``27``
Was ik echt zo bang dat ik me dingen ging verbeelden? Mijn schouder voelt stijf maar ik heb geen zin om hem te masseren of er verder aandacht aan te besteden. Sam draait zich om en stoot een zacht gekreun uit. Onderzoekend kijk ik naar zijn gezicht. Zou hij vannacht weer een nachtmerrie krijgen? Mijn rustloosheid die eerst alleen in mijn hoofd had gezeten verspreid zich nu naar mijn lichaam. Ik ga overeind zitten en kijk naar de half verlichte kamer. Mijn voeten raken het zachte stof van de grond. Even blijf ik zo zitten. Als mijn lichaam nog steeds rusteloos voelt sta ik op en trek een joggingbroek aan. Zo stil als ik kan loop ik naar de deur en draai hem van slot. Het kan vast geen kwaad als ik eventjes naar het kleine restaurant ga van het hotel.
‘mag ik een glas melk?’ vraag ik aan het oude vrouwtje dat achter de bar zit. Ze kijkt me over haar bril aan. Haar ogen zijn groot en helder. ‘natuurlijk mijn kind, wil je het warm en met misschien een blokje anijs?’ even breekt er een glimlach door. ‘graag’ ze verdwijnt even achter en komt daarna met een dampende kop melk. Hij ruikt heerlijk naar anijs. ‘kan je niet slapen?’ ik schud mijn hoofd en sla een zucht uit. ‘wat spookt er door je hoofd kindje?’ het vrouwtje gaat op de barkruk naast me zitten. Haar bril vergroot haar ogen nog meer. ‘ik zit er nog al mee, met die moorden’ het vrouwtje kijkt me onderzoekend aan. ‘het gaat er hier al lang zo aan toe’ er klinkt verdriet door haar stem. Bijna bitterheid. ‘wat bedoelt u?’ het vrouwtje loopt weer even weg en komt dan met een doosje terug. Ze opent het. Er liggen allemaal kranten knipsels in. ‘ooit wilde ik het oplossen, waarom die meisjes vermoord werden.’ Ze kijkt met veel medelijden naar de krantenkoppen. ‘was u een van de meisjes?’ het vrouwtje pakt een van de krantenkoppen eruit en geeft hem aan mij. Ze was inderdaad een van de meisjes. ‘waarom bent u nooit weggegaan?’ ze lacht even. ‘omdat ik de meisjes nu wil beschermen, ik laat ze hier werken zodat ze niet hoeven op te passen’ ik neem een slokje van mijn melk. Ons gesprek zet zich voort. Als ik mijn kop melk op heb rek ik me uit. Nu masseer ik mijn schouder wel. ‘ heb je allang last van je schouder?’ vraagt ze. Ik knik. ‘maar ik moet nu echt gaan, voor mijn metgezellen zich zorgen gaan maken’ ik neem afscheid.
Reageer (1)
o.o Een van de meisjes o.o Die nu oud en versletuh is Net zoals elk ander meisje zal worduh
1 decennium geleden