Chapter 5

Na 3 dagen kwamen we terug van het jagen. We moesten natuurlijk een nieuw jaaggebied ontdekken. Het was wel prettig om hier te jagen, geen weerwolven, geen grens.
‘Hallo!’ Riepen we toen we binnen kwamen. Boven hoorde ik voetstappen, een bed die op en neer ging en in de woonkamer de tv. Ik liep naar de woonkamer en zag daar Esmé en Carlisle bij de bank. Esmé zat naast een van de mooiste kinderen die ik ooit heb gezien. Carlisle stond ernaast en zat diep in gedachten te peinzen.
‘Hoi.’ Zei Esmé. Jack en Leanne liepen naar het kind toe als of ze gehypnotiseerd waren. Ze staarde er naar.
‘Wat doen we met het kind?’ vroeg ik.
‘Jasper, ze heeft een naam!’ Zei Abby.
‘En dat is?’
‘Bonnie, daar hebben we het uitgebreid over gehad, maar dat maakt niets uit. We waren druk bezig met andere dingen.’ Zei Leanne die eindelijk haar blik van Bonnie afscheurde.
‘We moeten haar wel houden en beschermen, of niet?’ Vroeg Jack. Zijn goud gloeiende ogen keken me aan.
‘Daar voor moet je bij Esmé en Carlisle zijn.’ Carlisle keek op.
‘Dat is misschien wel het verstandigste.’
We besloten om haar te houden, maar we hadden te vroeg gejuicht.