Foto bij ~01~ Isabelle

ITwilightfan

Traag liep ik achter de mannen aan.
Het was eind november, dus het zou niet lang meer duren voor de jacht weer begon. De vreselijke jacht op wilde dieren, die niemand iets deden.
Ik wist dat gewoon zeker, maar niemand geloofde mij. Waarom zouden ze?
Waarom zouden ze naar de dochter van de slager luisteren? Het was toch alleen maar onzin wat mijn mond verliet.
Dat was wat de bewonders dachten, maar dat was een keiharde leugen.
Ik mocht dan misschien geen verstand hebben van jagen - iets wat mijn vader verschrikkelijk vond - maar ik wist dat alles met een reden kwam.
De dieren waren niet voor niets hier, en de jagers ook niet.

Na enkele dagen hadden de jagers nogsteeds geen spoor van de wolven gevonden. Ja, ze joegen op wolven. Die de rest van het wild opat, zodat de mens niet meer zou hebben. Wat een onzin.
De mens had meer dan genoeg van de natuur afgepakt, maar dat beseften we niet. De mens is zo dom.
Ik beschouwde me daarom ook liever als dier. Vanaf jongs af aan voelde ik en connectie met de beesten. Ze waren veel slimmer dan de mens, hadden betere zintuigen en waren sneller.
Niet dat ik dat ooit hardop zou zeggen, dat zou mijn dood worden. Ze waren hier streng als je je mening uit.
Ons dorp liep ver achter in tegenstelling tot de rest van de wereld. Hier moest je jagen voor de kost, en was niemand gelijk.
We waren zelfzuchtige moordenaars, ookal noemden ze zichzelf niet zo, het was wel zo.

'Zien jullie dat meisje?'
Ik keek op van de plotselinge stem. Het was geen mens die sprak, dat kon je herkennen.
'Heeft ze je gehoord?'
'Nee natuurlijk niet! Ze kan ons niet horen!'
Ik keek schichtig om me heen, ik hoorde duidelijke stemmen.
'Wie zijn jullie?? Laat me met rust?' Schreeuwde ik. De stemmen leken verward, en ik hoorde dat ze nadachten.
Van alle kanten klonk geritsel en bang hield ik mijn adem in. Dit was het dan, de dood.
'Ze kan ons horen!'
'Ze is ook een Whisperer!'
De stemmen riepen door elkaar heen, maar je hoorde telkens dezelfde woorden.
Whisperer.
Wat zou dat zijn?
'Waar hebben jullie het over? Ik ben geen Whisperer, ik weet niet wat dat is! Laat me met rust, ga weg!'
De stemmen dropen af, en één enkele stem sprak tot me.
'Isabelle Jury Capula, luister!'
Zijn stem deed me rillen, en ongemakkelijk wreef ik over mijn arm.
'Isabelle Jury Capula!' Schreeuwden de stemmen weer door elkaar.
Ik sloeg mijn handen over mijn oren, hopend het geluid te dempen, maar het werd alleen maar erger.
Zachte snikken verlieten mijn keel, en verschillende druppels met zoute tranen gleden mijn mondhoeken in, terwijl anderen op de grond uiteen spatten.
Dat ene simpele geluid liet de stemmen ophouden.
'We maken haar bang, dat kan niet! Wees stil en wacht op Christopher!' Beval de lage stem weer.
Het was minuten lang stil, en daar was ik erg blij mee. Ik keek om me heen naar een eventuele uitweg.
Ik zette me af van de grond, en rende zo snel als ik kon een kant op, hopend de goede kant.

'Ze gaat weg! Houdt haar tegen!' Beval de stem, en vanaf alle kanten hoorde ik voetstappen mijn kant op komen. En het waren geen menselijke voetstappen.
Vanaf de zijkant doken wolven op, die me probeerden te laten stoppen. Maar ik rende gewoon door.

Totdat ik van de grond werd gegrepen door een stel armen. Ik probeerde me los te worstelen, maar het werkte niet, dus gaf ik me over.
De persoon zette me op de grond, en draaide me naar zich toe.
Een man van rond de twintig keek me geschokt aan. Hij streek even door mijn haren, en gebaarde naar iets achter zich. Een wolf kwam op ons aflopen.
'Luister Isabelle, je bent speciaal, je bent een Whisperer! Dat ben ik ook, en ik zal je helpen. Ik beloof het.' Zei de man vriendelijk.
De wolf kwam naast ons staan, en boog nederig door zijn knieën.
'Een Whisperer kan dit soort wolven verstaan, en is geboren om hen te leiden. Jij bent geboren om hen te leiden!'
Dit kwam als een schok aan voor me. Ik was nutteloos, geschapen door de duivel, volgens velen.
'Ma-Maar jíj bent ook een Whisperer. Ben jij dan niet geboren om te leiden?'
Hij glimlachte charmant naar me, en keek me even vluchtig aan.
'Ja, dat ben ik, maar nu je hier bent is het de bedoeling samen over de wolven te leiden.'
Ik liet de informatie door mijn hersenpan stromen voor ik iets zei.
Hij zag dat ik het begreep en wenkte de andere wolven. Ze gingen in een kring staan, en bogen op hetzelfde moment.

'Lieve Isabelle, ik weet dat het onverwachts is, maar luister alsjeblieft naar me. Wij Whisperer's zijn voor elkaar geboren. Het was geen toeval dat wij samen over de wolven moesten waken. We zijn voorbestemd. Lieve Isabelle, geef me toestemming om je te dienen, je lief te hebben zoals geen ander kan. Geef me toestemming om jou hart te stelen, en nooit meer te verlaten. Geef me toestemming om je mijn hart te geven. Alsjeblieft lieve Isabelle, geef me toestemming om van je te houden, tot in de eeuwigheid.'
Een beetje overdonderd keek ik hem aan, maar in zijn ogen stonden geen enkele twijfel.
'Ik geef je mijn toestemming!'
Hij kreeg een brede glimlach op zijn gezicht en hij drukte een tedere kus op de rug van mijn hand.
'Ik hou van je, lieve Isabelle!'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen