001.

Ik keek smekend in zijn ogen, dit mocht niet gebeuren. Dit kon niet gebeuren. Tuurlijk hadden we weleens kleine ruzies gehad, maar dat hoorde er bij toch? Ik keek hem in zijn ogen aan, die prachtige lichtblauwe ogen, die ogen waar ik vanaf de eerst dag al voor gevallen was. Mijn vader had me altijd verteld dat ogen de ramen van de ziel zijn. Ik vond het een mooi gezegde, maar geloofde er nooit echt in. Tot dit moment, want wat ik in zijn ogen kon zien. Die liefde waarmee hij me bekeek, gemengd met pijn omdat hij weg moest. Dat moest iets over zijn ziel zeggen. Ik vroeg me af wat hij in mijn ogen zou zien, waarschijnlijk pijn en de tranen die zich er verzameld hadden. Ik wilde niet dat hij me zag huilen dus met alle kracht die ik had, probeerde ik ze weg te drukken. Het lukte een beetje, maar toen pakte hij mijn beide handen vast. ‘Please, don’t cry.’ Mompelde hij. Ik schudde mijn hoofd om de tranen weg te laten gaan. Het mislukte, want bij de gedachte dat hij weg zou gaan, hoeveel ik ook zou smeken rolde een traan over mijn gezicht en viel op de grond. Meerdere tranen volgde. Ik had hem nodig. Hij was mijn held, mijn alles. Mijn armen sloeg ik om hem heen, in de hoop dat we altijd zo konden blijven staan. Helaas was dat niet zo en zou hij nog maar een uur bij me zijn en daarna in zijn vliegtuig stappen om weg te gaan. Maar nu stonden we hier en had hij zijn armen ook om mij heen geslagen. Hij drukte een kusje op me kruin. ‘I will never forget you.’ Fluisterde hij in mijn oor. ‘And I guess that if we are meant to be, we will meet again.’ Ging hij verder en ik hoopte dat hij gelijk had. Want misschien wist hij het nog niet, maar ik wist het wel; wij hoorde bij elkaar. Dus als zijn woorden klopte, dan zouden we elkaar weer ontmoeten. Dan zouden we elkaar weer vinden, op een onverwachte plek. Als we dachten dat we eindelijk over elkaar heen waren. Maar toch, wilde ik gewoon niet dat hij ging. Hoe moest ik verder leven zonder hem. Ik wist wel dat ik het zou redden, maar bij het idee stroomde er nog meer tranen over mijn gezicht. Het was fijn om zo in zijn armen te staan, dit kon ik uren doen. Alleen dit zou onze laatste uur samen zijn. Daarna zou hij gaan, terug naar zijn vaderland. Daar waar hij thuis hoorde, ook al voelde het alsof hij bij mij thuis hoorde. Ik onderbrak de stilte. Niet dat ik er last van had, want stiltes met hem waren niet erg, ze waren prachtig. ‘I’m going to miss you so bad.’ Hij glimlachte. ‘I’m going to miss you so much more.’ Hij was zo lief en dat maakte het idee dat ik hem heel lang niet meer ging zien niet echt makkelijk. Deze jongen, die ik pas een maandje kende, was zo veel voor me gaan betekenen. Ik slaakte een kleine zucht en vroeg me af hoe ik het zou over leven, als hij over minder dan een uur weg moest.
‘The airplane to Ireland leaves in half an hour and departs from Gate B.’ Galmde het door het hele vliegveld. Dit was het teken, het teken dat hij weg moest. Terug naar het land waar hij vandaan kwam. Hij gaf me nog een laatste liefdevolle blik in mijn ogen, een kus op mijn lippen en verloste zich vervolgens uit mijn greep. ‘Goodbye, my love.’ Fluisterde hij en toen pakte hij zijn koffer om richting Gate B te lopen. En daar stond ik, hopeloos. Ik voelde me weer het kleine meisje van 7 die haar vader was verloren. Dit was dan wel anders, omdat ik mijn vader echt nooit meer terug zou kunnen zien, maar het voelde precies het zelfde. Mijn benen verlamde toen hij verdween in de menigte en ik viel op de grond. Met mijn handen voor mijn ogen huilde ik, omdat ik bang was dat dit echt onze laatste minuten samen waren geweest en mijn hoop, om hem ooit nog te zien, hopeloos zou zijn. Ik tilde mijn hoofd op en keek in de richting waar hij was verdwenen. ‘Farewell, Niall Horan.’ Fluisterde ik.
Er zijn nog geen reacties.