Hoofdstuk 4.
'Katie gaat het weer?'
Katie opent haar ogen, door het felle licht van de zon begint haar hoofd nog harder te bonken.
'Waher hebeur?' vraagt ze.
'Je gleed uit en stootte je hoofd tegen de rand van het zwembad, suffie.' antwoord haar zus half lachend.
Katie probeert overeind te komen, maar haar hoofd is het daar niet mee eens. Hij bonkt nu zo erg dat je het zou moeten horen.
'Wah ben ik?' vraagt Katie, als Grace haar een fles met ijskoud water geeft om tegen haar hoofd te houden.
'Gewoon bij de tent. je ligt op een handdoek in het gras, Mike kon je niet verder dragen en papa en mama zijn boodschappen doen.'
Grace tuurt een beetje om zich heen alsof ze niet weet wat ze moet doen.
'Kah je me helepehoreind komeh?' vraagt Katie met moeite. 'in stoel zitten.'
Ze wijst naar de kampeerstoel die achter Haar zus staat. Ze knikt dat ze het begrijpt en pakt dan Katie's armen vast.
'drie, twee, één.'
Katie voelt zich omhoog komen en dan staat ze op de grond. Wankelend loopt ze naar de stoel en ploft erin neer.
'Bedankt.'
'Graag gedaan.'
Grace glimlacht en schenkt voor zichzelf en Katie een glas drinken in, dan ploft ze in de stoel tegenover haar.
'Waar is de rest?'
'Die zijn gaan lunchen, ze hebben belooft zo hier weer heen te komen.'
Katie knikt, het gebonk in haar hoofd neemt gelukkig af.
Er zijn nog geen reacties.