Eenmaal terug in Ravendale werd Tosh raar aangestaard door zijn dorpsgenoten. Je bracht immers niet elke dag een gewonde ridder mee. Toch twijfelde Tosh niet meer, stopte en rende de smederij in, met de twee zakken kolen.
Toen Tosh eenmaal binnen was, keek zijn vader, Raigan, op en wou zijn zoon groeten. Tosh daarintegen was sneller en riep luidkeels; “Roep Moeder! Ik heb een gewonde bij mij die dringend hulp nodig heeft!” Tosh gooide de zakken op de grond en rende weer naar buiten.
Raigan keek stomverbaasd voor zich uit. Dit overkwam je ook niet dagelijks, wie kon hij hebben gevonden onderweg? Toch liep hij zijn huis binnen en riep zijn vrouw, die even verward naar buiten liep. Ze keken nog raarder op toen ze Tosh een ridder hielp opstaan en hem naar hen toe begeleidde.
Tosh gaf een gebaar dat de deur open moest en zijn ouders luisterden naar hem. Eenmaal binnen hielp Tosh Ceren in de beste stoel en riep snel; “Ik haal vrouwe Balinda, kijken jullie even waar hij precies gewond is.” Vervolgens sprintte hij de deur uit, het dorp in.
Raigan vond het maar raar. Tosh die langer wegbleef dan normaal, om vervolgens een ridder mee te nemen? Hij wist hoe erg Tosh ridders minacht, dus er was duidelijk wat gebeurd. Terwijl zijn vrouw Ceren ontdeed van zijn uitrusting om de wonden te vinden, begon Raigan vragen te stellen; “Ik denk dat je weet dat wij hier geen ridders accepteren, maar als Tosh je hier durft te brengen moet je wel een indruk hebben achtergelaten.” Raigan moest grinikken; “Heb je hem soms laten zien hoe je een diertje dood?” Raigan kon toen het niet meer inhouden en barstte in een luid lachen uit.
Ceren grijnste ook even voor hij een schreeuw van pijn losliet, maar legde toen alles uit aan Raigan. Van zijn missie tot de capriolen die Tosh uitvoerde bij de mijn.
Raigan stond verbluft te luisteren naar Ceren’s verhaal en keek met lichte ongeloof; “Je beweert dat Tosh je redde van een van de plunderaars, vervolgens jou meenam en daarna de mijn in vlammen zette voor mijn zakken met kolen? Hij is nog erger dan ik dacht.” Raigan glimlachte voor hij bedroefd uit het raam keek; “Coalin... Ik hoop voor jullie dat dit onderzocht wordt en dat jullie daadwerkelijk die orcs verjagen. Ze zijn al sinds ze in een dorp verderop voor onrust eruit getrapt zijn onrustig en roven van verscheidene reizigers en handelaren, maar nog nooit hebben ze echt een moord gepleegd. Nu ze dat doen, is het meteen de oude Coalin... Wat weet je over ze?”
Ceren kon tussen enkele pijnscheuten uitleggen wat hij wist; “Nadat onze Landheer Mushan van Nightfall hoorde van de plunderingen heeft hij onze divisie riching de Orcen Forest gestuurd. Ik ben een van de verkenners en werd overvallen. Ze verzamelen zich in de bossen om vervolgens in plaats van plunderen dropen te gaan verwoesten. Andere verkenners zijn vast veilig terug de bevelhebber, dus deze opstand zal snel de kop in gedrukt worden. Ik zal ook terug moeten keren naar mijn divisie nadat ik genezen ben.”

Een paar minuten later Tosh binnen met de plaatselijke genezer, vrouwe Balinda. Balinda twijfelde geen moment en begon zich te ontfermen over Cerens’ wonden.

Tosh stond in de kamer te kijken naar hoe Balinda bezig was Ceren te verzorgen. Plots voelde hij een por op zijn schouder, het was zijn vader die hem met een handgebaar aangaf dat hij hem moest volgen. Tosh zuchtte zachtjes en liep met zijn vader mee.
Toen ze ik de keuken waren, viel Raigan uit naar zijn zoon; “En waar was jij mee bezig? Had je niet gewoon je kolen kunnen halen? En zelfs al was Coalin overvallen, had je dan niet verstandig genoeg kunnen zijn om gewoon terug te keren en het slechte nieuws te melden?”
Tosh viel hem in de rede; “Ik kan niet niet een gewonde aan zijn lot overlaten? Vader, hij mag dan een ridder wezen, maar een goed mens beschermt zijn medewezens, goed of kwaad.” Tosh grinnikte; “En je hebt tenminste je kolen.”
Raigan zuchtte, en keek Tosh daarna meer bezorgd aan; “Dan had je toch niet alsnog naar de mijn moeten gaan? De ridder sprak over zeker twintig Orcs Tosh, twintig! Is het je helemaal in je bol geslagen!? Je bent te avontuurlijk voor je eigen gezondheid. Ik heb besloten je naar je broer te sturen om onder leer te gaan bij dezelfde smid. Die zal je het leven wel bij-” Raigan stopte met praten toen hij merkte dat Tosh al weggerend was naar buiten. Hij zuchtte en keek om zich heen, wat was het toch met die knul? Er zat niks anders op dan hem te geven wat hij verdient, maar dan zou hij het eerst met een ridder moeten praten. Raigan pakte een kleien pot gevuld met een pasta en een brood, vervolgens liep hij de woonkamer weer binnen.

Tosh was woedend. Hij zat aan het beekje van de Roth en staarde naar het drukke, speelse water. Waarom kon hij niet zo vrij zijn als het water? Water volgde gewoon de stroming en leerde daarmee de wereld te kennen, de wereld die Tosh ook wil kennen. Wat kan hij doen tegen de beslissing van zijn vader? Een Nailheart doet altijd wat het beste is voor een ander, dus had hij toch gelijk? Moest hij maar gewoon naar Ronan en toezien hoe zijn broer beter was dan hij? Tosh pakte zijn dolk. Die dolk was het enige geslaagde werk dat hij ooit heeft verricht naast hoefijzers. Hij was er trots op, maar het is maar van lage kwaliteit en kon het nooit goed gebruiken in een eerlijk gevecht. Hij zou neergeslagen worden en vervolgens opgegeten. Dus eigenlijk zat er weinig anders op dan naar zijn vader te luisteren.

In de avond at Ceren mee met de familie Nailheart, hij voerde een uitbundig gesprek met Tosh’ moeder. Het ging over het algemeen over ditjes en datjes en had niet echt een leidraad die je kon volgen. Tosh zijn zijn zusjes waren ademloos aan het staren naar de blonde ridder, duidelijk helemaal weg van hem. Tosh kon wel braken van walging.
Het ging nog even zo door, tot Raigan ineens in zijn handen klapte, een teken dat de familie -en gasten- moesten opletten voor wat hij nu ging zeggen. Raigan nam diep adem en begon te spreken, kijkend richting de muur; “Nailhearts en gast. Ik heb als vader en oudste van de familie besloten dat Tosh net als Ronan onder de leer gaat bij de smid in Fallcrown, de heer Metzen. Na lang overleg met jullie moeder en onze gast, de ridder, dat we hem een bootpas kopen om over de Roth te kunnen naast proviand voor 5 dagen. Hiernaast zal ik zo vrijgevig zijn nog een paar verrassingen mee te geven.” Raigan keek nu naar Tosh; “Weet dat dit voor je eigen bestwil is.”
Tosh reageerde niet en keek kwaad naar zijn bord. Zijn jongste zus, Seline, begon daarintegen duizenden vragen te stellen over hoe en waarom. Ceren en Raigan gaven anwoord, maar Tosh negeerde haar. Wat zou zij er van kunnen weten, ze is ook maar een stom meisje. Wat zou een meisje nou kunnen snappen van heldendaden en de wereld helpen, uiteindelijk gaan ze toch allemaal moeder worden en geen zak uitvoeren. Stelletje domme wichten dat het zijn.

Een paar dagen later was het zover, de kar stond volgeladen en zijn trouwe ezel stond al startklaar. Nu miste alleen maar Tosh.
Ceren was gisteren opgehaald door ingelichte collegaridders. Een van hen, die zich voorstelde als Hogar, gef hem een oorkonde en pasje. Met de oorkonde was hij officieel een redder in nood en met de pas kon hij betaald overnachtten in een stad voor vijf dagen. “Als je ooit nog naar de stad moet. Hiermee krijg je een van de beste herbergen voor je aan het buigen, gebruik hem verstandig!” De pas was geldig voor het komende kwartaal.
Tosh keek even naar het pasje. Het komende kwartaal? Daar had hij alleen wat aan als hij gewoon naar de stad reisde en zijn vaders’ wensen negeerde. Een waardeloos iets dus, maar als hij toch besloot te gaan kon hij tenminste ergens terecht.
Toen Tosh toch echt voor de kar stond sprong zijn moeder in zijn armen en begon ongecontroleerd te huilen; “Beloof je terug te komen als je klaar bent?” Ook Raigan zag er zeer bedroefd uit. Terwijl die vaak langsging bij Metzen, ‘zal ik ooit vaders snappen?’ dacht Tosh bij zichzelf. Seline was verderop met vriendinnen aan het spelen en de oudste was vast nog in haar kamer, druk bezig met weet ik niet wat.
Nadat Tosh afscheid had genomen en het dorp uit was, keek hij wat er in de kar geladen was. Hij zag vijf tassen liggen, waarvan een met een kaartje in een sierlijk handschrift. Tosh besloot te stoppen bij een beek en keek in de tassen. Hij kon zijn ogen niet geloven.

In drie tassen zat proviand, en in de vierde zat vijf dolken en Cerens’ zwaard. Daarbij lag er wat draagbaar leer wat als zelfverdediging kon dienen. Er lag ook een briefje in, maar hij kan niet lezen. Alleen de rijken konden dat.
In de vijde tas lag een buidel gevuld met gouden munten, wat papieren die erg officieel leken en als klap op de vuurpijl zat er nog een set dure kleren in.
Wat betekende dit? Tosh was verward. Waarom krijgt hij een wapenuitrusting? Waarom krijgt hij een zak vol geld en dure kleding? Dit alles leek wel alsof-
Maar natuurlijk.
Zijn vader stuurde hem niet naar Ronan, maar liet hem de wijde wereld in gaan. Maar waarom? Was hij er niet zwaar op tegen? Tosh volgde het allemaal niet meer. Maar hij moest zijn vader gehoorzamen, en dat ging hij zeker doen.
Een van de papieren bleek een kaart, met Ravandale aangeduid, samen met een kruis voor de rivierovergang en een lijn naar een stad genaamd Nightfall. Moest hij daar maar heen? Hij kon nu weinig anders doen. Verderop zag Tosh een kleine waterval, daar kan hij zich nog even wassen voor hij doorreisde. Reizen in een onbekende wereld.

In Ravendale was de smid gesloten door ziekte. In werkelijkheid was Raigan Nailhart te beroerd om te werken, hij kon zijn zoon misschien niet meer terugzien. Toch wist hij dat hij Tosh kon vertrouwen, Tosh keert wel terug, dat heeft hij altijd gedaan. Met een glimlach weende hij verder, klaar voor een wereld zonder zijn zoon.

Ondertussen, helemaal aan de andere kat van Mesperia, liep er een donkere gedaante door de straten van een houthakkersdorpje. In Woodstock was het rustig en het gestalte liep richting de deur van de herberg ‘Het Natte Hout’. Toen hij de deur opendeed hoorde hij een vrouwenstem; “Ah, Edna! Je bent er weer. Laten we meteen beginnen met de bespreking.”
Edna stapte binnen en keek naar de vrouw, ze had wit haar en lichtblauwe ogen. Ze had een slank doch gevuld figuur en straalde het geluk zelve uit. Edna keek haar aan met zijn groene ogen; “Goedenavond Sentris, laten we inderdaad meteen beginnen. Noxin kan niet lang wachtten.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen