Foto bij 09/01/2012 part 1

09/01/2012
Mijn Beste Steun en Toeverlaat,

19u00
Eerst en vooral, ik had je beloofd dat ik vandaag veel in je ging schrijven hè? Hou je dus maar vast want hier komt het:
Je moet eens weten wat ik vandaag heb meegemaakt! Mister Frog (de biologieleraar die heel sterk lijkt op een kikker, vandaar Mister Frog) had vandaag weer eens zijn houthakkershemd met bruine ribbeltjesbroek en bretellen aan. Ik en Lis moesten ons echt inhouden om niet recht voor zijn neus in lachen uit te barsten. Maar goed, dat terzijde. Omdat Mister Frog er zo leuk uitzag vandaag besloot ik om een tekening van hem te maken. Herinneringen voor later enzo, begrijp je? En het was ook een beetje tegen de verveling. Hij mag een plant dan uitertst interessant vinden, voor mij blijft een plant een levenloos ding dat ons zuurstof bezorgt. Anyway. Ik begon dus een tekening te maken, zeer subtiel overigens, al zeg ik het zelf maar op de één of andere manier merkte Mister Frog toch dat ik niet met zijn les bezig was. “Hanne!” bulderde hij door de klas waardoor ik eventjes omhoogwipte van mijn stoel. Ik heb een naam die je heel goed kan brullen, zo blijkt maar weer. Ik denk dat ik Mister Frog vanaf nu tot Meneer de Brulkikker ga dopen, al klinkt Mister Frog toch cooler. Maar goed, ik ben weer aan het afwijken. Meneer de Brulkikker had dus door dat ik niet oplette en beende vanachter zijn bureautje vandaan. Dat doet hij echt bijna nooit, meestal gaat hij gewoon door met zijn les op te dreunen ook al let er niemand op, vandaag was een uitzondering en ik was weer eens de dupe. Hij beende dus vanachter zijn bureau vandaan en stopte aan mijn tafel. Toen griste hij mijn wondermooie tekening weg, die ik tevergeefs onder mijn boek probeerde te proppen, en bestudeerde het aandachtig met zijn kikkeroogjes. Zijn blik gleed telkens van de tekening naar mij en terug en hij werd steeds roder en er vormden zich schuimwolkjes op zijn mondhoeken. Volgens mij stond hij echt op het punt om te ontploffen. Maar dat deed hij, jammer genoeg, niet. In plaats van te ontploffen keek hij me met woedende oogjes aan en bulderde: “Mevrouw Lauwers!” en siste de s extra lang, voor het effect, denk ik. Door die actie vlogen er miljarden speekseldruppeltjes in de lucht en enkele van hen belandden op mijn wondermooie tekening. Ik volgde hun baan met mijn ogen en trok een grimas toen ze mijn tekening verpestten.
“Wat heeft dit te betekenen?” vroeg hij vervolgens. Ik keek hem met een schuin hoofd aan en dacht na over mijn antwoord. “Dat is een tekening meneer,” zei ik uiteindelijk. “Dat zie ik ook wel Lauwers.” Ik wou bijna “Dan bent u toch niet zo blind als ik dacht, meneer,” zeggen maar hield me net op tijd in. “Wie heeft het je het recht gegeven om te tekenen in mijn les?”
“Ik, meneer,” zei ik uiterst beleefd. “Ik denk niet dat jij de bevoegdheid hebt om daarover te oordelen, Lauwers,” zei hij toen, weer met moeilijke woorden zwaaiend. “U heeft vast wel gelijk, meneer, maar wees eens eerlijk, het is toch een mooie tekening, of niet?” antwoordde ik uiterst beleefd. “Hij is trouwens nog niet af, ik moet de bretellen nog tekenen, ziet u,” vervolgde ik terwijl ik op de tekening wees naar de plaatsen waar de bretellen zouden moeten komen. Maar dat had ik beter niet gezegd want nu werd hij pas echt kwaad. Ik ben nog altijd verbaasd dat hij niet is ontploft. Maar goed, hij verfrommelde mijn wondermooie tekening en gebruikte het een beetje als stressbal, hij was erg kwaad, zie je. Het was eigenlijk wel een schande, mijn wondermooie tekening werd ineens een ordinaire stressbal. Hij sleurde me van mijn stoel en sleepte me tot aan de deur. Toen opende hij hem en smeet me de gang in. “Koel hier maar een beetje af Lauwers, en denk maar niet dat ik het hierbij laat!” “Begrepen, meneer,” zei ik en salueerde. Hij keek me met priemende oogjes aan en smeet toen de deur dicht. Ik liet me tegen de muur zakken, haalde mijn gsm boven en begon snake te spelen. Wat best wel tof was eigenlijk. Maar alles is toffer dan een les over planten. Drie minuten later werd ik vergezeld door Lis die waarschijnlijk weer haar grote mond had opengetrokken. “Hej Buddy,” zei ik blij toen ze de gang werd opgesmeten. “Hoi! Ik dacht, arme Han, zit hier helemaal alleen in de gang, ik zal haar eens vergezellen, en nu ben ik hier,” antwoordde ze met een glimlach. We hadden allebei een te grote mond, waren een beetje te actief, prettige gestoord en waren tot dé helden van de klas gedoopt nadat we ervoor gezorgd hadden dat Kapitein Iglo ontslagen werd. We kennen elkaar al van de lagere school en waren meteen twee handen op één buik geweest, om een spreekwoord te gebruiken. Toen de bel ging krabbelden we overeind en wilden net al naar het volgende lokaal wandelen toen Mister Frog (of Meneer Brulkikker, het is maar wat je prefereert) naar ons toekwam en ons allebei een briefje gaf. Dat werd weer eens nablijven. Wat overigens een zeer fijne tijd was, maar dat schrijf ik hier straks wel neer, ik begin een zere pols te krijgen weet je wel? En Sam roept me net dus ciao!

Reageer (2)

  • Novemberdag

    Lekker relaxed verhaal. Niet zoveel drama in elk geval. ;P

    1 decennium geleden
  • Beronica

    Meneer Brulkikker, oh help, je zou maar zo'n leraar hebben zeg! Ik had in de brugklas een wiskundeleraar die elke les "Stilte!" aan het begin op het bord ging schrijven omdat iemand hem had wijsgemaakt dat dat zou helpen xd Grappig geschreven! Alleen een klein dingetje, in de 4e regel van onder staat "en wouden", maar dat moet zijn "en wilden". Gauw verder =D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen