Chapter 6 'Assasination'
‘Ik wil nu toch echt eens weten wat er zo speciaal is aan die boeken... Ook de staf is mij maar een apart geval.’ Melina zat in een kar te staren naar de lege pagina’s die haar boeken hadden. Niemand in haar familie wist wat deze boeken nou zo speciaal maakte, ze waren leeg! Hoe meer Melina er doorheen bladerde, hoe geïrriteerder ze er van werd. Ze legde het boek weg en pakte het notitieboekje van haar vader: Gevuld met onzin en waardeloze feiten. Het notitieboekje bevatte erg weinig informatie over spreuken en erg veel informatie over hoe stom de docenten waren en hoe graag hij van deze school wou. Melina zuchtte, haar vader was niet bepaald de beste man op aarde. Soms vroeg ze zich af of hij daadwerkelijk haar vader was, hetzelfde gold voor haar moeder. Ze verschilde heel erg in uiterlijk en innerlijk.
Haar moeder had bruin haar en bruine ogen, ze was een erg beschaafd mens dat zeer weinig te maken wou hebben met de armere omgeving. Ze vond haarzelf boven haar dienstmeisjes en butlers staan en vond Melina maar raar dat ze met deze praatte. Ze mocht haar moeder niet echt, ze was te netjes en met haar ego kon je de zeespiegel van de Sea of the End een meter laten stijgen. Haar vader was een man die vooral bezig was met zijn werk, dat vooral bestond uit zitten en lachen met de ministers over nutteloze zaken. Hij had zo lang ze kon herinneren grijs haar en blauwe ogen en was nu erg kaal. Ook erg dik, maar dat interesseerde haar niet zo.
Ze pakte een spiegel en keek er in, zijzelf zag er heel anders uit. Ze streek haar hand door haar lichtblonde haren en staarde even diep in haar mysterieuze grijze ogen. Haar moeder was ook al op haar leeftijd heel anders gebouwd. De beelden lieten een erg gezet meisje zien. Zijzelf was heel dun en bezat niet veel massa, zeker niet bij bepaalde delen. Toen ze haar witte gewaad in de spiegel zag moest ze bijna kotsen, wat was dat lelijk! Ze kon zo bij die verhalen over tovenaars die naar een geheime school gingen en een stom lang zwart gewaad moesten dragen, alleen was die van haar wit en droeg ze zo’n lelijke puntmuts waar ze een heks mee kon zijn.
Melina verveelde zich dood, haar klasgenoten waren met zijn allen kleine spelletjes aan het spelen of rotzooide met de basis magie, zoals wie het grootste balletje magie kon maken. Ze kroop naar de achterkant van de karavaan en keek naar het paard dat de kar achter hen voorttrok. Links en rechts kon je de uitgestrekte steppe zien van de Deserted Plains. Het was haar wel duidelijk dat als je daar belandde, je niet echt kon overleven. Er waren geruchten dat er gevaarlijke beesten leefden ter grote van huiskamers. Ze rilde bij de gedachte om een gigantische wolf te zien, ze kroop instinctief ineen. Hoe lang zou deze rit nog duren? Ze verveelde zich dood.
‘Gevonden!’ Een man rond de achtentwintig jaar zweefde over de uitgestrekte steppe van de Plains. Zijn wilde vuurrode haren leken wel te gloeien van enthousiasme. ‘En niet vergeten Fulgen, Sentris zei dat je alles mocht opblazen. Laten we beginnen!’ Fulgen vloog dichterbij de karavaan en zwaaide met zijn arm; ”Flames of unending destruction, lay waste to my foes and bring down the eternal fires, “Burst of Everlasting Fire!”” Een gigantische golf van vuur vloog op de voorste wagen af en wierp deze omver. De kar vloog zeker tien meter naar achter voor er niks over was behalve as; “Magiërs van de karavaan! Laat mij mijzelf voorstellen, ik ben Fulgen. Ik geef jullie een minuut om jullie over te geven of ik zal jullie net als jullie lieve vriendjes laten vergaan in as!” Fulgen landde en vuur begon in een radius van vier meter om heen te draaien als een draaikolk van verzwelgend vuur. Het vuur verborg Fulgens verschijning bijna helemaal en als het Fulgens gezicht zag, kon je een gigantische grijs onderscheidden die je ribbenkast kon laten bibberen van manie. Hij lachte luidkeels en zette zijn duim en middenvinger op elkaar. Hij maakte zijn hand daarna weer open en een staaf gemaakt van vuur verscheen. “Flame Rod”, Fulgen gooide de staaf over de karavaan heen, de staaf vloog dertig meter ver en om de impact resulteerde dat in een gigantische explosie waar Fulgen de warmte van kon voelen; “Heerlijk, een vuurtje bij je lunch. Het zou jammer zijn als jullie op mijn menu zouden verschijnen als een broodje as, ik wacht nog vijfenvijftig seconden!
Melina schrok enorm toen ze een explosie hoorde. Haar klasgenoten raakten allemaal in paniek en gingen vrijwel gebukt zitten met de handen op hun hoofd. Sommige meisjes begonnen te gillen, maar Melina bleef juist stil om te voorkomen dat ze opviel. Toen ze naar buiten keek zag ze rechts een soort vuurstok op de grond vallen die ontplofte in een angstaanjagende vuurpilaar. Ze gokte dat de diameter van deze pilaar zeker zeven meter was. Net toen ze de hoop opgaf hoorde ze een leraar schreeuwen; “Wij zijn niet zo makkelijk van ons stuk te krijgen, monster!” Vervolgens hoorde ze meerdere mensen een spreuk chanten. Ze hoorde een hard gelach komen van een zware mannelijk stem; “Noemen jullie dat magie? Laat mij jullie introduceren een mijn lieve vuur des doods!” Melina zag daarna een gigantische vuurzee over de kar achter haar gaan. Ze hoorde gegil uit de kar komen en sprong uit haar kar. Vervolgens probeerde ze zo ver mogelijk weg te rennen van de wagens vandaan. Zou ze hier sterven, was haar verhaal nu al over?
Ze rende in de richting van Nightfall, toen ze snel rechts keek zag ze een draaikolk van vuur met daarin vermoedelijk een man. Ze wou niet weten wat of wie het was, zolang ze maar zo snel mogelijk weg van hem was.
Terwijl Melina zo hard rende als ze kon, ze zette haar staf vast aan een soort riem op haar rug en ze keek naar de tas die ze met haar linkerhand vast hield. In de tas zaten haar boeken en wat eten waar ze een dag op kon uithouden. Toen ze om haar heen keek zag ze de karavaan niet meer, maar uit het niets ontstond uit die hoek een enorme explosie met een gigantische vuurbal. Ze hoefde niet lang na te denken om te beseffen dat de karavaan in vlammen was opgegaan. Ze was de enige overlevende. Ze rende nog verder door en probeerde niet te stoppen, ze wou zo ver mogelijk van het vuur af zijn.
Fulgen zocht door de as naar sporen van de Staff, maar zonder resultaat. ‘Wat is dit? Je gaat niet menen dat Sentris mij zou bedriegen!?’ Uit frustratie ontvlamde alles om Fulgen heen en keek hij woedend naar de asresten. ‘Misschien is ze niet hier, maar op haar school in Lightdawn. Dan mag ik daar alles opblazen!’ Fulgen maakte een klein sprongetje bij het idee van een hele stad in vlammen te mogen zetten. Hij pakte wat as en sloot zijn ogen.
Fulgen zag een hoop tieners die in rijen naar de karren liepen. Zijn gedachten dwaalde af naar of zijn haar wel goed zat en hij keek even naar de grond en zette zijn beha recht. Zijn zicht ging toen naar zijn toverstokje en keek toen naar de jongen waar hij stiekem een oog je op had, zou hij nou eens voor hem opvallen? Fulgen opende zijn ogen en maakte een braakbeweging; ‘Het as van een tienermeisje is echt erg zeg, laat ik nu eens wat ander as zoeken’. Hij liep naar een andere hoop en pakte deze, opnieuw deed hij zijn ogen dicht. Hij was een kar en zag een meisje met een witte staaf. Ze was in een boek aan het bladeren en pakte toen een spiegel. Daarna zag hij haar schrikken van een explosie en uit de kar kijken, toen pakte ze haar tas en rende richting het westen.
‘Hebbes, er achter aan!’ Fulgen liet het as vallen en zette zichzelf schrap, alsof hij in startblokken ging staan. Daarna begon hij te rennen en in zijn kielzog liet hij een lijn van vuur achter. Vervolgens maakte hij een sprong en vloog op hoge snelheid over de Golden Road, naar het westen.
De hitte was nog op het steen van de Golden Road te voelen. Het verschroeide bijna de slecht beschermde voeten van Melina, haar kleine schoentjes waren van een materiaal dat niet geschikt was voor lange loopafstanden. Ze begon te hijgen en voelde haar benen protesteren tegen haar harde looppas; ze rende nu al zeker vijf minuten over het hete steen in de brandende zon. Om haar heen was een oneindigheid aan steppe en een lange rechte stuk weg van steen zonder uitzicht op een enkele vorm van beschaving. Ze keek even om en zag dat het vuur was verdwenen, geen enkel spoor van de fatale aanval op haar karavaan. Zou ze nu veilig zijn?
Melina stopte even en kwam langzaam op adem. Ze pakte uit haar tasje een boterham met vruchtenjam en begon deze rustig te eten. Nadat ze deze op had pakte ze een van de erfboeken en opende deze. De bladzijden waren als altijd leeg. Ze staarde naar de lege pagina en kreeg een gevoel alsof er iets op stond, maar dit gewoon niet te lezen was. Alsof er onzichtbare inkt op zat. Ze pakte een potlood en zette deze op de bladzijde. Moest ze dit wel doen? Haar nieuwsgierigheid nam het slechtere in haar en ze schreef ‘HELP’ op. Waarom schreef ze dat? Toen ze opkeek voelde ze een krachtige hitte haar kant op komen, ze draaide zich om en zag een soort vuurraket in hoge snelheid op haar af vliegen.
Geen moment twijfelend smeet ze het boek in haar tas en begon ze uit alle macht weg te rennen van het vuurprojectiel. Deze was echter veel sneller en het duurde niet lang voor ze een gestalte in het vuur kon herkennen.
“Meisje! Stop onmiddellijk met rennen en laat mij je uit je lijden verlossen met het vuur dat je ziel zal laten brandden!” Fulgen grinnikte en creëerde een “Flame Rod”. Deze gooide hij richting Melina, maar miste met een haartje. De Rod landde vlak naast haar en uit instinct begon ze nog harder te rennen. Fulgen begon meer Rods te maken en gooide deze op een wilde wijze richting zijn hulpeloze doelwit. Fulgen kon een hard gelach niet inhouden en zijn stem donderde in de wijde omtrek. Hij rees een hand vlak voor zijn gezicht en trok een brede grijs; “Denotate!” Fulgen knipte met zijn vingers en alle Rods ontploften elk in een explosieve vuurbal van meters breed. Melina maakte net een sprong en wist met grof geluk alles te ontwijken, maar toen de haar ogen opendeed voelde ze een hand haar nek vastgrijpen.
“Je bent irritant, wist je dat?” Fulgen zuchtte. Melina dacht wat vuur uit zijn mond te zien komen; “Moet ik eerst je zielige karretjes zoeken en als ik ze vind, ben je weggerend! Weet je hoeveel moeite dat mij kostte in vergelijking als je gewoon was blijven zitten? Mijn magie heeft ook een limiet hoor.” Fulgen maakte opnieuw een kleine grijns en zijn ogen schoten vuur; “Je bent eigenlijk ook maar een klein ding zeg, niets eens waard om nog een kleine trauma te geven voor ik je naar je eind brand. Te weinig vlees op je lichaam naar mijn smaak.” Melina probeerde te slikken, maar de stevige handgreep hield haar slikreflex tegen. Ze merkte hoe de greep op haar keel sterker werd, het werd moeilijk voor haar om te ademen.
Fulgen verstevigde zijn greep op Melina en een cirkel van vuur begon om hen heen te draaien; “In je hand heb je wat ik zoek, het is gelukkig sterk genoeg om mijn magie te weerstaan. Jij daarentegen...” Fulgen lachte zachtjes. Melina probeerde nog in haar laatste adem te gillen, maar er kwam slechts een flauw hoog gepiep uit. Net wanneer Fulgen begon de chanten voor de laatste spreuk, duwde iets hem opzij en liet hij in die zwaai Melina los, die op de grond viel en naar lucht hapte; “Ik hoef geen specialist te zijn om te zien dat dit niet klopt, tijd om hier een conflict uit de lucht te helpen!” Een jongen met een enorm stuk drakenkaak keek in de richting van Fulgen, die totaal ongedeerd was van de aanval; “Dat is nog eens een barrière zeg, sterk genoeg om een fatsoenlijke aanval te negeren! Deze wordt een ruige... Tosh, houd je even bezig met het meisje. Ik fix deze knakker wel.”
Reageer (1)
Tosh en Melina Tosh en Melina, ik gok dat Melina wint, en Aimée tekent echt awsomeeeeeeeeeeeeeeeee <3 annanannana tot maandag ~~
1 decennium geleden