Foto bij opdracht 1 - schrijfwedstrijd DSalvatorex

Don’t leave me today.

Langzaam kamde ik mijn lange blonde haren. Ik had geen haast, hoefde nergens naar toe en er zat niemand op me te wachten. Wel misschien toch één iemand. Jonas. Al zeven jaar zat hij op me te wachten. Niet letterlijk natuurlijk. Hij wachtte me op, hij wachtte op me. Hij was er gewoon altijd voor me, laten we het daar op houden. ‘Celia doe nou door, straks komen we nog te laat!’ Ik hoorde m’n zus van onder aan de trap nerveus roepen. Ze werd altijd nerveus als ze op de tijd moest letten. Ze was nooit echt goed geweest in het klok lezen want we hadden nog meer dan een uur. ‘Doe nou rustig, het is nog meer als een uur hoor!’ Riep ik maar terug. Ze moest toch door iemand gekalmeerd worden, mijn vader zou het zeker niet doen. Mijn ouders zijn sinds drie jaar gescheiden en hij heeft nog steeds geen nieuwe vriendin, of nieuwe hoop. Hij is er nog altijd niet goed van dat hij mama heeft geslagen, dat hij haar heeft weg gejaagd. Hoe hij het ook probeert. Ze zal nooit meer terug komen. Veruca en ik woonde om de maand bij mama. Eerst wilde mama om de twee weken, maar dat vonden we teveel gedoe. Gelukkig wonen ze wel nog steeds in hetzelfde dorp, dus we kunnen nog steeds naar dezelfde school. Maar nu genoeg miserabele jeugdherinneringen opgehaald. Ik was eindelijk klaar met mijn haren te kammen, nu op naar de make-up. De radio stond zachtjes te neuriën op de achtergrond.
‘Goeie avond, dit is het nieuws van zeven uur. Met enkele belangrijke hoofdpunten. Gisterennacht is een jongen verdwenen van rond de zeventien jaar. Zijn ouders belde de politie nadat hij na drie uur nog niet thuis was. Hij was voor het laatst gezien door zijn vriendin Celia Manford. Als iemand weet waar hij nu is, of waar hij zich zou kunnen bevinden, bel de politie.’ Ik liet alles vallen. Mijn wereld liet me vallen. Please don’t leave me today. Niet vandaag. Niet ooit. Alsjeblieft nooit. Celia Manford, voor het laatst gezien door zijn vriendin.. Ik zou worden ondervraagd. Ik zou niet mogen liegen, maar dat ging niet. Ik kon niet alles vertellen. Niet over hoe we elkaar ontmoet hadden. Dat was, uh, ilegaal om het zo maar te zeggen. Er klopte iemand op m’n deur. ‘Celia, wat is er nu weer aan de hand? Wanneer ga je nu eens leren om uit te problemen te blijven!’ Het was Veruca. Ze zag er niet kwaad uit, alleen maar teleurgesteld, ongerust en bang.

‘Je weet dat je naar de politie moet. Je weet dat je naar de ouders van Luca moet om het uit te leggen.’
‘Ik moet niets, niemand vraagt me ooit iets, waarom nu wel.’
‘Hallo! Wordt wakker jij kleintje. Je vriendje wordt gemist en zeg me nu niet dat Luca opeens de gewenste schoonzoon is. Je weet dat hij slecht is. Je weet het verdorie goed genoeg.’
Ik zuchtte. Altijd hetzelfde. Altijd het mama gedoe van haar. Ze was dan wel drie jaar ouder dan mij, maar ze kon me niet zeggen wat ik moest doen en wat niet. Ik was zestien. Oud genoeg om over mezelf te beslissen. Ik wist goed genoeg waar ik aan toe was en hoe ik het voor elkaar moest brengen. Ik was een kei in het manipuleren van mensen. Misschien moest ik daar niet zo trots over zijn, maar het had me al ver gebracht. Ik had connecties in de politiek en ook had ik vriendinnen met rijke ouders. Niemand wist dat ik in het echt een klein hoertje was dat verloofd was met haar pooier. Ja, we waren geliefden in een wereld waar niemand iets wist van liefde. Rijke dikkerds die zin hadden in goede seks. Politiekers die na lange eenzame nachten verwend wilden worden, waren nog maar een paar klanten van me. ‘Celia! Luister je wel naar me!’

Ik haalde mijn schouders op. Ik was te diep in mijn gedachten verzonken. Luca. Zou hij zijn ring nog om hebben. Zou hij zijn vermoord? Het was niet ongewoon in dit harde milieu waar we ons in bevonden. Niemand wist wat ik deed. Ik was één van de weinige hoertjes die nog thuis woonde en waarvan de familie nog niets van wist. Ik was een kei in het verstoppen van dingen. Ik had jaren lang mijn sigaretten verstopt voor mijn ouders, zelfs de drugs die ik kreeg van Luca wist ik zonder moeite te verstoppen. Ze hadden niets door, gewoon omdat ze nooit thuis waren. Ik miste ze nooit. Niet één keer waren ze er wanneer ze er moesten zijn. Net zoals de politie, ze waren nooit waar ze moesten zijn, maar waar ze niet moesten waren ze wel. ‘Wat voel je nu, opluchting?’
Ik schrok. Opluchting dat Luca weg was? Hoe durfde ze. ‘Zie je dit, klein onderkruipsel?’ Ik liet haar de ring zien die ik van Luca had gekregen. ‘Oh mooi, waar heeft hij die gestolen?’
‘Niet gestolen, maar gekocht in een juwelierszaak. 5 karaat.’
Haar ogen glinsterde jaloers. ‘Dat is een heleboel geld.’

Waarom moest ze over alles nadenken. Waarom had ze altijd een antwoord klaar voor de vraag die ik zelfs nog niet had gesteld. Waarom moest Luca me vandaag verlaten? Het maakt niet uit wanneer, hij mocht me nooit verlaten. Hij was die ene persoon waar ik niet zonder kon. Ik kon gemakkelijk zonder mijn familie. Heel gemakkelijk. Ik zag ze als een back up voor als ik alleen was. Ik was niet graag alleen. Het liet me eraan denken dat we allemaal afhankelijk van elkaar waren. De enige persoon waarvan ik afhankelijk van wilde zijn was Luca. En nu was hij weg, hij had me vandaag verlaten. Vandaag de dag dat we zes maanden verloofd waren. We zouden de huwelijksplannen vandaag in orde brengen. Hij beloofde me een grote bruiloft. Met voor alles een dekmantel. Hij was mijn dekmantel voor het feit dat ik niet alleen wilde zijn. Ik kon tegen de mensen zeggen dat ik niet alleen was, dat ik verloofd was.

Ik wilde niet naar de politie. Ik was bang dat ik mijn mond voorbij zou praten. Dat Luca daarom kwaad op mij zou worden, dat we uit een zouden moeten gaan omdat we niet bij elkaar mochten zijn van de wet. Het was namelijk illegaal om een hoertje te zijn en al helemaal om een pooier te zijn. Als die twee dan nog eens verloofd waren, tja. Hoewel, ik had nooit gehoord van een wet die belette dat een hoertje en haar pooier konden trouwen. Ach ja, een dekmantel was er voor iets, niet waar.

‘Celia, hoor je me wel!’
Ik haalde m’n schouders op, ik hoorde wat ik wilde horen en de rest kon me geen hol schelen. Iedereen kon me m’n rug op. Ik wilde alleen maar Luca. Ik wilde hem. Hij had mijn hart gestolen vanaf de eerste dag dat ik hem had gezien. Hij was een loverboy. Hij paaide me met pakjes en overdreven veel affectie maar na een tijdje werden die gevoelens die hij speelde, echt.
Hij werd echt verliefd op me, maar hij moest me in de prostitutie zien te krijgen, alleen zo kon hij werk vinden. Laten we even vergeten dat je ook eerlijk geld kan verdienen. In mijn wereld ging dat niet. In onze wereld ging dat niet. Er was nog iets belangrijks dat ons aan elkaar bond. Maar dat ging ik echt niet vertellen in het politiebureau.
‘Kom ik breng je naar de politie. Je kunt er niet onderuit Celia.’
Zuchtend stapte ik in de Audi die geparkeerd stond op het grind. Het grind knerpte op mijn hoge hakken. Langzaam stapte ik in, ik wilde zoveel mogelijk tijd winnen. Zo kon ik mijn verhaal een beetje voorbereiden. Wel we hadden het al voorbereid, hij wist dat er een kans was dat hij zou worden ontvoerd of zelfs vermoord. Ik gruwde bij dat laatste.

De auto stopte piepend voor het politiebureau. Ik had alles nog eens herhaald wat hij me verteld had. Ja, het zou nog wel lukken. Misschien trapte ze erin. Nee, ze zouden erin trappen, een tweede kans had ik niet. Ik melde me aan, aan de balie. Een vriendelijke man zei dat ik me moest melden bij resercheur Quinfen. Hij leidde het onderzoek. Ik wachtte ongeduldig op een plastic stoel. Toen ging de deur eindelijk open. Na zeker drie kwartier te hebben gewacht. Ze wilden me vast laten sudderen in mijn eigen nat. Misschien hadden ze al een vermoeden dat ik er voor iets tussen zat. Ze zaten zo fout. ‘Juffrouw Manford?’
Ik knikte en schudde hem de hand, een stevige handdruk, geen zweterige, dat wekte een foute indruk. ‘Kom binnen.’ Het lokaal was erg deprimerend. Voor de ramen hingen er traliën. Er stond nog een agent voor de deur, vast voor als ik mijn zelfbeheersing verloor. Maar nee, alles zou perfect volgens plan gaan. Ik wist immers wat er gaande was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen