Mijn hoofd voelt zwaar en bonkt zachtjes waardoor ik een beetje wazig begin te zien. Mijn ogen richten zich op mijn wekker waar ik zie dat het al drie uur 's nachts is. Niet dat het mij wat uitmaakt, ik ga toch niet naar school morgen. Eigenlijk ga ik al een hele tijd niet naar school. De laatste dagen gingen als een treurige grijze waas voorbij. Misschien waren het zelfs weken, ik heb geen gevoel van tijd meer. Ik voel me sowieso niet vrolijk, de laatste keer dat ik dat was lijkt zo ver weg. Ik wil er het liefst naar grijpen en het weer terughalen om me beter te voelen. Maar hoe ik het ook probeer, me strek, me frustreer, ik kan er niet bijkomen. Ik kijk naar de grote lap tekst die ik geschreven heb. Mijn ogen staren alleen, ze lezen niet door de tekst maar zien alleen de zwarte letters in een krullerig lettertype. Het is laat en ik heb geen motivatie om te gaan slapen. Ookal schreeuwt dat bonkende gevoel in mijn hoofd erom, ookal dreigen mijn ogen dicht te vallen. Ik wil liever verder schrijven, maar het beeld voor me word licht wazig zodat ik tot mijn grote irritatie niet verderkan. Ik sta op, ik voel de druk op mijn billen tintelen van het lange zitten en mijn benen zijn niks anders dan lichte spaghetti. Ik dwing mezelf mijn been op te tillen en een stap te zetten. Met een zachte plof komt mijn voet terecht op het lichtgetinte tapijt. Het is nu bewezen, ik ben een levenloze zombie. Met een harde plof land ik op de zachte kussens van mijn bed. Moet ik zo de rest van mijn leven doorbrengen? Ik wil het niet, maar ik kan er ook niks aan doen. Ik moet dit gewoon van dag tot dag uitzitten tot ik de grip op mezelf weer terugkrijg. Hoe stel je je dit ook voor? Een gebroken hart, verdriet, maar ook een zware haat. Het hopen op gerechtigheid maakt me ook zenuwachtig, ik word er gewoon misselijk van. Het is veel, en hoe de mensen om me heen me ook proberen te helpen, ik laat ze niet toe. Waarom eigenlijk, zou het me niet goed doen? De woorden van de psychiater draaien door mijn hoofd. Ik huiver even van de woorden waar ik eigenlijk ietwat gedwongen naar heb moeten luisteren. Ergens vraag ik me af of het allemaal wel klopt, dat ik de woorden van iemand met liefdesverdriet op dat punt maar beter met een korreltje zout kan nemen. Ik haal mijn hand door mijn haren vol met knopen, en besluit weer voor mijn verhaal te gaan zitten. Ik dwing mezelf op te staan en slenter met diepe stappen weer naar mijn beeldscherm toe. De kamer vult zich weer met niets anders dan de tikkende geluiden van de toetsen.

Ik moet weer denken aan het moment. Dat ene moment dat ik wist dat het goed fout was, dat ene moment dat ik volledig geloofde in de gekke fantasieën in mijn hoofd. Als er iets moest gebeuren dat mijn leven weer compleet overhoop zou moeten gooien, dan was het dat wel. Dat moment dat ik dagdromend uit mijn raam zag te kijken en iets zag wat me gelijk weer terug naar die dag bij de fountain wierp. Ik zag ze: de zwarte diepe brillenglazen die onophoudelijk gericht waren op het oppervlak van mijn raam, gericht op mij. Mijn hart bonste in mijn keel waardoor ik langzaam besefte dat dit niet de eerste keer was dat ik bespied werd. Die vieze vent die niks anders dan gestoord was, wilde zeker weten iets van me. Maar blijkbaar hadden die talloze keren dat ik schreeuwde door de telefoon geen lampje laten brandden. Ik probeerde mezelf kalm te houden en zo normaal mogelijk weg te komen bij dat raam. Ik wist helemaal zeker dat dit een hele lastige zaak was en de politie bellen waarschijnlijk geen zin had. Wat kon ik dan zonder bewijs? En zelfs als ik dat had, hij was volledig gehuld in een jas en niet herkenbaar. Ik was de enige die gewoon wist wie het was. Zo begon het dus, een lange tijd in onzekerheid. Hij dook steeds vaker op, ik moet toegeven dat het gewoon idioot is hoe makkellijk ik hem opmerkte. Als hij echt een goede stalker was geweest had hij zich goed verborgen, maar nee hij dook op achter het hoekje van de muur, naast de lantaarnpaal, steeds weer in diezelfde kleding. Nou moet het niet de indruk wekken dat het elk uur raak was. Maar na minstens 1 keer per dag op het hoogtepunt, was het behoorlijk eng aan het worden. Ik durfde het niemand te vertellen, en ik was bang voor gek verklaard te worden. Je hoort het vaak genoeg, mensen die een beetje paranoïa zijn en denken gevolgt te worden. Alleen was dit het echte werk. Als ik fietstte ging ik zo hard als ik kan van mijn huis naar de bestemming. Als ik liep keek ik regelmatig achterom en voor ik ergens inging checkte ik eerst de omgeving. Ook heb ik me op de social media heel erg gedeist gehouden kwa privacy. Je weet wat ze zeggen, je kunt gewoon alles over iemand te weten komen. Net stalken, maar dan gewoon legaal. Ik was helemaal buiten zinnen wat te doen. Na een tijdje dook het gekke idee in me op om gewoon wat bewijs te verzamelen buiten het feit dat ik niks kon bewijzen. Het is gewoon een goed gevoel te kunnen bewijzen dat je niet gek bent, mocht ik ooit zo wanhopig raken en het iemand proberen uit te leggen. Ik heb me redelijk schuldig gevoeld tegen de mensen in mijn omgeving. Die heus niet dom waren en ergens wel in me hebben gezien dat iets niet in de haak was. Maar elke keer maakte ik ze wijs dat het goed ging, wat was ik een idioot. Als iets je dwarszit zijn er genoeg plekken waar je terecht kunt. Dat is me nu heel goed duidelijk gemaakt, maar dat was me toen nog niet doorgedrongen. Ken je dat? Dat gevoel dat het allemaal op den duur wel ophoud?

Reageer (1)

  • Malony

    Yeah nieuwe pagina :D sorry ik kan niet verder met m'n iPod kan ik niet echt een story schrijven en m'n pc heeft geen internet meer :( hoop dat ik ook weer snel verder kan

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen