Foto bij H21

‘Waarom zijn de geestendrijvers toch zo boos?’ vroeg Marcha zich af toen we binnen in de fabriek waren, wachtend totdat de geestendrijvers gearriveerd waren. ‘Ze zijn niet boos’ antwoordde Cleveron. ‘Ze zijn blind door macht waardoor ze vergeten zijn wie hun echte vijand is. Wij zijn hun vijand in ieder geval niet, dat is het virus. Wij zijn net zo goed slachtoffer ervan, alleen ze zien dat niet’. ‘Dat maakt nu niet meer uit’ zei Marina. ‘Hun aantal is groot, waarmee ze komen en wij zijn met veel minder’. ‘Laten we nou eerst maar is afwachten waarvoor ze komen’ zei Nodis. Ik had me afgesloten van het gesprek en ik was ergens anders gaan zitten. ‘Je twee tekens zijn echt geweldig’ zei Gwendolin, die naast me kwam zitten. ‘Ik ben benieuwd wat het betekend. Als dit allemaal achter de rug is, gaan we het tot op de bodem uitzoeken’. Ik knikte en staarde naar mijn twee tekens. Even zonken mijn gedachtes weg, tot dat ze stem van Claire als een mes in mijn schoot. ‘Daar zijn ze’ zei ze. We keken elkaar even aan en stonden toen op om naar buiten te lopen.

Toen we buiten aankwamen hadden alle elementen inclusief de luchtstuurders zich opgesteld. Langzaam kwam de grijze massa dichterbij, met voorop Theodora samen met twee andere vrouwen. ‘Olivia en Barbara zijn er ook bij’ fluisterde Rodi in mijn oor . Ze waren met een groot aantal, maar dat was niet hetgeen waar ik bang voor was. Het waren de drie van de zeven zussen die met grote grijze ogen naar ons keken. Toen ze het voorplein van de fabriek bereikte, stopten ze met lopen. Naast ons stonden de wachters van de elementen en voor ons stonden de leiders. Naast mij stonden aan de ene kant Eline en Marcha en aan de andere kant Rodi en Claire. Het was Gwendolin die naar voren stapte om het woord te doen. ‘Dat is lang geleden’ zei Gwendolin. Even bleef het stil. ‘Inderdaad’ begon Theodora. ‘Maar om ons te zien, is vast niet de reden dat jullie ons een bezoek komen brengen’ ging Gwendolin verder. ‘We vingen geruchten op, over een bijeenkomst in het metaallanschap’ zei Barbara. ‘En zo te zien zijn die geruchten waar’. Daarna volgde weer een andere stilte. ‘Jullie zijn toch hopelijk niet vergeten, wie ook alweer de leiders van Omanus waren, toch?’ vroeg Olivia met een vriendelijk nep stemmetje. ‘En jullie zijn toch hopelijk niet vergeten, dat er meer dan één element op Omanus is, toch?’ vroeg Casandra uitdagend. ‘En jullie zijn toch ook niet vergeten, wie jullie echte vijand is, toch?’ vroeg Cleveron. ‘Wij verzamelen ons, omdat er niets gedaan wordt aan de situatie. De situatie is ernstiger dan jullie denken. Het virus neemt langzamerhand heel Omanus over, en er worden steeds minder kinderen aan een element gekoppeld. En dan niet alleen, ook worden volwassen besmet met het virus. Als dit nog even een aantal maanden doorgaat, betekend dat het einde van de elementen’ zei Marina. ‘Jullie denken dat wij niets aan de situatie doen?’ vroeg Barbara. ‘Volgens mij is laatst bijna heel het waterrijk verwoest!’ riep Gwendolin uit. ‘De waterstuurders verzamelen zich om alles weer op te bouwen, maar voordat ze er ergeren in hebben, is alles alweer verwoest. Er zijn al minstens honderden mensen vermoord of besmet met het virus en het wordt alsmaar erger en erger, en wat doen jullie?! Jullie spelen baasje over dingen die er helemaal niet toe doen. Vind je het gek dat wij dan actie ondernemen?’ Even bleef het stil. De stilte werd al snel onderbroken door tientallen explosies.

Nog sneller dan het licht draaide we ons allemaal in de richting van de explosies, die gevolgd werden door paniekkreten en gegil van mensen. Er verschenen ineens overal virussen die de boel aan het vernietigen waren. Mensen werden opslag vermoord en huizen en fabrieken werden verwoest.
Beetje bij beetje werden we ingesloten door een grote massa virussen. Dit was het grootste aantal dat ik ooit bij elkaar had gezien. Er waren er minstens honderd. Toen ineens daalde er een grote zwarte bol tussen de elementen en de geestendrijvers in. Langzaam transformeerde de bol tot een persoon. De persoon was een man, en hij had een zwart masker op en een lange zwarte jas. ‘Kijk is aan’ zei de man. ‘Alle leiders van de elementen bij elkaar plus drie zussen. Laat ik is beginnen met mezelf voor te stellen. Mijn naam is Moremando, schepper van de mores, want zo heten mijn volgelingen’. Toen ineens ging er een pijnscheut door Moremando heen. ‘Het zal mij een zorg zijn hoe jullie heten of wat jullie zijn’ galmde de stem van Theodora over het plein. ‘Jullie hebben bijna heel Omanus verwoest en dat zet ik jullie betaald’. Moremando moest lachen en zei: ‘Kom maar op, heks’. Daarmee was het gevecht geopend.

De drie zussen sprongen tegelijkertijd op Moremando af en vielen hem van binnen aan. Op datzelfde moment vielen de elementen en de geestendrijvers de mores aan. Alle elementen bij elkaar waren met veel meer dan de mores, en dat had Moremando, die inmiddels op de grond was gewerkt, wel in de gaten. Er vlogen van allerlei dingen door de lucht, van vuurstralen tot waterstralen en van aardeblokken tot metalen palen. Er lagen inmiddels al veel mores blind op de grond. De leiders van de elementen besloten om de zussen te gaan helpen. ‘Wat doen wij?’ vroeg Eline, maar op dat moment werden alle zussen plus de leiders aan de kant geslingerd en de stem van Moremando galmde over het plein. ‘Dit conflict is nog maar pas begonnen! Ik zal net zolang door blijven gaan tot heel Omanus vernietigd is! Ik zie jullie snel weer’ zei hij met een lacherig toontje. Daarna transformeerde hij weer tot een bal en zoals hij was gekomen, vertrok hij ook weer, maar deze keer nam hij alle mores mee.

De hoofdstad was totaal verwoest. De leiders plus de zussen waren de fabriek binnen gegaan, of wat daar nog van over was, om de situatie te bespreken. Wij hielpen met z’n vijven alle gewonden en Marcha hielp de metaalstuurders mee om de huizen en fabrieken weer terug op te bouwen. Na ongeveer een half uur kwamen de leiders en zussen naar buiten. ‘Voor als nog, onthoud goed dat wij en onze zussen over Omanus heersen, dus wij besluiten hoe alles zal lopen. Mocht een van jullie je niet aan deze afspraak houden, zullen wij maatregelen nemen’ zei Theodora. ‘Maar voor de rest is alle hulp welkom’. Ze zussen riepen alle geestendrijvers bij elkaar en vertrokken toen weer naar het geestenrijk. De gezichten van de leiders stonden allemaal hetzelfde, vol haat. Er zou waarschijnlijk veel gaan veranderen op Omanus, dat was in ieder geval zeker.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen