Foto bij Schrijfwedstrijd WinterElf ~ opdracht 1

We houden het voor opdracht 1 simpel. Ik wil dat je een verhaal schrijft over iets dat je bezig houd op dit moment. Het mag een crush zijn, een ruzie of zelfs iets uit het nieuws waar je je interesse aan besteed. Het hoeft niet al te persoonlijk. Een paar details veranderen en hup, je hebt een verhaal. Wees zo creatief mogelijk. Succes!

Minimaal aantal woorden: 750
Uiterlijke inleverdatum: 22 februari

Met vermoeide ogen kijk ik op de wekker. 8:46. 'Nog een kwartiertje' denk ik. Ik draai me om en sluit mijn ogen weer. Zo'n tien minuten luister ik naar de stilte die in mijn kamer heerst. Ik ga overeind zitten en trek aan het koord om het licht aan te doen. Een fel licht vult de kamer. Ik sla mijn handen voor mijn ogen tegen het felle licht. Waarom moet dat licht ook zo fel zijn? Ik wrijf in mijn ogen en haal mijn handen weer weg. Voorzichtig zet ik een been uit bed. Daarna het andere. Met moeite hief ik mijn lichaam op. Ik wankel even en loop dan richting de deur. Duizeligheid komt in me opwellen. Dat gebeurde de laatste tijd erg vaak als ik opstond. Ik open de deur en loop mijn vertrouwde slaapkamer uit. Mijn ouders slapen nog. Om ze niet wakker te maken sluip ik op mijn tenen de trap af. De trap laat krakende geluiden horen door mijn gewicht dat de treden moeten houden. Beneden laat ik mijn hand op de deurklink rusten, en open voorzichtig de deur. De oude, eikenhouten deur, maakt een luid krakend geluid. Waarom kon je nou nooit eens helemaal stil de woonkamer betreden? Ik stap met mijn blote voeten op het koude marmer. De rolluiken zijn nog gesloten. Ik druk op de knop om het te openen. Met vermoeide ogen kijk ik toe hoe de zon het huis binnendringt. Met een zucht plof ik op de bank. Het is nog vroeg, en ik ben blij dat het weekend is. Ik luister aandachtig naar het tikken van de klok als ik ineens mijn roze samsung ch@t hoor trillen. Ik reik mijn hand ernaar uit en gris mijn mobiel van de tafel. Het was een berichtje van Tim. Mijn crush. Wat moesten we maken voor wiskunde? X. staat er in het berichtje. Wiskunde? Ik zat helemaal niet bij hem in de klas met wiskunde. Mijn vingers razen over het Qwerty toetsenbord. Sorry Tim, je hebt vast de verkeerde Esmée. Vraag aan Tahnnee, zij weet dat vast wel ;) Na even aarzelen verzend ik de sms. Wat was ik ook stom. Ik wist niet eens iets nuttigs te vertellen aan hem. Met kleine voetstapjes loop ik naar mijn laptop. Ik start ebuddy op, en kijk wie er online is. Helaas. Emily is nog niet online. Emily is een vriendin wie ik ontmoet heb via internet. Ze is heel aardig en een van de leukste vriendinnen om mee te praten op msn. Ik kijk of er andere vriendinnen online zijn, maar ook dat is niet het geval. Ik laat nog een zucht uit mijn mond ontsnappen. Als ik de naam Boo zie staan, schrik ik even. Waarom praat zij tegen me? Met een trillende hand klik ik het oranje tabblad aan. Ze stuurt me de link van haar hyves profiel met daarachter R + R? Ik haal opgelucht adem. Bo is een meisje waar ik vorig jaar mee in de klas heb gezeten. Ze vond het altijd leuk om mij te treiteren. Als zij wat zegt op msn, is het meestal niet veel goeds. Zenuwen gieren door mijn lichaam als ik terugdenk aan het moment.

"Loop door!" roept Bo. "Loop door!" zegt ze nogmaals als ik niet luister. Ze geeft me een stomp in mijn rug, die hard aankomt. Ik grijp naar mijn rug en zet automatisch een stap naar voren. 'Ik wil bij mijn vrienden blijven, ik wil niet weg. Jij steelt mijn vriendinnen. Dit pik ik niet' galmt er door mijn hoofd. "Ik zei je dat je door moest lopen!" Ze duwt me met al haar kracht in de rug. Met een klap donder ik op de keiharde vloer. Ik voel een pijnscheut door mijn kaak. Ik blijf liggen op de vloer van het verschrikkelijke gebouw. Een gebouw waar ik een gruwelijke hekel aanhad. Ik haatte het om er naartoe te gaan. Het enige wat er gebeurde was dat ik weer een beledigt werd vanwege mijn kleding, dat ik bedreigd werd in elkaar geslagen te worden, en dat mijn vriendinnen me in de steek laten en volledig negeren. Met tranen in mijn ogen ga ik weer recht staan. Waarom moet Bo toch altijd mij hebben? Met een luid kloppend hart loop ik de rest van het trappenhuis naar beneden. Ik heb hier geen zin in. "Ja precies loop maar weg! Als je maar niet denkt dat Femke en Viënna jou aardig vinden!" Ik weet niet meer wat te geloven. 'Ze heeft vast gelijk. Viënna en Femke vinden mij vast niet aardig. Wie wel? Wie vindt mij wel aardig? Ik ben door iedereen gehaat. Niemand mag mij.' Mijn gedachten trekken mijn zelfvertrouwen nog meer naar beneden. 'Man ik haat mijn leven. Er gebeurt ook nooit eens iets leuks.' Eenmaal in de kantine aangekomen, leun ik wat eenzaam en alleen tegen de muur. Triest kijk ik hoe tieners vrolijk lachend aan mij voorbij lopen.

Op dat moment leek het allemaal nog normaal, dat iedereen mij haatte. Dat het de normaalste gewoonte was. Maar nu besef ik dat dat helemaal niet waar is. Er zijn ook mensen die van mij houden. Ik had gewoon de verkeerde vriendinnen uitgezocht. Waarom wilde ik ook per se bij de popu's horen? Ik maakte het mezelf alleen maar moeilijker. Ik ben blij dat ik nu in een andere klas zit. Een klas die ook echt een groep is, en niet alleen maar uit groepjes bestaat. Een klas waar ik eindelijk vriendinnen heb die bereidt zijn mij te helpen in geval van nood. Opnieuw denk ik terug aan de nare momenten die ik moest doorstaan toen ik bij Bo in de klas zat.

Ik ben bezig aan een levensbeschouwelijke opdracht als ik msn na lange tijd nog eens open. Msn is voor mij bijna net zo'n hel als school. Er worden alleen maar nare dingen gezegd. Femke die zegt dat ik net een puppy lijk en dat Viënna me helemaal niet aardig vindt. Dat ik me niet moet aanstellen. Bo die me een kutwijf noemt. Viënna die tegen me liegt. Althans dat dacht ik. Ik tik met mijn vingers op het bureautje terwijl ik wacht totdat messenger geladen is. Ik kijk mijn contactenlijst door. Mijn oog valt direct op Daphne's msn-naam. Daphne is de beste vriendin van Bo en was mijn tweede rivaal wie mij lastig viel. Daphne - BEREID JE VOOR, WE GAAN JE MORGEN IN ELKAAR SLAAN KUTWIJF!! :@ Ik weet gewoon dat het over mij gaat. Over wie zou het anders gaan? Met trillende hand klik ik op het oranje tabblad. Igor. Igor is ook een vriend van Daphne en Bo, en hij deed gezellig mee met hun spelletjes.
Igor zegt: Ga je morgen mee naar op de kamp?
Esmée zegt: Met wie?
Igor zegt: Met Bo, Daphne, Niels en ik.
Esmée zegt: Waarom? Zodat jullie me daar in elkaar kunnen slaan?
Igor zegt: Hoe kom je daar nu bij?
Esmée zegt: Daphne.
Zonder op antwoord te wachten klik ik het gesprek weg. Ik zie dat ook Daphne wat zegt. Gespannen klik ik het vakje aan.
Daphne zegt: Hey
Esmée zegt: Hey
Daphne zegt: Waarom ga je niet mee naar op de kamp?
Esmée zegt: Ik ben niet stom
Daphne zegt: Vertrouw je ons niet? Dan neem je toch iemand mee van je maatjes. Hoewel ik bijna zeker weet dat zij aan onze kant staan en verder heb jij geen vrienden, of wel soms?
Esmée zegt: Heb ik wel.
Daphne zegt: Wie dat dan?
Met een zucht klik ik messenger weg. dat bedoel ik, nooit eens iets leuks. Telkens word ik eraan herinnerd dat ik geen vrienden meer over heb dankzij hen.


En dan de dag erna. Een hel.

Met mijn fiets aan de hand loop ik naar de fietsenstalling. Ik ben weer eens van de fiets gekukeld. Mijn loodzware tas hangt in mijn elleboogholte, en snijdt in mijn vel. Met een chagrijnig gezicht loop ik naar Eddy. "Kun je mijn fiets maken? Ik heb lekke band" zeg ik met schorre stem. Hij bekijkt de band aandachtig. "Dat is geen lekke band. De ketting is gebroken. Hij neemt de fietsketting tussen twee vingertoppen. In mijn vuisten knijpend kijk ik naar de helderblauwe lucht. 'Waarom?' "Ik ben bang dat ik dat niet kan maken, meis. Daarvoor zul je naar de fietsenmaker moeten gaan." Ik knik en loop met mijn hoofd naar beneden naar de ingang van de school.

"Hahaha kijk wat Esmée voor trui aanheeft! Ze is net een bij! Zzzzzzzzz!" In één klap heeft Bo de hele klas aan het zoemen, behalve mij. Met een triest gezicht ga ik op mijn vaste plaats zitten. De hele dag door hoor ik dat irritante gezoem van mijn klasgenootjes. Een ding is zeker, ik doe nooit meer een geel met zwart gestreepte trui aan.

Eindelijk klinkt de laatste zoemer. Eindelijk ben ik van dat gezoem af. ik spring op van mijn stoel en loop met een snel tempo naar de deur. Achter mij hoor ik het geroddel van Bo en Daphne. Ik negeer het. 'Wat boeit het mij ook? Ik heb nu toch uit.' Ik zet mijn voet op de eerste trede en een harde duw in mijn onderrug volgt. "AAAAAAAAAAAA!" gil ik zo hard, dat bijna de hele school het kan horen. Met drie koprollen, rol ik de trap naar beneden. Zo wat de halve school lacht me uit. "Laat me toch met rust!" gil ik kwaad naar Bo, waardoor ze alleen maar harder gaat lachen. Mijn polsen en onderrug doen behoorlijk pijn van de klap. Dit was de ergste dag ooit.


Zo werd ik iedere dag wel bedreigd in elkaar geslagen te worden, of werd ik van de trap geduwd. Nooit zei ik er wat over tegen mijn ouders. Wel tegen docenten, maar die deden er niks mee. Daarom had ik ook een grootse hekel aan mijn mentor. Hij deed er nooit iets mee als ik iets zei. Daarom mag ik mijn mentor van dit jaar ook zo graag. Hij zet zich in voor de leerlingen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen