Foto bij 01.8

It's hard to believe everything will be alright when you're not here with me

      De foto’s werden genomen en ik werd naar een kamer gebracht. Over enkele uren zou ik weten wat er mis met me was.
Mijn gedachten flitsten naar Ashley, ik wou haar niet kwijt. Ze was mijn beste en enige vriendin. De enige die me kon helpen als ik ergens mee zat, de enige die ik kon vertrouwen. Ze was mijn beste vriendin, mijn maatje. We waren twee handen op een buik, een paar hersenen, twee lichamen. Als ik haar kwijt zou geraken, zou de aarde onder mijn voeten wegschuiven en ik zou vallen, eeuwig vallen in een put van verdriet. Het hoefde niet zo ver te komen. Ze kon nog genezen, erbovenop komen. Ze kon beter worden. Ze werd beter!

      De volgende uren kropen voorbij. Mijn ouders werden gebeld en al snel stonden ze naast mijn bed. Voor een keer na een lange tijd, waren ze samen in dezelfde kamer. Of tenminste, zonder ruzie te maken. Vroeger konden ze beter met elkaar omgaan, maar sinds mijn vader hertrouwd was deden ze alles om elkaar een mes in de rug te steken en ik deed vrolijk mee. De spanning tussen mij en mijn ouders was gespannen, ik kon niet bij hen in de buurt zijn zonder ruzie te maken.
Er hing spanning in de lucht. Als mam of pap een woord zouden zeggen, zou de oorlog zich ontketenen. In de tien minuten dat ze hier zaten, hadden ze nog geen woord gezegd. Ik was te koppig om te spreken, te moe om hun gebekvecht aan te horen. Pap draaide onhandig met zijn vingers, opende zijn mond een paar keer om iets te zeggen, maar er kwam geen geluid uit zijn mond. Mam keek een beetje rond, maar deed niets, zei niets en meed mijn vaders blik. Ik begon er genoeg van te krijgen.
“Als je toch niets gaat zeggen, waarom ben je dan gekomen?” Mijn stem klonk ijziger dan ik bedoeld had.
“Omdat je in het ziekenhuis ligt meisje,” mompelde pa.
Mam vertelde bijna hetzelfde.
Ik rolde met mijn ogen en keek naar de andere kant van de kamer.
“Goedenamiddag iedereen,” zei de dokter die blijkbaar was binnengekomen en schudde mijn ouders de hand. Hij begon een hele uitleg waar ik geen woord van verstond. Mijn moeder zag mijn rare gezichtsuitdrukking en begon te lachen. Voor haar was het simpel, ze werkte zelf in een ziekenhuis.
“Het komt erop neer dat je spieren verrokken zijn, maar niet erg. Een weekje op krukken zou dat moeten verhelpen.” Een glimlach sierde haar lippen.
“Je mag naar huis op de voorwaarde dat je het even rustig aan doet. Niet sporten, een week op krukken, daarna mag je zonder lopen, als je er dan nog last van hebt kom je terug, dan bekijken we hoe we de pijn kunnen oplossen. De wonden minstens twee weken verbonden houden, om de twee dagen een nieuw verband. Dat is om het hygiënisch te houden. Je ontslagpapieren komen er zo aan,” zei de dokter en wenkte mijn vader en moeder op de gang.
Ik kon niet verstaan wat ze zeiden, maar dat hoefde voor mij ook niet, ik mocht naar huis. Dat was het belangrijkste. Mijn balletpakje was doordrongen met bloed, ik hoopte maar dat ik het er nog uitkreeg. Mam had andere kleren voor me meegenomen.
Toen mijn ouders weer binnenkwamen stonden hun gezichten bezorgd. Geen idee waarom.
“Je gaat naar je vader deze vakantie,” mompelde mam. Haar stem klonk koud, wat had ik haar misdaan?
“Mooi niet!” riep ik kwaad, ”ik slaap nog liever op straat. Ik ga niet naar pap.” Het maakte me niet uit dat ik hem kwetste, hij had mam gekwetst, mijn zussen gekwetst en mij ook door te hertrouwen, amper een maand na de scheiding.
“Je gaat. Punt uit.’

Reageer (2)

  • Candela

    Waarom moet ze nu ineens weg? Dat is echt te rot voor woorden hé. D;

    1 decennium geleden
  • ASDFGHJKLOVE

    hoop dat ze snal weer kan dansen, het is echt kut als je door blessure niet kan sporten D:
    en ik zou ook niet naar mn vader gaan (a)

    xx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen