Veel leesplezier!
xx

‘Hoe vaak zit jou naam er eigenlijk in?’
Ik en mijn allerbeste vriendin Meadow Cryden zitten op één van de dertigduizend kleine, grijze, met mos en gras begroeide rotsen aan de rand van het bos van Blue Riff – het ergste land ooit - waar we jammer genoeg allebei wonen. Ik vind het echt zó verschrikkelijk dat ik hier woon, ik zou nog liever doodgaan. Maar dat kan niet. Dan zou ik Maci en mijn moeder zó erg pijn doen… Soms denk ik dat ik eigenlijk alleen voor hen leef. Mijn vader haat ik. Hij heeft mij bij mijn moeder toen Maci net geboren was hier gedumpt, en is weg gegaan. Mijn moeder kon natuurlijk niet achter hem aan komen, met een twee dagen oud dochtertje dat Maci Liv Caulton heette – en nu nog steeds zo heet –, en haar vijfjarige zus Ief voor wie natuurlijk ook gezorgd moest worden. Dus we bleven hier. Jammer genoeg voor altijd. DE rest van mijn moeders leven in elk geval. Je zou denken dat hier alles blauw is, omdat het Blue Riff heet. En het hier fantastisch is, omdat het hier groot is, en je overal om je heen natuur ziet. Maar dat valt wel mee – het valt zelfs behoorlijk tegen. Elke dag is hetzelfde. Even erg, even saai, even onrechtvaardig, even verschrikkelijk. Mijn jongere zusje Maci vind het hier wel leuk, want ze is dol op de natuur. Kleine lichtblauwe, stomende watervalletjes met grote keien erin waar waar ze behendig overheen klautert. Grote fruitbomen, waarvan de takken doorbuigen buigen van de grote hoeveelheid sappig en rijp fruit dat erin hangt. Grote met mos en takken overwoekerde rotsen en grotten met hier en daar een ingang waar ze altijd verstoppertje speelt met haar beste vriendinnen Quinn Damnell, Saffron Leaven, en Melody Appher. Voor haar is het hier een veilig toevluchtsoord, een plek waar ze gelukkig is. Voor mij is het een hel. De ergste plek op aarde. Ten eerste: De helft van de bewoners worden geboren uit bloemen. Ten tweede: Daardoor hebben we te veel bewoners. Ten derde: Dus ze vermoorden de niet bloemen mensen. Ten vierde: Je word op je achtste, tiende, dertiende en vijftiende uitgeloot om te blijven leven. Ten vijfde: De lootjes zijn duur. Ten zesde: Maci is nu acht. Ten zevende: Ik ben nu dertien. Ten achtste: Misschien gaat Maci dood. Ten negende: Misschien ga ik dood. Ten tiende: Misschien gaan we allebei wel dood. Het is een verschrikkelijk oneerlijk systeem, want ze veranderen het om de zoveel tijd. Mijn moeder dacht dat ik en Maci “veilig” zouden zijn, omdat het systeem al tweehonderd jaar niet veranderd was toen ze mijn vader ontmoette. Soms haat ik haar erom, omdat door háár Maci zometeen dood is. Of ik. Nee, dat boeit me niet, als ik doodga, moet ik mezelf herinneren. Natuurlijk boeit het me niet als ik doodga; alleen gekgestoorde mensen die om niemand geven: hén boeit het wat. Mij niet. Mij boeit alleen dat Maci blijft leven.
‘Drie keer.’ Antwoordt ik op Meadows vraag. Maar het boeit me niet als ik doodga.
‘Wow.’ Zegt ze ongelovig. ‘Jij en Maci allebei?’
‘Nee. Alleen Mees. Ik één keer.’ Ik zou liever mijn lootje aan Maci geven, zodat ze er vier keer in zat. Maar mijn moeder zei: ‘Maci en jij moeten allebei blijven leven. Anders ga ik oak dood, van verdriet.’ Daarna was het stil geworden.
‘Maar dat is superweinig! De kans dat je word gekozen is dan super-’
‘Groot. Groot genoeg.’ Meadow zit er twee keer in. Altijd. Elk jaar.
‘Maar is er ooit iemand gekozen wiens naam er één keer in zat?’ vraagt ze, terwijl ze me doordringend aankijkt. ‘Nee.’
Nee. Dat weet ik zelf ook wel. 
 ‘Dus. Je naam móét er vaker in.’ zegt ze zo vastberaden, dat ik er jaloers om word. Ik ben niet zó vastberanden dat ik iedereen van wie ik hou in veiligheid kan brengen. ‘En daar gaan wij voor zorgen.’ Ze kijkt me doordringend aan, en ik weet dat ik wel mee móét werken. 
   ‘Wat jij wilt.’ 
   ‘Ief, het lukt heus wel.’ Ze slaat haar hand om mijn schouder. Ik ruk hem met een scherpe beweging  weg.
   ‘Nee Meadow, het lukt niet. We verdoen onze tijd.’ Zeg ik kortaf. Ze werpt me een blik, die zeker weten een gedecideerd “het lukt wel” moet betekenen toe - waar ik heel erg ge?rriteerd van raak. Boos sta ik op en been ik met grote passen weg. Als ik Meadow op hoor staan en hard: ‘Ief! Wacht!’ hoor roepen begin ik te rennen. Wat heb ik het geluk dat ik toen Maci een jaar of zes was en de hele tijd wegliep om naar het bos te gaan steeds achter haar aan moest rennen! Daardoor kom ik nu moeiteloos en snel vooruit op de met mos begroeide en met klimop en onkruid overwoekerde gladde rotsen waar ik al mijn hele leven overheen klauter. Zo snel als ik kan terwijl ik aan het rennen ben, maak ik in mijn hoofd een lijst met van mijn verstopplaatsen waar ik heen kan zonder naar de andere kant van Blue Riff te reizzen – waar ik vaak ben omdat mijn oma daar woont - , en die Meadow niet kent. De kleine grot naast de rotsrichel, dichtbij het huis van Saffron. Geen optie. Saffron en Maci zijn daar misschien; het is een van hun lievelingsverstopplekjes. Mijn huis. Dat is denk ik de allereerste plek waar mijn op dit moment verschrikkelijk vervelende allerbeste hartsvriendin gaat kijken. Het weiland waar ik altijd samen met Maci aan het begin van de lente heel voorzichtig bloembolletjes uitgraaf om in onze tuin te planten en om in potjes te doen om in huis te zetten. Hoe moet ik me daar in hemelsnaam in het midden van de herfst in een saffierblauw tuniekje met een zwarte leggin verstoppen? Een van al deze dertigduizend rotsen. Ik heb echt geen zin om de rest van de dag verscholen tussen de rotsen te zitten en te hopen dat niemand me vindt. Het huis van Meadow. Lekker zlim bezig Ief, geweldig plan: Naar het huis van Meadow gaan terwijl je haar probeert te ontlopen. Het park. Ja, dat is denk ik de enige plek waar ik heen kan, zonder meteen gevonden te worden of de hele dag mezelf dood te vervelen. Misschien is mezelf doodvervelen eigenlijk een best slim plan. Dan hoeft Meadow dat stomme geld-verdien-gedoe niet verder uit te denken. Ief! Wat ben je toch harteloos. Iemand wil je helpen, en wat doe je? Je loopt boos weg en hoopt dat je jezelf doodverveeld om diegene te laten zien dat het geen nut heeft om je in leven te houden. Wat ben je toch een ongelofelijk laf mens. 

Reageer (2)

  • RueW

    Duss... Wanneer gaat mevrouwtje verder?

    1 decennium geleden
  • nientjemalik

    sommige dingen horen schuin te staan

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen