Ik zit op de bank. Ik kijk naar het zwarte beeld van de oude televisie. Chris zit naast me. ‘Ik had zo’n rare droom vannacht. Ik had steeds visioenen over je dood’, zeg ik. Chris kijkt me wazig aan. Niet alleen dat, hij wordt zelf ook wazig. Ik kijk geschrokken op als ik hem langzaam zie verdwijnen. Als ik met mijn hand naar hem toe reik, waait zijn lichaam weg alsof het een hoopje zacht zand is. De hele omgeving om me heen verdwijnt. Het enige wat er nog staat, is de bank. In een grote zwarte ruimte. Als ik van de bank afspring, val ik de grote zwarte diepte in.

Ik schrik wakker met het woord: ‘Chris!’ Ik kijk paniekerig om me heen. Maar ik lig gewoon in bed in huisje nummer 13. Bowen kijkt me bezorgd aan, en zegt: ‘Dat was geen leuke droom.’ Ik knik. ‘Dat was het zeker niet.’
‘Die Chris moet veel voor je betekenen’, zegt hij. Ik knik. Ik sta op en loop naar de keuken. Ik zoek in de kastjes naar een glas. Bowen komt naar me toegelopen met een glas water. ‘Dit zocht je, toch?’
Ik knik. Ik pak het glas aan en neem een flinke slok. Ik ga op de bank zitten. Bowen komt naast me zitten. Ik staar in mijn glas. ‘Chris! Hij kan nu wel dood zijn!’ verluister ik. Ik zoek naar mijn mobiel. Als ik hem heb zoek ik meteen naar het nummer van Chris. Ik druk op het groene telefoontje. Ik wacht tot er wordt opgenomen.
‘Hé, met Chris’, klinkt een koele stem. Ik zucht. ‘Gelukkig, je leeft nog.’
‘Heb je weer een visioen gehad?’
‘Ja. Ben je al bij het treinspoor geweest vandaag?’
‘Nee?’
‘Niet doen. Echt, niet doen.’
‘Oké prima.’
‘Ik wil dat je de rest van de week niet meer over het treinspoor gaat. Desnoods ga je met de auto of de bus naar school.’
‘Waarom bel je me niet gewoon, als je weer een visioen hebt? En ik beloof dat ik niet meer over het treinspoor ga.’
‘Oké, doei dan.’
‘Doei Bassie.’
Ik stop mijn mobiel weer in mijn zak en ga naar buiten. Even tot rust komen. Ik ga weer op het bankje zitten waar ik gistermiddag ook opzat. Een meisje met lang bruin haar tot haar knieholtes staat in het gras. Ze kijkt naar het water. Een steentje dat op het water ligt, drijft heel de tijd in perfect gevormde rondjes. Ik kijk aandachtig naar de manier van hoe het meisje het steentje met haar ogen leidt. Ze heeft door de ze bekeken wordt, en kijkt op. Ik loop naar haar toe. ‘Hoi. Mooie kracht heb je daar’, zeg ik. Ik wijs naar het steentje dat naar de bodem zinkt.
‘Bedankt. Voor mij is er geen kunst aan.’
‘Hier kan ik wel de hele dag naar kijken.’
Ze lacht. ‘Nieuw hier?’
‘Hoe weet iedereen nou dat ik nieuw ben? Het terrein hier is zo groot!’
‘Het is gewoon zo overduidelijk. Je doet zo van “Wat is dat, wat is dat?”. Ik vind het wel schattig.’
‘Ik ga weer’, zeg ik. Ik loop naar het grote gebouw, in het midden van het terrein. Ik ga naar binnen en zie een balie staan. Ik loop ernaartoe en vraag aan de man die daar zit: ‘Hoe lang moet ik hier eigenlijk zitten?’
‘Totdat we erachter zijn waarom jij je gave hebt.’
‘En hoe gaan we daar achter komen?’
‘Laura was net van plan een afspraak met je te maken, Maar nu je hier toch bent, we willen dat je een afspraak met mevrouw Zendaya maak. Zij kan met geesten praten. Wij denken dat er een geest in jou zit die wil dat jij iets voor hem doet, en dat wil hij of zij duidelijk maken door jou onderdruk te zetten.’
Ik knik. Ik zou graag een afspraak willen maken met haar.’
‘Het kan vanmiddag nog.’
‘Doe maar’, zeg ik met een glimlach. ‘Ik kan alle tijden dus het maakt niet uit wanneer.’
‘Het kan nu..’ zegt de man.
‘Fijn!’ zeg ik opgewekt.
De man loopt voor me uit en gebaard dat ik hem moet volgen. Hij klopt op de deur aan het einde van de lange gang.
‘Kom binnen!’ hoorde ik een vrouwenstem zeggen. De man hield de deur voor me open. ‘Dit is Sebastiaan. Laura komt zo hier heen. Je kan hem alvast wel wat vragen stellen’, zegt de man tegen mevrouw Zendaya. Ze knikt goedkeurend. ‘Neem plaats jongen.’
Ik doe wat ze zegt.
‘De visioenen jongen, is het niet?’
Ik knik. We hebben een kort gesprekje over mijn visioenen totdat Laura binnen komt. ‘Mooi zo, je bent er al Sebastiaan.’ Ze komt naast me zitten. Er word nog een keer aan mij verteld over wat ze denken over die geest.
Als ze uitgepraat zijn haalt mevrouw Zendaya een potje uit haar tas die ze openmaakt. Ik kijk er naar. Ze pakt mijn hand die ik op tafel heb liggen. Ze laat wat blauw poeder uit het potje op mijn hand vallen. Het poeder tintelt op mijn huid. Zendaya legt haar hand op de mijne en wrijft het poeder uit over mijn hand terwijl ze iets onverstaanbaars mompelt. Ik ben stil en luister naar het gemompel van Zendaya en het geknars van het poeder.
Zendaya kijkt me aan. ‘Je bent bezeten door een geest die zijn moeder wil vertellen dat het hem spijt. Ik heb een naam en een adres gekregen van de geest.’ Dan kijkt ze omhoog en legt haar hand weer op de mijne. ‘Oh jongen. We gaan vanmiddag met je moeder praten, als jij belooft deze jonge met rust te laten.’ Ze wacht, alsof ze op een antwoord wacht. Dan staat ze op en schudt de hand van Laura en mij. ‘Vanmiddag om 4 uur zie ik jullie hier graag weer’, zegt ze.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen