43. | Shopping

Tom kijk me dom aan en begint te blozen. ’Volgens mij wel. Oke. Ik weet niet waar de auto staat.’ Tom zucht verslagen. Ik schud lachend mijn hoofd. ’Dan gaan we eerst lopend naar het gemeentehuis. Volgens mij is het niet ver weg.’ Tom kijkt me aan alsof ik gek ben. ’Wat!?’ ’Ik denk dat ik al weer weet waar hij staat.’ Tom begint weer te lopen en met een zucht loop ik achter hem aan. Als we naar een tijdje de auto hebben gevonden stappen we in en rijden we naar het gemeentehuis. ’Jij wou dit eind gaan lopen?’ Ik stap lachend uit. ’Kom op het was 2 kilometer. Dat jij nou zo lui bent.’ Tom komt dreigend op mij af. ’Wat zei jij!? Ik lui!?’ Ik kijk Tom ondeugend aan en knik. Tom komt op mij afgelopen en begint me te kietelen. ’Sorry, kan ik tegen.’ fluister ik in zijn oor. Tom kijkt mee raar aan en draait zich dan om. ’Gemeen.’ Tom loopt het gemeentehuis binnen. Lachend loop ik hem achterna. ’Waarom is het hier zo netjes en stil.’ fluistert Tom in mijn oor. Ik haal mijn schouders op. We lopen naar de info balie. ’Hallo, kan ik u ergens mee helpen?’ Vraagt een vriendelijke vrouw. ’Nou eigenlijk wel. Wie gaat er over het park hier dichtbij?’ De vrouw kijkt ons raar aan. ’We hebben een idee en daar voor willen we het park afsluiten.’ verduidelijkt Tom mijn vraag. De vrouw knikt en kijkt in de computer. ’Mevrouw Humira gaat daar over. Ze is op dit moment in gesprek. Wilt u een afspraak maken.’ Tom en ik kijk elkaar aan. Tom knikt kort. ’Graag. Het liefst zo snel mogelijk want het moet over een week of 2 gebeuren.’ De vrouw knikt. ’Na dit gesprek heeft ze niks staan. Dat is om half 5. Het is nu 3 uur. Als u dan terug komt.’ Ik kijk naar Tom. ’Is goed. Om half 5 zijn we hier weer.’ De vrouw knikt en zet het in de computer. ’Oke, tot dan.’ We zeggen nog even gedag en gaan dan weer naar buiten. ’Wat gaan we dit anderhalve uur doen?’ Ik haal mijn schouders op. ’Misschien inkopen doen.’ antwoord ik als ik een leuk winkeltje zie. Tom knikt en samen lopen we het winkeltje binnen. ’Wat wil je allemaal halen dan?’ ’Dingen voor de date misschien?’ Ik kijk Tom droog aan. ’Oja.’ Ik schud mijn hoofd en loop de winkel rond. ’We moeten ook kaarsjes hebben. Maken we daar een pad van en daar midden in leggen we allemaal roze blaadjes of zo.’ Tom knikt goed keurend. Ik kijk de winkel rond en zie een zak met veel waxinelichtjes er in. Ik loop er naar toe en pak het op. ’Hoeveel hebben we er denk je nodig?’ Tom haalt zijn schouders op. ’Neem maar twee zakken mee. Hebben we vast wel genoeg.’ Ik knik en pak nog een zak. ’Nemen we roze of rode rozen blaadjes?’ Tom kijkt bedenkelijk. ’Rode, dat is Bill zijn lievelings kleur.’ ’Ja ha-ha dat weet ik ook. Maar Elle vindt roze ook mooi.,’ ’neem je van beide twee mee. We hebben veel roze blaadjes nodig.’ Ik knik. Ik pak twee grote dozen met roze rozen blaadjes en twee met rode. ’Zeg eehh Tom. Zou je even kunnen helpen.’ Tom draait zich om en begin te lachen.