Foto bij Chapter Three. New tasks and abandonment. 3.2

Ik hou van reacties! -hint- (bloos)

‘Lieverd, kom je eten?’ de stem van mijn moeder schalde door het huis.
Met verbazing stond ik op, ze had me zelf geroepen, in plaats van de huiself al het werk te laten doen. Snel liep ik naar beneden, om daar mijn moeder aan te treffen, met een grote grijns, aan de tafel. De nieuwsgierigheid flitste in haar ogen; ze had me nodig. Ze gebruikte me.
‘Moeder, u weet dat ik u niets kan vertellen over mijn opdracht,’ zuchtte ik.
Haar glimlach viel direct en ze keek me vuil aan, ‘Mijn bloedeigen dochter vertrouwt me niet!’
‘U weet dat het dat niet is, moeder. Ik mag u niets vertellen, het ligt niet in mijn macht.’
‘Heeft het met je voorgaande opdracht te maken?’ vroeg ze door.
‘Moeder..’ zuchtte ik.
Met een klap gooide ze al het bestek van de tafel en keek me met een ziedende blik aan. Binnen een paar secondes was de lieve blik van haar gezicht verdwenen, de “lieve” vrouw van daarnet was verdwenen. Haar ogen leken wel vuur te spuwen en haar houding was zeer agressief. Ik besefte me dat dit nog wel eens vuil kon gaan worden.
‘Nooit word ik ook maar enigszins betrokken in jouw opdrachten. Nooit wordt er iets aan mij gevraagd. Nooit kan ik me laten zien van mijn goede kant. Wat is er meer te zien in jou dan in mij? Ik heb je opgevoed, hij zou mij dankbaar moeten zijn. Hij zou mij moeten aanbidden, van mij moeten houden. Hij zou niet zo’n dom scharminkel als jij moeten aanbidden!’
Het laatste deel schreeuwde ze wanhopig uit, om daarna haar hand voor haar mond te slaan. Dit had ik niet te horen mogen krijgen, eindelijk was haar ware aard te zien.
‘Ik denk dat het mijn tijd is om te gaan,’ zei ik kalm.
‘Nee, jij blijft. Je blijft hier tot ik alles te horen krijg. Ik weiger weer buitenspel te staan deze keer,’ tierde ze.
‘Dit ligt buiten mijn macht, moeder,’ zei ik nogmaals.
‘Jij vuil secreet. Jarenlang heb ik moeten wachten tot die oude knar was overleden, zodat ik haar plaats in kon nemen, zodat ik the Lord als beste kon dienen,’ ik greep even naar mijn haarspeld en voelde een steek door mijn hart gaan, toch ging mijn moeder verder, ‘Dit alles om deze plek toch ingenomen te zien worden door mijn dochter. Mijn bloedeigen dochter, die ik heb opgevoed met alles wat ik heb, heeft het gore lef om zich boven haar bloedeigen moeder te plaatsen. De arrogantie, het gore lef.. Ik had daar moeten zitten, hij had van mij moeten houden. Van mij!’ gilde ze.
Met een ijskoude blik keek ik naar haar op, ‘Helaas.’
‘Dat is alles wat je te zeggen hebt?’ tierde mijn moeder door.
Ze had vast verwacht dat ik zou breken, recht voor haar neus. Zodat ze kon genieten en kon zien hoeveel impact ze kon hebben op een ander. Nooit zou ik me zwak opstellen tegenover haar, nooit.
‘Dat klopt. Meer woorden bent u op dit moment niet waard.’
‘Jij vieze vuile… Crucio!’
Mijn moeder had haar staf getrokken en een helse pijn ging door mijn lichaam, terwijl mijn lichaam de grond raakte. De pijn kronkelde als een gif door me heen, maar ik zou niet opgeven. Met alle kracht hield ik de pijnkreten en de tranen binnen, terwijl mijn moeder maar bleef gillen.

Na een tijd wat wel uren leek, verscheen mijn moeder boven mijn verminkte lichaam. Mijn lichaam zat onder de schrammen en sneeën, toch had ik geen traan gelaten, laat staan ook maar enig teken van mijn gegeven. Met een ijskoude blik keek ik naar haar op, ze deed me niets meer. Een laatste blik vol woede –vermengd met jaloezie, gekwetstheid en verslagenheid, werd mij geschonken en stampvoetend liep ze de kamer uit. Met de laatste kracht die ik had, stond ik op en liep door de kamer. Even stond ik stil om een fotolijstje te bekijken, van toen ik nog klein was. Het was met mijn verjaardag. Ik had een schattig feesthoedje op, terwijl ik omringd was met allerlei grote cadeaus. Ik keek glimlachend op naar mijn vader, die me met een trotse blik aankeek. Ik smeet het lijstje met alle kracht die ik had op de grond, die tijden waren over. Mijn vader had me nooit achter mogen laten. Waarom was hij overleden, en niet mijn moeder? Mijn moeder was nu zo goed als dood voor mij. Ik rechtte mijn rug, negeerde alle pijnscheuten die door me heengingen, en verschijnselde. Eenmaal in het verboden bos aangekomen, kwamen de tranen pas. Ik zakte ineen op de dichtstbijzijnde bladerenhoop, ik was kapot. Ik was mentaal gebroken. De tranen liepen over mijn lichaam, terwijl het zout van mijn tranen, mijn wonden binnenliep. Een prikkelend gevoel verspreidde zich over mijn lichaam, maar ik voelde het al niet meer. Ik was verstoten, ik had officieel geen familie meer. Je zou me nu ook wel een wees kunnen noemen, want dat was ik; een puber zonder ouders. Alleen was ik nu meerderjarig. Ik had niemand nodig, ik had genoeg aan mezelf. De tranen stopten en langzaam voelde ik de vermoeidheid toeslaan. Ik kon de kracht niet meer vinden om mezelf omhoog te helpen, om naar het kasteel te gaan. Niemand zou me op dit moment nog missen, ik zou best een nachtje kunnen wegblijven. Mijn ogen werden steeds zwaarder en vielen uiteindelijk dicht. Op naar een koude, onrustige, slaap.

Reageer (3)

  • xDesire

    Verdeeeeerrr

    1 decennium geleden
  • Tuala

    Ik hou van nieuwe hoofdstukken - hint hint -
    En dit is ook zo mooi geschreven! Ik hoop nu wel dat Fred haar vind en haar beschermt, hoor (:

    1 decennium geleden
  • McGuiness

    Ohneee, wat zielig!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen