Nadat Tosh zich had gewassen keek hij nogmaals naar de kaart. Hij kon niet lezen en snapte dus erg weinig van de landkaart. Hij snapte wel dat de X voor Ravendale stond en dat de lijn de weg naar Nightfall was. Maar waar was hij nu?
Tosh zag links van hem het bos, dus was hij naar het noorden gelopen. Dat betekende dat hij naar rechts moet, richting de Roth. Hij hijste zichzelf op zijn kar en liet de ezel naar het oosten reizen. Onderweg kon hij zijn ogen niet geloven van de schoonheid die de natuur had, overal waren er wonderschone planten en boompjes, waarom was hem dat nooit eerder opgevallen? Hij mocht van zijn vader tot aan de rivier en de bosrand komen, dus had hij hier vaker kunnen lopen. Tosh boog zijn hoofd van interne schaamte, had hij al zoveel kunnen genieten van de wereld? Een kleine vlaag van heimwee overviel Tosh, maar hij wuifde deze weg. Twijfel bij een keuze als deze is overbodig en het maakte hem alleen maar zwakker. Verderop zag Tosh de rivier Roth al en gaf zijn ezel een commando om harder te gaan. Tot er plots een onmenselijke schreeuw te horen was. Tosh herkende het als een Orc, en deze was vlakbij. Sterker nog, hij hoorde de schreeuw steeds harder en luider, alsof het recht op hem afkwam!

Uit het niets hoorde Tosh nog meer Orcs, ze kwamen steeds dichterbij, hij werd overvallen!
Tosh hoorde het brullen van achter hem en van de zijkanten komen, de enige uitweg die hij had was richting de rivier en daar kon hij niet overheen zonder veerpond. Wat moet hij doen? Uit paniek pakte hij zijn zwaard en een dolk, hij plaatste de andere dolken in een houdertje in een riem dat erbij zat. hij keek naar zijn leren borstplaat en broek en ging op de kar staan, nerveus en afwachtend.
De Orcs verschenen vanuit de bosjes en focuste zich op Tosh, die uit reflex een dolk gooide richting en van zijn belagers. Deze miste echter en de dolk viel verderop op de grond. Tosh greep snel een tweede dolk en maakte een aanloop voor hij recht op een van de Orcs afsprong.
Deze zag dag niet aankomen en mocht dat bekopen met een dolk in zijn hersenpan. Hij maakte enkele afschuwlijke gorgelgeluiden voor hij levenloos opde grond viel. 'Ja! Als het zo doorgaat lukt dit mij wel, een neer, nog vijf te gaan!'. Tosh trok zijn dolk uit de Orc en sprintte naar de dolk die verderop lag, maar voor hij deze bereikte werd hij besprongen door een zwijn. Een van de getrainde dieren van de Orcs.
Tosh kon nu geen kant meer op, zijn zwaard werd vastgedrukt en zijn dolk was uit zijn hand geslagen. De Orcs maken een soort kreet van overwinning en pakken hun knuppels. Langzaam lopen er twee op hem af , die uitdagend met kun knots op hun lege hand tikken. Tosh deed het in zijn broek van angst, zou het hier al eindigen, nog niet eens 24 uur na zijn vertrek uit Ravendale?

“Flame Crash!”
. Uit het niets landde een mensengroot projectiel op de twee Orcs, Tosh zag een jongen met een apart soort zwaard, het leek wel een stuk kaak. De jongen maakte vervolgens een zwiep met zijn wapen en ontdeed het zwijn van zijn hersenen. Hierna rende hij op de resterende drie Orcs af en maakte met een vuurshow deze ook dood. Toen Tosh opstond sloeg hij zijn wapen vast in de grond en liep op Tosh af. De jongen was nu beter te zien.
Hij was makkelijk achtien jaar, had kort bruin haar en was een halve kop groter dan Tosh. Hij was stevig gebouwd en zijn grijze ogen spatte een heroische blik uit. Hij stak een hand uit en stelde zich voor; “Merthen Stormblade van het dorp Morton, aangenaam! Wie mag jij wezen?” Hij trok een betrouwbare glimlach en keek Tosh hoopvol aan.
Tosh, totaal verbijsterd door de kracht die Merthen zojuist rustig losliet op zijn sterke belagers en nu doet alsof er niks aan de hand is, nam de hand een en probeerde zo normaal mogelijk te antwoorden; “T-Tosh Nailheart, zoon van de dorpsmid Raigan Naiheart uit Ravendale, sinds kort reiziger op zoek naar avontuur.”
Merthen liet zijn hand los en keek hem even goed aan, draaide helemaal om Tosh heen en grikkikte daarna; “Het is zeker te zien dat je niet lang in de wijde wereld leeft! Je laat je zelfs zo simpel overompelen door een verzameling kanonflodder met hersenen gelijk aan die van een zalm op het droge. Moet je ook zien hoe statisch en vooral onlogisch je wapen combinatie is. Je kent de basis niet eens zeg, dat betreurt mij wel erg. Maar hé, waar was je van plan heen te gaan met je... Voorraad?”
Tosh legde vervolgens alles uit aan Merthen, van het begin met Ceren tot op de overval van de Orcs; “Maar hoe deed je dat? Je kwam vanuit het niets en versloeg ze in een oogwenk! En nog met zulke koele technieken! Dat wil ik ook ku-”
Merthen onderbrak hem en legde een vinger op Tosh' mond; “Les een van strijders en reizigers: Ontwikkel een eigen stijl, kopiëer nier klakkeloos van anderen. Hoe kan je je anders fijn voelen met je manier van overleven? Tosh, stel je voor: Je hebt een gigantisch leger getrainde soldaten, ze hebben jaren geoefend om voor hun veldheer te kunnen vechten, toch zijn ze elk uniek in stijl. De een wil misschien wat defensiever achter zijn schild hangen, terwijl de ander het als tweede wapen gebruikt. Misschien grbuikt iemand wel een gigantisch zwarad en zwaait her er maar wat wild mee rond,” Merthen lachte; “zoals ik dus eigenlijk. Maar goed, geen enkele soldaat is hetzelfde, ze hebben desondanks wel dezelfde lessen gehad. Die kregen ze om de basis te krijgen en van daaruit verder te groeien tot een sterker persoon, niet om allemaal heel standaard te slaan en te weren. Een echte strijder doet dat niet, ze vechten elk uniek, zoals we allen geschapen zijn. Uniek.”

Tosh stond van verbazing te staren richting Merthen. Op het ene moment werd hij overvallen door een setje Orcs en daarna werd hij gered door die Merthen, die hem vervolgens een levensles leerde. Nog voordat Tosh kon reageren stond Merthen al bij de orcs en inspecteerde ze. Uit het niets gooide hij iets richting Tosh; “Hier, vang!”
Tosh reageerde instinctief door te ontwijken terwijl het object tegen in een boom vloog, toen hij zich omdraaide zag Tosh een klein zwaard in de boom steken, hij trok deze er paniekerig uit en begon tegen Merthen te schreeuwen; “Ben je gek!? Dat had mij kunnen doorboren!” Tosh merkte dat Merthen hem totaal negeerde en met iets heel anders bezig was.
Merthen was ondertussen bezig met een Orc lijk. Hij pakte enkele knuppels en liep naar een rots, daarna begon hij de Orc op een bepaalde manier neer te zetten. Nadat hij hiermee klaar was zag je de Orc in een denkende houding zitten, hoofd gebogen om zijn vuist starend naar de grond; “Deze noem ik: De Denker!” Merthen lachte en liep naar een ander lijk toe, deze onthoofdde hij met een onplesant geluid en stak het hoofd in een knuppel. Deze stak hij in de grond en begon aan het gezicht te friemelen. Uiteindelijk leek het alsof de Orc aan het lachen was, met zijn hoofd op een stok die in de grond zat.
Daarna pakte Merthen zijn aparte wapen en keek met een grijns naar Tosh; “Nu heb je wat meer balans in je wapens. Twee zwaarden, je rechter langer dan de linker, is stukken sterker dan een dolk en een zwaard, neemt niet weg dat die vrij nuttig kunnen zijn! Je hebt er nu zes in je riem zitten en je zevende zit nog in die boom daar.” Merthen wees op een boom waar een dolk in verankerd zat; “Laat eens zien wat je waard bent zonder enkele vorm van training, geef me alles wat je hebt!”
Tosh stond verbijsterd te kijken naar de capirolen die Merthen zojuist uithaalde, daagde hij mij net uit voor een duel? Tosh wist dat hij dit zou verliezen, maar hij wist ook dat hij niet dood zou gaan. Dat zou te ironisch zijn. Met twijfel verstevigde Tosh zijn grip op zijn zwaarden en keek enkele seconde naar de houding van Merthen.
Merthen stond er vrij relaxed bij, met zijn wapen in zijn rechterhand rustend op zijn schouder: hij stond volledig open. Als Tosh sneller was dan hem kon hij hem daadwerkelijk bedreigen met een aanval. Tosh greep in een flits een dolk maar liet deze vallen omdat hij hem niet goed kon vastpakken; “Fout, fout, fout! Denk eens na Tosh, je kan geen wapens vastpakken als je al iets in je hand hebt... Ik zal dan maar openen!” Merthen voegde woord bij daad en sprong direct op Tosh af, deze sloeg uit reflex met zijn linkerzwaard het wapen van zich af en maakte een stekende beweging met zijn rechter. Merthen spinde naar links en ontwook hiermee de steek. Als reactie op de spin maakte Merthen een slag terwijl hij in een tolbeweging zat. Tosh kon deze net met twee zwaarden blokkeren, maar werd toch naar achter geblazen. Tosh zette zijn voeten stevig op de grond en bewaarde zijn balans; “Niet slecht, niet slecht! Eens kijken of je ook deze kunt pareren, Flurry of Flames!” Uit het wapen van Merthen schoten enkele spinsels van vuur die dansend op Tosh afvlogen, deze blokkeerde een aantal spinsels en ontwook de anderen, maar vergat Merthen. Uit het niets voelde Tosh een hand zijn rechterarm vastpakken. Tosh bukte en maakte een zwaai met zijn linkerarm, Merthen liet los en nam een stap terug; “In een echt gevecht was dat je eind, Tosh. Les 2: Nooit van je tegenstander wegkijken, dat kost je je leven.”
Tosh draaide zich om en zag Merthen een slag omhoog maken, in reflex kon Tosh deze net ontwijken, maar hij zag een zweep van vuur verschijnen uit het wapen. Deze raakte Tosh volledig op zijn lichaam en liet hem achterover vallen. Eenmaal op de grond zag Tosh het wapen van Merthen op zich gericht; “Schaakmat Tosh, ik heb genoeg gezien.” Merthen reikte een hand naar Tosh en hielp hem omhoog. Tosh voelde dat hij een lichte brandwond had opgelopen van de laatste aanval. Merthen begon deze te verzorgen en vertelde ondertussen wie hij was; “Tosh, zoals ik al zei ben ik Merthen Stormblade van Morton. Morton is een dorpje vlak aan de noordelijke kust van Mesperia. Mijn volk is een volk van strijders en jagers. Voor eeuwen zijn het onze mensen die aan het hoofd van het leger staan. Ruwe generalen met inzicht en kracht, elk een zware tegenstander die niet voor de dood bang is. Maar de huidige koning blijkt totaal geen interesse te hebben in het volk en zijn welzijn, hierdoor brak hij ook het contract met ons waar hij ons elk moment kon oproepen in geval avan een bedreiging. Nu interesseert mij dit allemaal helemaal niks, maar dat is een ander verhaal.” Merthen zuchtte; “Zoals elk fatsoenlijk volk hebben we een leer van vechten uniek aan ons. Wij van Morton worden door onze grootmeesters getest op bepaalde krachtbronnen en zo ga je onder leer bij een van hen, ik bleek geen speciaal talent te hebben...” Merthen leek wel in schaamte weg te kijken.
Tosh, genietend van het zachte geneesmiddel en Merthens verhaal, keek hem met verbasing aan; “Geen speciaal talent? Ben je dan geen soort magiër? Je schoot vuur en alles! Je kwam bijna letterllijk uit de lucht vallen en je deed al die coole trucjes en-”
Merthen onderbrak hem; “Dat komt alleenmaar door deze,” Merthen pakte twee rollen uit zijn tas; “Deze twee rollen zijn geschreven van vers drakenbloed. Zie je de runen? Deze geven de rol de kracht om het element van de draak over te nemen in een voorwerp of lichaam. Deze bronnen zijn praktisch onuitputbaar en stoppenpas met werken na 20 jaar. Ondertussen heb ik dan wel een dezelfde draak gedoo-” “Je hebt een draak gedood!?” Tosh schrok en sprong overeind; “Een echte draak? Je bedoelt een levensecht monster, ter groote van vier huizen en met een vuurkracht van 500 pijlen? Meen je dat jij krachtig genieg bent of hele draken te velden? Zo cool!”
Merthen staarde overschillig terug; “We worden getraind als specialisten om draken te doden, ik ben een Dragonslayer. Ik gebruik de aspecten van draken tegen hen en mijn volk reist door Mesperia als huurlingen om draken en andere monsters te doden. Mijn specialiteit is dus grote, vaak domme wezens die erg stevig en ruw zijn gebouwt en nogal direct en hard aanvallen. Mijn versie van onze leer van Morton is om dezelfde offensive en ruwe aanvalsstijl tegen hen te gebruiken. Ik noem mijzelf, naast een ongetalenteerde gek, officieel een Dragon Warrior, iemand die het ruwe van draken in zijn eigen arsenaal steekt en tege hen gebruikt. Geeft een gigantische kick hoor!”

Toen Merthen klaar was met het verzorgen van Tosh, bood hij aan samen met hem naar Nightfall te reizen, ook accepteerde hij dat Tosh de basis van hem zou leren. Ze staken de Roth over en trokken samen in enkele dagen naar Nightfall, waar ze samen op zoek naar werk zouden om inkomen te krijgen en om te leren van deze ervaringen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen