Foto bij 02.5

Waking up is like breathing for the first time

Ze keek me aan alsof ik haar net had verteld dat ik haar uit haar coma kon krijgen.
"Dank je dat je bij me blijft," fluisterde ze zacht,"Ik voelde me zo eenzaam."
"Geen probleem," mompelde ik,"Al ben ik hier ook liever niet."

Uitgezakt tegen de ziekenhuismuur zaten we buiten na te denken - praten. Over dingen die we meegemaakt hadden, ons ongeluk. Mijn zelfmoordpoging en de reden daartoe. Ons gesprek was eerst luchtig, maar dat was zwaar geworden door onze gespreksstof.
"Het spijt me dat je zo diep hebt gezeten," mompelde ze zacht. "Ik zou zeggen dat het wel goed komt, maar als je zo denkt, wil je dan wel dat het goed komt?"
"Eerlijk? Ik weet het niet. Het ene moment wil ik weer gelukkig kunnen zijn, weer kunnen lachen maar het andere helemaal niet. Het andere moment denk ik diep vanbinnen dat ik het helemaal niet waard ben. Hoe moet ik dit zeggen? Ik ben niet ziek genoeg om geholpen te worden."
"Oh." Haar ogen stonden droevig. Haar hand schoof naar de mijne en kneep er zachtjes in. "Alles komt goed Amy. Geloof me." Ik wilde haar geloven maar ik kon het niet.
"Kom, we gaan weer naar binnen. Het begint koud te worden."

De nacht viel in en ik begon moe te worden. Ik zou mijn ogen kunnen sluiten, maar daar was ik te bang voor. Bang om weer in mijn eigen lichaam wakker te worden, de verwijten van mijn ouders te horen. Het enige wat ik deed was naar mijn kamer gaan en me naast mijn lichaam op het bed leggen. Pas nu voel me op wat voor een wrak ik eigenlijk was, nu ik erbuiten stond. De nachtzusters kwamen geregeld kijken, schreven meterstanden op en vertrokken weer. Ik sloot mijn ogen voor een seconde en dommelde in slaap. Het voelde goed om te dromen, om op een bepaalde manier toch nog normaal te zijn al was ik er vrij zeker van dat ik de meeste normaalheid al lang verloren had. Die was tijdens het ongeluk achter gebleven. Mam zat naast mijn bed toen ik weer wakker werd, haar hand had mijn ijskoude hand omklemd; ik voelde er niets van.
"Meisje," fluisterde ze zachtjes, haar stem dik door de tranen die rijkelijk over haar wangen vloeiden,"wordt weer wakker. We zijn niet boos op je, absoluut niet. Je vader en ik wisten dat je het zwaar had, maar niet dat het zo erg was. Liefje, ik smeek je, geef niet op. De dokter vertelde me dat je me misschien kon horen, dus probeer ik het. Alstublieft meid. Vecht tegen de demon. Als je weer bij komt zullen we je helpen. We zullen een psycholoog voor je regelen, je zal weer mogen dansen en dat alles zolang je weer wakker wordt, oké?" Ze miste me, dat was duidelijk te zien in haar ogen. Ik legde mijn handen over de hare, al wist ik dat ze me niet kon voelen.
"Ik doe mijn best mam." Mijn stem piepte, klonk schor. Tranen stroomden nu ook uit mijn ogen, een voor een vielen ze over mijn wangen, een spoor van donkere mascara achter latend.

De weken gingen voorbij en uiteindelijk bleef ik alleen achter. Mia ging weer terug naar haar eigen lichaam, raakte uit coma. Ik was erbij toen ze de sprong in het diepe nam. De vrolijkheid die in haar kamer hing was moordend. Haar tweelingzus vloog haar om de hals toen ze haar ogen weer opendeed. Ze leken zo hard op elkaar, ze hadden allebei lange blonde haren en zacht blauwe ogen. Het enige verschil was hun haar. Mia's haar was gekruld terwijl Charlies haar stijl was. Hen zo zien bracht een nieuw gevoel bij me op, heimwee. Ik miste mijn ouders, hun warme armen die zich om me heen sloten. De dokter vertelde mijn moeder dat ze het vandaag zouden proberen, zien of ik sterk genoeg was. De eerste dagen zou ik nog heel moe zijn en waarschijnlijk enorm gedesoriënteerd, maar dat zou voorbij gaan. Mia kwam elke dag even op mijn kamer langs, zei dat ze een vriendin was. Als ze had moeten uitleggen dat ze net zoals mij in coma had gelegen en dat ze me zo kende zouden ze haar voor gek verklaren.

Vandaag zou het gebeuren; ik zou ontwaken. Uit schrik verliet ik mijn kamer niet en bleef heel dicht bij mijn bed rondlopen. Mijn ouders waren er; mijn zussen bleven thuis. Iedereen was zenuwachtig, dat kon ik voelen, maar tegelijkertijd hing er een soort van opwinding in de lucht. Toen de dokter zei dat hij de machines zou afkoppelen sloot ik mijn ogen. Pijn scheurde mijn lichaam uiteen. Het voelde alsof mijn hoofd ontplofte. Mijn botten werden een voor een gebroken, mijn armen werden uit de kom getrokken en toen was het over. De pijn ebde weg en ik opende mijn ogen. Alles was wazig, licht scheen in mijn ogen.
"Welkom terug Amy."

Reageer (3)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen