Foto bij 02.3

You never knew me

Uit de verte kon ik geluiden horen, maar ik wilde mijn ogen niet openen. Het was de moeite niet. Misschien, als ik mijn ogen lang genoeg sloot ontglipte me het leven dan toch. Het feit dat het me niet was gelukt, dat de mensen me te vroeg hadden gevonden, was een teleurstelling. Een mislukkeling, dat was ik. Een stomme idioot die nog niet eens zelfmoord kon plegen.
De stemmen werden luider. Mensen huilden. Nieuwsgierig over wie het was opende ik mijn ogen. Er stonden mensen rond een bed met mijn lichaam er in. Mijn oogleden waren met plakband vastgeplakt aan mijn jukbeenderen. Een buis verbond een machine met mijn longen en een andere regelde mijn hartslag. Rond mijn bed stonden mijn zusjes, allemaal op een rij. Eerst Sarah, dan mama met Mary Jane in haar armen en daarnaast stond Jennifer, die mama's hand stevig omklemde met de hare. Mijn lichaam bewoog amper. Het op en neer gaan van mijn borstkast was het enige teken dat er een levend wezen in het bed lag en geen pop. Het voelde raar om mijn lichaam van een afstandje te bekijken. Zouden alle mensen dit moeten doormaken voor ze sterven of was ik een zeldzaam geval? Een freak, zoals ik altijd al geweest was?

Een dokter kwam binnen. Hij liep dwars door me heen. Blijkbaar konden anderen me niet zien en was ik een soort van geest.
"Bent u de familie van mevrouw Bryd?" vroeg hij en keek mijn ouders aan. Blijkbaar zat mijn vader in de sofa in een hoekje van de kamer verscholen. Amelie was er niet bij, dat was misschien wel het beste. Soms vroeg ik me af waarom ik dit deed, me zo misdragen. Een dochter zijn die mijn ouders nooit gewild hadden. Als ik normaal was geweest, zou ik hier dan ook zo gelegen hebben? Of tenminste, zou mijn lichaam dat gedaan hebben?

De dokter legde mijn ouders en zussen uit wat er gebeurd was en wat ik gedaan had. Mam sloeg een hand voor haar mond en begon te huilen. Die kon er niet bij komen dat haar dochter dood wilde. Was dat dan zo onvoorstelbaar? Ik had de laatste maanden bij pap doorgebracht, dus ze had niets door gehad. Ze wist niet van het pesten dat me langzaamaan kapot maakte. Ze wist niets van de papiertjes die ik elke dag in mijn kluisje vond. Ze wist niet dat ik wist van wie ze waren, maar er niets aan deed.
Mijn vader had dezelfde reactie. Zelfs hij had het niet geweten en dat zou hij vast nooit doen. Ik had hem wel van een van de briefjes verteld, het eerste dat in mijn kluisje lag. Hij zei me dat ik niet zo kinderachtig moest doen en het gewoon zou moeten negeren. Al wat ik wilde was een troostende knuffel en te horen krijgen dat alles goed zou komen. Sinds die dag heb ik hem niets meer verteld. Het leek me dom hem ook maar een woord te vertellen van wat er allemaal op school gebeurde. De scheldwoorden, hun blikken die me bij elke blik probeerden te vermoorden. Mijn leerkrachten die me niet meer mochten omdat ik zo lang gespijbeld had. Niets.

De enigen die me nog zouden kunnen tegengehouden hebben waren mijn zussen, maar die waren na enkele maanden net vreemden voor mij geworden. Ze hadden geen enkele keer gebeld om te vragen hoe het ging. Geen enkele keer. Het deed mij pijn dat zelfs zij me niet meer moesten hebben, maar nu ik de tranen in hun ogen zag wist ik dat ze ergens, heel diep vanbinnen, nog om me gaven. Al was het maar een heel klein beetje.

De dokter bleef maar praten, tot hij aan dé vraag kwam. De vraag die mijn ouders met hun neus op de waarheid drukte.
"Had u geen enkel idee van wat er in haar omging?"
Raak. Touché. Mijn ouders schudden hun hoofden mechanisch, niet nadenkend.
"Neen," snikte mijn moeder. "Ik zag haar nooit."
"Wist u dat uw dochter littekens van automutilatie vertoont? Zelfdestructief gedrag?"
"Neen," antwoordde mijn vader. "Ze droeg bijna altijd topjes, maar ik heb nooit een litteken gezien." Neen, dat heb je inderdaad niet. Je was té blind om er iets van te zien.
De dokter nam mijn mouw vast en plooide hem open. "Hier kunt u enkele brandwonden zien. Waarschijnlijk gemaakt door sigarettenpeuken. Als u haar benen en armen bekijkt ziet u blauwe plekken. Ze heeft op haar enkels en onderkant van haar voet littekens door het snijden. Zo hebben we er ook op haar polsen gevonden. Heel licht roze. Voor de rest zijn er ook nog tandafdrukken op haar knoken. Waarschijnlijk door het opzettelijk overgeven. We hebben het aan haar slokdarm gezien. Ook zijn er kleine wonden in haar arm, die recht naast haar aders. Misschien van drugs, misschien wilde ze gewoon haar bloed zien. Bij gevallen van zelfmoord of poging toe sluiten we niets uit. We moeten nog weten waar ze het geweer heeft gehaald."
"Dat heb ik," mompelde mijn nep vader en slikte. "Dat heb ik haar gegeven. Ze voelde zich onveilig zei ze." Tranen liepen nu ook over zijn wangen. "Oh Amy. Oh Amy. Waarom zei je nu niets?"
"Omdat je me toch niet zou geloven," fluisterde ik, maar ik wist dat hij me toch niet ging horen.

Reageer (2)

  • supperwomen

    wow heftig!

    1 decennium geleden
  • Trager

    Heftig :S!
    Supermooi geschreven :D!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen