Foto bij Dark lights

'There's more to life than dating the boy on the football team.'
-Taylor Swift.

Mijn felblauwe ogen tekenen zich af tegenover een pikzwart schilderij. Een boom is door een vaste hand in het midden geplaatst; een professioneel oog heeft twee mensen naast het staaltje natuur laten verschijnen. Alles is kleurloos, het voelt als het kijken naar een lichaam waarvan de adem enkele jaren geleden afgebroken is. De betekenis van het schilderij ligt verscholen achter de donkere verf en gaat ten gronde in de kunststof, onder het grauwe schildersgoud.
      Een meisje, geschilderd op het schildersdoek, kijkt naar de gigantische boom die naast haar staat en houdt losjes de hand van de jongen naast zich vast. De geschilderde jongen laat zijn ogen niet op de boom rusten, maar op een ander onderdeel, waar het meisje duidelijk geen oog voor heeft; de gitzwarte ogen van de jongen kijken recht in het rode hart van het meisje. De donkere kleuren kijken lachend toe en het meisje merkt niks. Helemaal niks.


      'Zullen we vanavond afspreken?' ik kijk hem in zijn donkerbruine ogen aan terwijl hij zijn wijsvinger om mijn blonde haren windt. Zijn hoofd hangt schuin en zijn zwarte haar ligt als een wolkendek op zijn hoofd.
      'Sorry, het komt nogal slecht uit. We vieren onze overwinning op de Deadlocks, feestje bij Will thuis. Jongens alleen.' Hij schenkt me een mager glimlachje waarbij zijn witte tanden verscholen blijven achter zijn lichtroze lippen. Ik begrijp hem en laat het rusten; ik gun hem een avondje vol vliegende drankflessen.
      'Dan zie ik je morgen?' vraag ik glimlachend terwijl zijn hand mijn blonde lokken verlaat. Met een flinke zwier pakt hij de handvatten van zijn fiets vast, laat zichzelf op het zadel glijden en staat op het punt om weg te fietsen. 'Misschien'.

Om mijn overige tijd te doden besluit ik om het stadspark op te zoeken. Met mijn staalblauwe fiets rijd ik fluitend over de fietspaden tot ik het huis met het rieten dak zie; een teken dat ik rechtsaf moet slaan en mijn ogen alleen nog maar voor me hoef te richten tot ik bij het park ben aangekomen.

      Ik zet mijn fiets tegen een stalen hek en laat het sleuteltje in mijn jaszak glijden, verstrengeld in de losse draadjes van mijn half-kapotte jas. Ik loop over een pad dat door de bomen loopt tot het versmalt en eindigt op een olijfgroene heuvel waarvan de grassprietjes groener zijn dan de rest van het park.
      Mijn lichaam laat zich afgemat vallen op het gras. Met half-dichtgeknepen ogen lees ik verhalen van de hemel af en kijk naar elk stukje van de lichte maan die recht boven me staat, klaar om naar beneden te vallen. Mijn lichaam maakt zich klaar om nog urenlang op het zachte bed van gras zachtjes liedjes te zingen tot ik 's nachts in slaap val, onder de ogen van de maan.

Tot mijn verbazing word ik een paar uur later wakker, ver te zoeken in de bevreemding dat de grassprietjes me inderdaad slapend gedragen hebben. Even vraag ik me af of ik mezelf wakker heb gemaakt, maar dan dringt gedempte muziek mijn oren binnen. Met slapende spieren sta ik op, kijk om me heen en vind lichten die uit een gigantische villa komen. Zou dat het feest van Will zijn? Het feest waar mijn gigantisch lekkere vriendje zijn brede armen wild in de ronde zwaait van het dansen? Glimlachend sta ik op, ren naar mijn fiets en duw het sleuteltje weer in het slot. Ik laat de natuur achter me en rijd naar het huis van Will terwijl de maan mijn rug dekt.

Mijn ogen gluren stiekem door de heg heen in de hoop enkele beelden te kunnen opnemen van de jongens die eventueel buiten zitten te voetballen, maar in plaats daarvan zie ik een diepgaand zwembad dat gevuld zit met hemelsblauw water. Op de rand zit een gebruind, tenger meisje in een bikini.
      'Is dat de zus van Will?' vraag ik zachtjes tegen mezelf terwijl mijn warme adem de magere takjes kust.
Maar tot mijn verbazing zie ik een ander meisje het huis uit lopen en laat zich ook op de rand glijden, terwijl ze beiden op het ritme van de muziek gekke draaiingen veroorzaken met hun handen. Vervolgens stroomt er een reeks jongens, vermoedelijk het voetbalteam van Lance, het huis uit en ik krijg bevestiging op mijn constateringen als ik Lance' gezicht tussen de lichamen door zie. Hij draagt een zwembroek en zijn ontblootte lichaam gaat tevens op de rand van het zwembad zitten, waardoor zijn schouder het gebruinde meisje aanraakt. Ze kijkt lachend op en Lance laat zijn hand wegglijden in haar blonde plukken.
Mijn ogen vergrootten zich en ik moet moeite doen om niet naar achteren te vallen waardoor ik straks bovenop mijn fiets lig.
      Lance' gelach weerklinkt boven de muziek en voordat ik het weet smelten zijn lichroze lippen samen met die van het gebruinde meisje.

De volgende dag zit ik naast mijn oma. Haar lichtgrijze haren vallen niet op tussen de witte muren en de lichte meubels. Het enige wat opvalt is een donker schilderij, boven de openhaard.
      'Heb je die nieuw?' Ik wijs naar het zwarte gestalte aan de muur. Een boom en twee mensen die elkaars hand vasthouden zijn aangebracht op het schildersdoek. Een gekleurd hart zit geplakt op het lichaam van de jongen.
Snel wend ik mijn blik af omdat het schilderij me herinnert aan iets dat ik mijn oma wil vertellen.
      'Mijn vriendje.. was bij een ander meisje,' zeg ik met gebroken woorden. 'Hij is een sukkel.' In het bedwang rol ik met mijn ogen.
      'Bedoel je die jongen uit het voetbalteam?' Mijn oma verruilt haar vest voor een badjas terwijl ik knik. Ze gaat weer naast me zitten en laat haar been tegen het mijne rusten.
      'Er is meer in het leven dan uitgaan met de jongen van het voetbalteam,' zegt ze met een haperende glimlach. Ze staat op en loopt richting de keuken om twee kopjes thee te zetten.
      Ik kijk haar naar, leg mijn hand op de warme plek waar ze zojuist heeft gezeten en schenk mijn blik aan het donkere schilderij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen