13,

We waren met z’n vijven en hun waren ongeveer met z’n dertigen. Virgo en ik veranderde gelijk en begonnen met aanvallen. Steven viel ook gelijk aan. Ik schoot gelijk vele pijlen af waarvan minstens de helft raak was. Ik snapte alleen niet waarom Robert en Gemini niet in actie kwamen. ‘Gemini kan nog niet vechten!’ riep Robert naar mij. Ik draaide me om en keek hem gek aan. Ik schoot de slager die op me af kwam rennen neer en rende op Gemini af. ‘Hoezo kun je nog niet vechten?’ vroeg ik aan hem. ‘Dat is een lang verhaal, maar dat vertel ik wel als we hier veilig uitkomen’. ‘Oké, klim maar op mijn rug’. Gemini klom op mijn rug. Nu had kon Robert ook aanvallen. Ik rende door de massa slagers heen. Ik schoot er verschillende neer. ‘Virgo, ik ren met Gemini alvast vooruit!’ riep ik. ‘Oké!’ riep Virgo. Ik rende door de gangenstelsels. Onderweg kwam ik verschillende slagers tegen. Uiteindelijk kwam ik in de grote zaal aan waar tientallen slagers aan het werk waren. Ik rende zo snel ik kon naar de overkant. Ik werd gelijk aangevallen door de slagers. Ik stopte mijn boog weg en pakte twee pijlen die ik gebruikte als zwaarden. Uiteindelijk kwam ik aan de overkant en rende snel de tunnel in. De slagers stopte met rennen. Waarom? Vroeg ik mezelf af. Maar ik had het al snel door. Achter me rende nu 2 magiërs. Ik rende snel de grot uit. Ik was nu weer in het bos. Gemini sprong van mijn rug af en ik draaide me op. Ik stond oog in oog met de twee magiërs. Ze vielen allebei op het zelfde moment aan. Ik ontweek alle stralen en schoot verschillende pijlen op ze af. Een magiër werd vol getroffen door mijn pijl. De andere magiër ontweek de pijlen. Hij vuurde verschillende stralen op me af die allemaal mis waren. Uiteindelijk was mijn pijl raak en viel de magiër achterover neer. ‘Wow jij kan goed vechten’ zei Gemini. ‘Dank je’ zei ik. ‘Ik hoop maar dat ze andere snel komen’. ‘Dat hoop ik ook’ zei Gemini. ‘Maar hoe komt het nou dat jij niet kan vechten?’ vroeg ik. ‘Nou misschien dacht je al, als Gemini de tweeling is, waar is dan de andere? Ik heb mijn broer nooit gekend. Al vanaf dat we geboren werden zijn we gescheiden. Mijn broer heeft ook mijn andere beschermer bij zich. Zo gauw ik en mijn broer bij elkaar zijn zullen onze krachten activeren. Ik heb hier wel een wapen, maar daar kan ik dus nog niets mee’. Hij haalde een vreemd handvat uit zijn riem. Aan het einde van het handvat zat een langwerpig uitsteeksel. Ik vond het maar een vreemd wapen. Toen ineens hoorde we explosies in de tunnel. Virgo, Robert en Steven kwamen de tunnel uit gerend/gevlogen gevolgd door verschillende slagers en magiërs. Ik ging weer klaar staan in de gevechtshouding. Mijn pijlen raakte verschillende slagers. Uiteindelijk hadden we ze allemaal verslagen. ‘Wegwezen hier!’ riep Steven.
En we rende snel verder het bos in.

In de afgelopen dagen was er niet veel gebeurd. We zaten nu aan het strand. We hadden niet veel te doen. Er was hier geen mens te bekennen. Het water had wel een lekker temperatuur dus af en toe zwommen we. Het was alweer donker aan het worden toen we ineens mensen hoorde. We verscholen ons achter een rots. Er kwam een man samen met een jongen aangelopen. De jongen had blond haar en gif groene ogen. Op zijn handen had hij twee tekens staan. ‘Kijk naar zijn handen!’ fluisterde ik. De andere zagen het ook. We kwamen achter de rotsen vandaan. De man en de jongen keken op toen ze ons tevoorschijn zagen komen. Ik liep naar de jongen toe. ‘Mag ik vragen hoe jij heet?’ vroeg ik brutaal. ‘Pardon’ zei de man die er naast zat. ‘Mijn naam is Joris. Hoezo?’ zei de jongen. ‘Sorry’ zei ik. ‘Ik dacht dat ik je ergens van kende’. ‘Wat is dat voor een teken op je hand?’ vroeg Robijn ineens. ‘Oké, zo is het wel genoeg’ zei de man. ‘Kom op Joris, we gaan’. De man en de jongen wilde weglopen maar toen zei Rose ineens ‘Mijn naam is Rose en dit hier zijn Robijn, Joost en Jason. Wij zijn de beschermers van Sagittarius en Virgo en ik weet dat jij een sterrenbeeld bent. Ik zie het aan je tekens’. De man en de jongen draaide zich om. Ze hadden nu een hele andere gezichtsuitdrukking op hun gezicht. ‘Menen jullie dit?’ vroeg de man. ‘Waar zijn de sterrenbeelden zelf?’ ‘Daarvan hebben we ons moeten scheiden toen we aan het vechten waren’ zei Joost. ‘Wie zijn jullie?’ vroeg Rose. ‘Mijn naam is Roberto en dit hier is Gemini’ zei Roberto. ‘Gemini als in tweeling?’ vroeg ik. ‘Ja dat klopt’ antwoordde Gemini. ‘Maar waar is dan de andere?’ vroeg ik. ‘Die heb ik nooit gekend’ zei Gemini. ‘Wij zijn al uit elkaar gehaald toen we nog klein waren. Mijn broer heeft ook mijn andere beschermer bij zich. Ook kan ik nog niet vechten, omdat mijn krachten zich pas ontwikkelen als Gemini en ik bij elkaar komen. Ik heb het wapen al wel gekregen, maar ik kan er nog niets mee’. Hij haalde uit zijn riem een handvat met aan het uiteinde een langwerpig uitsteeksel. ‘Wij zijn opzoek naar onze sterrenbeelden. Kunnen we niet samen op zoek gaan. We zijn sterker als we bij elkaar blijven. Uiteindelijk moeten we toch bij elkaar zien te komen’ zei ik. ‘Goed idee’ zei Roberto. ‘Hebben jullie een plan?’ ‘Niet echt’ antwoordde we alle 4 tegelijkertijd.

‘Oké, we zijn nu bij de westkust van Mexico. Ik denk dat we het beste helemaal naar het oosten kunnen reizen van Mexico’ zei Steven. We waren weggevlucht uit het bos en zaten nu aan een meertje. We hadden al lang niets meer gegeten dus aten we wat we altijd aten. Appels. Er groeide hier veel appelbomen. Af en toe kwamen we ook een kokosnootboom tegen. ‘weten jullie iets van de andere?’ vroeg ik aan Robert. ‘Nee’ zei hij. ‘Weten jullie ook niet waar de andere Gemini is?’ vroeg Virgo. ‘Nee zelfs dat niet. Het is wel zo dat zo gauw Gemini en ik bij elkaar in de buurt zijn we elkaars gedachten kunnen horen. Maar dat is ooit maar een keer gebeurd. Toen hadden we elkaar bijna gevonden. Maar toen werden we aangevallen en toen raakte we elkaar weer kwijt’ vertelde Gemini. ‘Maar serieus, jullie heten dus Gemini en Gemini, en jullie lijken ook nog is op elkaar?’ vroeg Virgo. ‘Ja, als het goed is wel ja’ antwoordde Gemini. ‘Dat kan nog is verwarrend worden’ zei ik. ‘Maar goed, we gaan dus nu richting het oosten?’ vroeg Steven aan ons. ‘Ja is goed. Waar moeten we anders heen?’ zei ik.

We verzamelde onze spullen en liepen richting het oosten.