Foto bij Two.

Alexis Carter.

Het warme water stroomt over mijn lichaam. Ik geniet ervan en zeep me van top tot teen in, langzaam spoel ik me af en herhaal dit tot ongeveer vijf keer. Ondanks ik weet dat ik echt niet meer vies ben, voel ik me dat wel. Als ik uit de douche stap, zorg ik er als eerst voor dat de spiegel niet meer beslagen is door er met mijn hand een paar keer over heen te gaan. Triest staar ik naar mezelf. Ik zie er verschrikkelijk uit. Diepe wallen, ingevallen wangen door het voedseltekort van de laatste dagen en een bleke, bijna geelachtige huid. Spottend lach ik naar mezelf. Mijn lichaam is sterk vermagerd. Alsof je me een tikje kan geven en ik uit elkaar val. Ik laat mijn wijsvinger over mijn lichaam glijden en streel zacht heen en weer over mijn uitstekende ribben. Gatver, ik ben nooit echt dik geweest, altijd normaal of slank maar dit was wel heel erg magertjes. Een zucht verlaat mijn lippen en ik draai mezelf weg van de spiegel om te voorkomen dat ik in een nog diepere depressie raak – als dat al mogelijk is. – Met de zachte handdoek droog ik mezelf af. Als ik langs het litteken op mijn heup kom slik ik even en ga er voorzichtig overheen met de handdoek. Een hele reeks oude beelden en herinneringen schieten aan mijn ogen voorbij en voordat ik er iets tegen kan doen schieten de tranen in mijn ogen. Ruw veeg ik ze weg. Ik haat het, elke keer als ik het zie verafschuw ik mezelf en word ik geconfronteerd met hoe het was, ik wil het niet meer. Alles voor mijn ogen wordt wazig door de tranen en zonder dat ik er bij nadenk geef ik mezelf een ferme tik op de plaats van het litteken. Auch, het kwam harder aan dan ik verwachtte en even lijk ik wakker te schrikken. Alsof ik de baas ben, alsof ik die herinneringen uitlach en ze verjaag. Een grijns ontstaat op mijn gezicht. Ik pak de onderbroek en alle kleren die ze klaargelegd hadden en trek ze aan. Een truttig bloesje met een nette witte broek. Godzijdank zie je in dit bloesje niet hoe sterk ik vermagerd ben. Ik open de badkamer deur en loop het slaapkamertje binnen. Het valt me mee, alles valt me mee. Ik had verwacht dat er tralies zouden zijn, dat ik 24/7 bewaakt zou worden. Niets is minder waar. Het is gewoon net een hotelkamer. Zuchtend zak ik neer op bed. Ik denk eventjes na maar neem dan een besluit. Resoluut pak ik mijn oude mobiele telefoon en tik een nummer in.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen