7,

Ik werd wakker gemaakt door Joost. ‘Sagi, we gaan weer verder’. Half slapend stond ik op. Ik waste mijn handen bij een riviertje en kleedde me aan. We zouden nog een keer op mijn rug reizen. Nadat we alles ingepakt hadden transformeerde ik in een centaur en sprongen ze op mijn rug. Het was nog maar een klein stukje totdat we weer bij een bos aan kwamen. Ik moest nog een klein beetje doorlopen. Toen zei Jason ‘stop’. Ik stopte. ‘Hier stoppen we voorlopig’ zei Joost. Hij stapte van mij af. ‘We beginnen vandaag met je training Sagi’. Ik keek boos naar hem vanwege mijn naam. Ik had een hekel aan Sagi. Maar ja wat deed je eraan. Ik kreeg mijn eerste les boogschutten. Ik bakte er helemaal niets van. Al mijn pijlen waren mis. Ik moest op een boom richten, wat ik al moeilijk genoeg vond. Laat staat op een bewegend doel. Gaande les lukte het steeds beter. Mijn pijlen waren tenminste raak. We trainde heel lang. Ik bleef in mijn centaur vorm. Ook tijdens het eten. Ook al kon ik dan niet zitten. Maar dat gaf niets. Ik was enthousiast geworden en bleef oefenen. Totdat een pijl zo hard de boom in ging dat de boom brak en viel. Ik schrok. Jason en Joost begonnen te lachen. ‘Nou je kunt zien dat een van je eerste krachten beginnen te werken. het schietvermogen van een kanon’ zei Jason. Ik was opgelucht. Eindelijk was ik goed in iets. Ik stopte met trainen en was weer een mens. Ik ging bij Jason en Joost zitten die een kaart voor zich hadden liggen. ‘Oké we zijn nu hier’. Hij wees op de kaart ergens in Mexico. Joost zat achter zijn laptop. ‘Jongens luister is’. Hij las een internet bericht voor.

Vanmiddag is in Brazilië een huis verwoest aangetroffen. Er zijn sporen van voetstappen zichtbaar. Het huis is helemaal plat gebrand. Er is bijna niets terug gevonden. Ook is er gisteren een weeshuis verwoest in Mexico. Ook deze is helemaal plat gebrand. Zouden deze twee een overeenkomst hebben? De politie zoekt het allemaal uit.

‘Ik weet dus denk ik waar we heen gaan’ zei ik toen Joost klaar was. ‘Dat heb je goed geraden sagi. We gaan is even een kijkje nemen in Brazilië’ zei Jason. ‘Nou dat denk ik niet’ zei Joost. ‘Als ik het hoor zijn ze daar weggevlucht en de slangendragers zullen daar vast ook ergens zijn. Het lijkt me dus niet verstandig om juist die richting in te gaan’. ‘Maar we weten niet in welke richting ze opvluchten, ze kunnen net zo goed in deze richting komen met de slangendragers achter zich aan’ zei ik. Het bleef even stil. ‘Misschien toch maar naar Brazilië?’ vroeg Jason aan Joost. ‘Oké’ zei Joost. ‘Maar we moeten goed op onze hoede blijven, we zijn nog te zwak om tegen slangendragers te vechten zonder Henrik erbij’.

Onze tocht ging verder. Na lang reizen kwamen we aan in Colombia. Er stonden overal veel bomen dus we waren beschut tegen eventuele mensen die hier woonde. Jason en Joost zaten weer op mijn rug. Ik rende zo snel als ik kon. Toen ineens kwamen we op een open vlakte. We keken om ons heen. Het was verdacht stil. Toen ineens werden de ogen van Jason groot. ‘Rennen!’ riep hij. Ik schrok me rot, maar het was al te laat. Ineens waren we omsingeld door slagers. Jason en Joost sprongen van mijn rug af. ‘Dit is niet degene die we aan het volgen waren!’ riep een van de slagers. ‘Kijk is aan. We volgen de ene, en we komen een andere tegen, dat is nog is een leuke verassing’. Ze waren met z’n zessen. Jason en Joost pakte hun pijl en boog. Ik deed hetzelfde. Ik had nog nooit gevochten, dus ik vond het dood eng. De slagers kwamen gelijk in beweging. Vier kwamen op Jason en Joost af. Twee kwamen er op mij af. Ze trokken hun zwaarden tevoorschijn. In mijn gedachte hoorde ik Hernik zeggen, De slagers hebben geen magische krachten. Ze hebben wel gevaarlijke wapens met gif erin. Zo gauw je geraakt word door zo’n wapen ben je verlamt. Een van de slagers viel me aan. Ik kon het zwaard maar net ontwijken en vuurde gelijk een pijl op hem af. De pijl was gelijk raak. De pijl raakte hem midden in zijn hart. Hij schreeuwde van de pijn en viel achterover. De andere kwam gelijk in beweging. Ik vuurde een pijl op hem af, maar die ontweek hij. Hij sprong op me af, snel vuurde ik nog een pijl op hem af. En gelukkig was die raak. Hij viel achterover. Jason en Joost waren inmiddels ook klaar met vechten. ‘Goed gedaan Sagi!’ riep Jason. ‘Nu moeten we zorgen dat we hier zo snel mogelijk vandaan komen’. We rende vlug de bossen terug in.