01.3
De taxi reed door de achterbuurt van New York. De sneeuw had een tapijt gevormd op de grond dat zo spiegelglad was dat ik er nog niet eens op zou willen stappen, laat staan rijden. Daarom liet ik mijn pick-up met liefde in de garage achter.
“Schiet op alstublieft.” Ik was al geïrriteerd door de sneeuwval van die morgen, maar de auto die maar niet vooruit leek te komen was ook zeker niet goed voor mijn gemoedsrust.
“Ik doe mijn best,” gromde de chauffeur geërgerd. ”Het is nog een straat tot de school, prima ballerina.” De toon waarop hij de woorden sprak was spottend.
“Stop die verdomde auto,” grauwde ik woedend. De wagen stopte abrupt.
"Ik hoop dat dit genoeg is,” zei ik en wierp een briefje van tien op de achterbank. Het was nog geen vijfde van het bedrag dat ik zou moeten betalen, maar hij moest er maar tevreden mee zijn. Nog tien minuten met die chauffeur in de wagen was zijn dood geweest, de arme man. Mijn rugzak zwaaide ik op mijn rug en ik begon door de sneeuw te ploeteren. Het was een half strompelende ren, maar ik geraakte ermee vooruit.
Om stipt tien voor zeven opende ik de deur naar de balletschool.
"Goedemorgen Tatiana,” riep ik de vijftienjarige dochter van de lerares toe toen ik haar op de gang tegenkwam. Ze zag er moe uit, diepe wallen tekenden haar jonge gezicht.
“Goedemorgen Amy.” Ze nam amper de moeite me aan te kijken en passeerde me.
“Best,” zuchtte ik zacht en liep naar de kleedkamer. Iedereen staarde me aan terwijl ze hun spitzen vastbonden.
“Ik zou me maar haasten, mevrouw is niet in een goed humeur vandaag.” Chiara keek me vriendelijk aan.
“Ik had al zo’n voorgevoel,” zuchtte ik en kleedde me snel om.
Reageer (2)
Snel verder!
1 decennium geledenmooi geschreven!
1 decennium geledenBenieuwd hoe het verder zal gaan