijfplaats achter.”
Ik stak mijn hand uit naar het papiertje en bestudeerde het. Er stond inderdaad een adres op in Independence, Missouri. Uit mijn hoofd wist ik te vertellen dat er tussen Mystic Falls en het adres zo’n duizend kilometer lag. Het was niet dat ik nog nooit eerder een weekendje had uitgetrokken om bij iemand op bezoek te gaan, het was dat ik liever geen weekend weggooide om op bezoek te gaan bij Katherine. Ik wenkte Alaric en bedankte Vanessa voor haar hulp. Toen we de kamer uit waren en richting de auto liepen, verzekerde ik mezelf ervan dat andere vampieroren ons niet meer konden horen en gaf ik het briefje aan Alaric. “Het is het proberen waard,” gaf ik met de nodige tegenzin toe.
Hij wierp een vluchtige blik op het briefje. “Dat is een behoorlijk eind rijden. Ik moet deze week lesgeven, mijn leerlingen hebben me ook hard nodig. Volgend weekend?”
Ik wist dat die paar dagen extra niet veel uitmaakten, maar voor de zekerheid wilde ik Caroline zo goed mogelijk in de gaten houden de komende tijd. Elena zou me levend begraven als haar iets overkwam en dat was waarschijnlijk nog niets bij wat Bonnie voor me in petto zou hebben.
Alaric vatte mijn zwijgen op zoals het bedoeld was, als toestemmen. “Goed, volgend weekend zullen we eens kijken wat Katherine erover te zeggen heeft.”

Reageer (1)

  • xBlackSwan

    BEAUTIFUL. <3
    Ik ga snel weer verder lezen, maar moest gewoon even een reactie achterlaten. Nogmaals; je schrijft echt gewéldig!

    xxxxxxx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen