Als ik wakker word, hoor ik de muziek nog steeds zachtjes aanstaan. Chris zit op zijn bureaustoel en is hoogstwaarschijnlijk in slaap gevallen tijdens het tekenen. Ik rol de bureaustoel waar hij opzit naar het bed en til hem eraf. Ik leg hem in bed. Ik loop naar het bureau en bekijk zijn tekenen. Één tekening valt me erg op. Ik zie mezelf met mijn rug tegen een boom staan. Ik heb een roos in mijn hand. Chris staat voor me. Hij leunt met zijn hand tegen de boom. Ik kijk naar de roos. Zijn voorhoofd ligt tegen het mijne aan. Zal hij me leuk vinden, zal hij homo zijn? Opeens hoor ik mijn naam. Chris is wakker geworden en is rechtop gaan zitten. ‘Goedemorgen’, zeg ik.
‘Goedemorgen’, zegt hij slaperig terug. Hij staat op en loopt naar me toe. Ik leg snel de tekening weg.
‘Wat deed je?’ vroeg hij.
‘Niks hoor’, zeg ik zenuwachtig.
Hij legt zijn hand op mijn schouder. Er gaat een schokje door me heen, zo van “Wow, wat doet hij nou?”. Ik rol de stoel naar achteren en sta op. ‘Ik ga even douchen’, zeg ik, en ik loop de kamer uit. Ik draai het slot van de badkamer dicht. Ik laat het bad vollopen, trek mijn pyjama uit en gooi hem in de wasmand. Ik wacht even totdat het bad volgelopen is, en stap dan voorzichtig in het hete water.
Ik zie Chris zijn gevallen potlood oppakken. Ik zie aan zijn ogen dat hij een beetje duizelig is. Hij zet de punt op het papier en begint te tekenen. Als hij merkt dat de punt minder scherp is geworden, pakt hij zijn puntenslijper en slijpt hij hem tot een heel scherp puntje. Als hij zijn puntenslijper heeft neer gezet, en weer wil beginnen met tekenen zie ik zijn ogen even omdraaien, hij valt van zijn stoel. Zijn ogen draaien terug, hij kijkt recht naar het plafond. Het potlood dat hij van schrik los liet, valt naast hem neer, met de punt in de grond. Hij leunt op de stoel en staat op. Als hij weer wil gaan zitten, rolt de stoel een beetje naar achteren. Hij houdt zich stevig vast aan het bureau, maar trekt het mee naar achteren. De zeven ook vlijmscherp geslepen potloden belanden stuk voor stuk in zijn borst.
Ik knipper een paar keer uit mijn ogen en klim dan zo snel als ik kan het bad uit. Ik pak een handdoek en bindt hem om mijn middel. Ik ren Chris’ kamer binnen en zie het potlood uit mijn visioen op de grond vallen. Ik pak het op. Chris kijkt me geschrokken aan. ‘Wat is er met jou..? Oh’, zegt hij met een lange uithaal. ‘Je had weer een visioen. Heb je me al gered?’
Ik knik met openmond.
‘Wil je dat ik vanmiddag meega naar dat Tijd Lezing gedoe?’
‘Ja, heel graag.’
Hij wijst naar me. ‘Leuke kleren heb je aan.’
Ik lach en loop weer terug naar de badkamer. Ik droog me af en kleed me aan. Als ik aangekleed ben gaan Chris en ik naar beneden. Zijn moeder heeft een ontbijt voor ons klaarstaan.

’s Middags gaan we naar Tijd Lezing. Chris’ moeder brengt ons met de auto, want zij moet toch al die richting op om naar het uitzendbureau te gaan. We lopen een gang binnen. Een vrouw achter de balie wenst ons een goede middag toe. Ik loop naar haar toe en zeg: ‘Goede middag. Ik ben opzoek naar een vrouw die hier werkt. Ik had gisteren met haar gebeld over dat ik steeds rare visoenen krijg’.
‘En de naam is..?’
‘Sebastiaan Snipper’, zeg ik op mijn vriendelijkst.
‘Ik zal even kijken.’ De vrouw tikt wat in op de computer. ‘Je sprak met Laura Teneuse, is het niet?’
Ik knik.
‘Aan het einde van deze gang is een wachtkamer. Als jullie daar even willen wachten.’
Chris en ik bedanken de vrouw en gaan naar de wachtkamer. We blijven er een tijdje zitten. De deur van Laura’s kamer gaat open. Ze komt naar buiten. ‘Ben jij Sebastiaan? En jij bent dan vast Chris’, zegt ze.
Chris en ik kijken elkaar aan. We hebben zijn naam nooit genoemd, denk ik. We lopen achter de vrouw aan, het kamertje binnen. Ze gaat zitten, en zegt dat wij ook mogen zitten. We doen wat ze zegt. ‘Heb je nog visioenen gehad sinds gisteren?’ vraagt ze.
Ik knik. Chris wrijft over mijn rug.
‘Kan je me vertellen wat je zag?’
‘Ik zag hoe Chris werd doorboord door potloden’, zeg ik kort.
De vrouw knikt en schrijft op een bijna vol papier wat ik net zei. De rest van de teksten is wat ik gister aan de telefoon zei. ‘Het heeft alleen met hem te maken, hè?’ vraagt ze terwijl ze naar Chris wijst.
Ik knik. De vrouw schrijft wat op. ‘Denk je dat als je niks doet het dan echt uitkomt?’
‘Ik weet het eigenlijk niet. Ik heb het nog nooit zover laten komen dat ik zou denken van, dat scheelde maar een haar… Of ja, toch wel. Toen aan tafel. Ik denk wel dat het echt is. Met de jus… Dat was bijna raak.’ Ik kijk naar Chris. Hij knikt.
‘Hoe lang zijn je visioenen ongeveer?’
‘Niet langer dan een minuut geloof ik.’
De vrouw knikt. ‘Ik wil je eigenlijk even in ons internaat houden, voor onderzoek op wat jij visioenen noemt.’
‘Gelooft u mij niet?!’ vraag ik boos.
‘Ik wil alleen zeker zijn. Ik bel je ouders zodat zij op de hoogte zijn van je verblijf hier. Wil je dat ik je moeder of je vader bel? Of de huistelefoon?’
‘Ik heb geen vader meer, en mijn moeder interesseert het toch niet’, zeg ik bot. ‘Bel Chris’ ouders maar, daar logeer ik een tijd.’
De vrouw begeleidt ons naar de wachtkamer. Het duurt een tijdje en dan komt ze weer. ‘Ik heb met Chris’ ouders een bodyguard geregeld, voor Chris. Hij zorgt er voor dat Chris niks overkomt. Zo kunnen we ook meteen zien of je visioenen echt of nep zijn.’
Ik knijp en Chris’ hand. Hij houdt de mijne ook stevig vast.
‘Chris kan jij naar huis gaan? Dan begeleid ik Sebastiaan naar zijn kamer waar hij het met een andere jongen deelt die heeft ook een bijzondere gave.’
Chris knikt. We staan op en knuffelen elkaar. ‘Misschien is dit wel de laatste keer dat ik je zie’, zeg ik met tranen in mijn ogen.
‘Ik wil je beloven dat het niet zo is, maar weet wel, dat zolang je visioenen krijgt over me, leef ik nog.’
Ik knik. ‘Doei’, zeg ik.
Chris zwaait en loopt weg. Ik volg de vrouw.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen