Dag kleine meid goed geslapen? Maak je tassen klaar, je moet zo vertrekken, anders kom je te laat! Ik werd gewekt door het stemmetje in mijn hoofd. In mezelf vloekend opende ik het kleine kleerkastje in Saint Michael Hospital for Eating Disorders en nam een oudroze kleedje, handdoek en ondergoed. Mijn ouders hadden me helemaal naar Amerika gevlogen om weer bij te komen. Om me weer vet te mesten. Ik walgde van mezelf, maar nu was de redding nabij. Goed meid! Goed dat je van jezelf walgt! Telkens ik de draad weer op wou nemen verpeste ze het voor me. De ze was de stem in mijn hoofd. Zij was de reden dat ik stopte met eten, zij was de reden dat ik mezelf te dik vond. Ze was de schuld van hoe ik mijn leven leidde. Toe meid! Geef me nou niet de fout! Je zou dankbaar moeten zijn. Ik ben de reden dat jij er nu niet meer als het vetste varken van de boerderij uitziet! Ik wou dat ze me even met rust liet, maar dat zou ze nooit doen, ze zou een deel van mijn leven worden.

Ik mocht 1 keer per maand met mijn tante, nonkel en nichtjes naar hun huis voor 2 dagen. Dat was een kwelling voor me. Ik heb de staf gesmeekt om me hier te houden, maar ze stonden erop dat ik naar hen ging. Vandaag mocht ik gaan. Correctie, je moet liefje .
De reden waarom ik niet graag ging lag voor de hand. Ze aten altijd fast food, er was niets gezond in huis. De weegschaal ging in crisis als ze erop gingen staan met hun buiken en billen als olifanten. Dat gelde tenminste voor mijn tante en nonkel. Mijn nichtjes waren perfect. Ze zaten perfect op hun groei en gewichtscurve. Dat merkten de jongens ook en dus hadden Lia en Cassie altijd een vriendje. Soms was ik jaloers. Altijd hadden ze een nieuwe jongen om mee te pronken. Ooit was het fijn in hun huis, het rook er naar chocolade koekjes en Nickelodeon stond als standaard zender op. Toen woonden ze nog in België. We waren 6 jaar en niets kon ons deren. Dat veranderde pijnlijk toen haar ouders aankondigden dat ze gingen verhuizen naar Amerika, ik vernam jaren niets van hun. Ze vonden je dik! Nu zullen ze je accepteren meid! Je bent nog steeds dik, maar toch minder. Nu kon ik de stem gelijk geven. Mijn dikheid was de bron van alle kwaad in mijn leven.

Ik mocht mezelf niet toelaten aan vroeger te denken, dan zou ik heimwee krijgen en weer beginnen eten. Geen gedachte, of stem, in mijn hoofd die daar nog aan dacht. In gedachten verzonken ging ik naar de badkamer aan het einde van de gang. Ik lag op de afdeling Gevaarlijk. Daar maakte ik in mijn eerste brief naar mijn ouders de afdeling klein gevaarlijk afval van. Daar konden ze niet mee lachen, en vielen wat uit in de brief die ze me terugstuurden. Zelf zag ik de ironie er nog wel van in. Het was inmiddels een half geleden dat ik werd opgenomen, maar ik lag hier nog altijd, mijn gewicht mocht ik nog niet weten. Toen ik werd opgenomen woog ik 34,5 kg.

Ik bekeek mijn gezicht in de spiegel. Uitgelopen mascara, rode ogen, wallen, vette wangen. Ik spreidde een handdoek uit over de grond naast de douche bak en stelde de temperatuur van het water in. Niet veel later stapte ik onder de ijskoude stalen. Alle onzuiverheden werden van mijn lichaam gespoeld, samen met shampoo en douchezeep. Te samen met al die rotzooi vielen er tranen naar beneden. Rotkliniek. Hou vol meid, straks kan je ontsnappen en wegvluchten voor goed. Haar stem beurde me een beetje op, hoe raar het ook klonk.

“Claire schiet op!” Sara, een van de begeleiders stond ervoor in dat ik veilig met hen meeging.
“Ik kom zo!” riep ik over het geluid van de douche en draaide hem na 5 minuten uit. Mijn haren wikkelde ik in een handdoek en droogde mijn lichaam, waarna ik mijn kleren aantrok. De stekken van de haardroger stak ik in het stopcontact en droogde mijn haren in model. Tien minuten later stond ik weer in mijn kamer, om mijn tas in te pakken. Het deed deugd om mijn eigen kleren weer te dragen. Snel propte ik al mijn kleren in een tas, waarna ik naar de ontbijt ruimte liep. De meesten aten al.

Nu moest ik mijn vijand weer onder ogen komen, eten.
“Claire, jij moet vandaag niet mee ontbijten, je tante is er al en je eet bij hun thuis,” Sara riep het door de ruimte. Opgelucht stond ik op en nam mijn tas op.
“Doeg meiden, ik zie jullie maandag weer!’ riep ik nog snel als afscheid en liep naar de uitgang. Ooit zou ik hier uitkomen om niet meer terug te komen, en die dag was vandaag hopelijk aangebroken.
“Claire! Wat leuk je weer te zien! Je ziet er beter uit als vorige maand!” mijn tante riep het en kwam op me aflopen, bij elke stap daverde haar lichaam en zorgde voor een aardbeving op de grond. Ze zei dat je er beter uitzag! Beter is dikker domme trien! Was alles dan voor niets!?
“Dank je,” glimlachte ik wrang terwijl de woorden van Ana door mijn hoofd spookten. Als ze dan toch voor eeuwig in mijn hoofd moest zitten, dan kon ik haar toch tenminste een naam geven, Ana.

We stapten in tantes 4x4 en stopten niet veel later bij een Mac Donalds.
“Tante! Dit eet ik niet als ontbijt!” riep ik onthutst.
“Wacht even in de wagen, ik haal voor mezelf ontbijt, domme koe!” zei ze kwaad. Hoorde je dat! Ze vind je een koe! Ik zuchtte diep.

Dit was DE kans om te ontsnappen. Toen ze de deuren van de Mac instapte sloeg ik mijn deur open en nam mijn koffer uit de wagen. Daarmee liep ik richting bos.
Ik liep uren, misschien wel een hele dag. Toen werd het me pijnlijk duidelijk, ik was verdwaald. Met een diepe zucht liet ik me op een boomstammetje zakken. Nu ik hier toch was kon ik er evengoed het beste van maken. Goed zo meid! Nu val je zeker af! Je at vandaag niets, ik ben trots op je! Een glimlach vervulde mijn lippen en voor de eerste keer in jaren was ik echt blij. Gelukkig. Het lege gevoel in mijn maag, waar die niet zo blij mee was, gaf me het gevoel dat ik sterk was, het waard. Ga slapen, je hebt veel te doen morgen. Met mijn hoofd ging ik op mijn tas liggen en zo viel ik niet veel later in slaap.

De volgende ochtend was ik erg gedesoriënteerd, waar was ik beland? Al snel wist ik terug waar ik was, het bos.
“Meisje, gaat het?” een man kwam bezorgt boven me hangen.
“Ja hoor,” loog ik. Hij had mijn spullen vast en hielp me recht.
“Kom naar mijn huis, dan kan je iets nieuws aantrekken en wat eten, je ziet eruit alsof je alle momenten kan flauwvallen,” de man keek me doordringend aan. Neen, hij verpest alles! Zeg dat je niet meegaat! Zeg het!
“Wat als ik wel meega, maar niet eet?” dacht ik,”Ik verzin wel een uitvlucht!” Oké dan! Als je maar geen vergif in je mond stopt geen stukje Omelet, spek eieren of brood! Ik walgde al bij het idee.
“Oké, maar ik heb echt net gegeten hoor!” verzekerde ik hem. Hij knikte dat hij het begreep en leidde me naar zijn wagen.

We reden een uurtje en toen kwam we bij een blokhutje. Het leek gezellig. Ik had zo’n trek, mijn maag draaide overuren om toch maar eten binnen te krijgen. Ga het nou niet verbrodden dom wicht!
“Daar is de badkamer, trek wat anders aan en dan bak ik een eitje voor je,” Zijn stem klonk overtuigend. Nee! Vlucht! Je mag niet eten, kruip door het raam, doe iets! Ze riep hysterisch in mijn hoofd.
“Ik zei je dat ik al heb gegeten!” riep ik boos,”Je hebt me niets te verplichten!”
“Best, eet dan niet!” zei hij nu ook boos en liet zich in de zetel ploffen.

Mokkend liep ik de badkamer in en merkte tot mijn grote vreugde dat er een weegschaal stond. Ga erop staan! Ga erop staan! Ana riep enthousiast in mijn hoofd. Vol schrik stond ik op de weegschaal, de cijfertjes lichten groen op, 45,0. Neen! Alles waar ik voor gewerkt, verpest! Paniek omsingelde me. Wat als ik nog langer was gebleven? Hoe waanzinwekkend zou het cijfer dan niet zijn? Ik kon wel huilen. Waarom?! Dat was ruim 10 kilo meer! Boos op mezelf stapte ik van de weegschaal en zette hem weer terug op zijn plek. Ik kleedde me om en stapte de woonkamer weer binnen. Tot mijn grote verbazing, was hij niet thuis. Er plakte een briefje op de televisie om te melden dat hij naar de winkel was. Zuchtend liet ik me in de zetel zakken. Niet lamzakken jij! Laat zien dat je ‘ontbeten’ hebt. Zet een leeg bord met kruimels. Pak je koffer en vertrek, die man is niet pluis! Ze had gelijk. Ik brak de korst van een stuk brood en verkruimelde hem op een bord. Op de rand van het bord liet ik een post-it achter,met daarop dat ik hem bedankte dat ik bij hem mocht ontbijten,maar weer moest gaan. Ik hoorde zijn wagen stoppen. In een paniekreactie nam rende ik weg door de deur, mijn handtas nog grijpend, en liet mijn koffer achter. Alweer liep ik uren en verdwaalde. Tot mijn eigen verbazing merkte ik getril in mijn handtas en viste mijn nog levende GSM tussen alle rommel uit. Toen ik ‘tante’ zag staan duwde ik meteen op het rode hoorntje.

Een week ging voorbij en ik trok steeds verder weg. Nu moest ik dicht bij een snelweg zitten, want ik hoorde auto’s razen. Ik had ik deze week 10 bessen gegeten, waarvan ik wist dat ze veilig waren. Dat waren 38 calorieën. Nog nooit was ik zo blij geweest, nu was ik zeker weer afgevallen! Daar was Ana blij mee, net zoals ik. Ze was trots op me, dat was ze in maanden niet geweest. Tot mijn grote angst had ik ook gezocht posters gezien met mijn gezicht en naam op. Ik freakte, net zoals Ana en rende nog verder weg. Dat was 3 dagen geleden. Ik wist dat deze bossen vandaag zouden worden uitgekamd op zoek naar me. Doodmoe liet ik me op de grond vallen, gewoon eventjes slapen, dan zou alles goed zijn.

Ik voelde hoe ik werd opgenomen door 2 sterke armen. Mijn ogen schoten meteen open en ik begon tegen te spartelen.
“LAAT ME LOS!” ik riep het hysterisch. De persoon die me vast had klemde me nog steviger vast en ik begon op zijn rug te slaan en te kloppen terwijl de tranen over mijn wangen liepen.
“Claire rustig! Je gaat gewoon naar de kliniek,” probeerde de persoon me te kalmeren. Ik stopte even met slaan maar toen sloegen de stoppen door. Het gegil werd nog hysterischer, het slagen werd harder en ik voelde hoe ik in het busje van de kliniek werd gebracht. Op naar de hel.

Reageer (1)

  • Florets

    Whoow,... Goed geschreven! Soms miste er een woord ofzo.. of dat leek zo maar toch werd ik meegesleurd met het verhaal! ABO!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen