Opdracht 1: Kies een van de zinnen en schrijf daar je verhaal over, het moet echt duidelijk zijn welke zin je hebt gekozen, je kan hem als titel gebruiken, maar dat hoeft niet. Geef hier onder even door welke je kiest. Ongeveer tussen de 500 en 1500 woorden, maar het gaat om het verhaal niet om de hoeveelheid. En het mag absoluut GEEN fanfiction zijn.

Roerloos lig ik op een bed. Een apparaat in deze kamer maakte piepjes. Dat is maar goed ook, anders is er iets goed mis. Eerlijk gezegd zit ik daar niet echt bepaald op te wachten.
Af en toe hoor ik voetstappen vanaf de gang. Soms komen die voetstappen binnen, maar meestal gaan de voetstappen verder.

‘Dat zijn mijn blokken! Blijf af!’ gierde een meisje. Ze stond voor me en wees naar de blokkentorren voor me. Het meisje had een aantal blokjes in haar hand. Ik keek even naar de blokkentorren. Hij was scheef, maar ik was er trots op. ‘Deze zijn niet van jou,’ zei ik tegen het meisje. ‘Ze lagen hier en er was verder niemand, dus nu zijn ze van mij.’
Het meisje keek mij boos aan. ‘Ik was blokken aan het halen!’ riep ze. Ik dacht een beetje na. Ik wou de blokjes niet kwijt, maar zij had ze blijkbaar eerder, al had ik haar er nog niet mee zien spelen. ‘We kunnen samen spelen met de blokjes?’ zei ik vragend. Het meisje zei niets, maar na een tijdje knikte ze toch en ging aan de andere kant van de scheve blokken torren zitten. Samen speelden wij met de blokjes. We maakte scheve torens om ze vervolgens weer om te gooien.
Ik was zes en zij was vijf.


'Finn,' hoor ik een vrouwelijke stem zeggen. Ik herken die stem uit duizenden. Jarenlang heb ik haar stem aangehoord met plezier. Ik wil bewegen, praten, laten merken dat ik weet zat zij er is. Ik wil laten weten dat alles wat zij zegt, dat ik dat hoor. Ik wil het zo graag, maar ik ben te ver weg. Niet fysiek, maar geestelijk. Ik ben dicht bij haar, maar ook weer ver weg, te ver weg om mijn ogen te openen en te praten.

Ik rende weg voor haar. Ze mocht me niet te pakken krijgen, maar ze was sneller dan mij. Terwijl zij mij tikte, struikelde ze en viel tegen mij aan, waardoor we vielen en met zijn tweetjes op de grond lagen. We lachten en ik duwde haar van mij af. 'Tikkie, jij bent hem,' lachte ze naar mij. Ik schudde heftig mijn hoofd. 'Niet waar!' riep ik. Ik tikte haar, krabbelde overeind en rende er van door. 'Jij bent hem!'
Ik was 11 en zij was 10.


Haar hand raakt die van mij aan. Haar vingers sluiten zich om mijn hand. Het voelt warm aan, tintelingen gaan door mijn hele lichaam. Elke dag komt ze trouw langs, precies wat ze de eerste dag dat ze kwam aan mij had beloofd. Elke dag vertelt ze aan mij verhalen over vroeger. Halverwege het verhaal droom ik dan altijd weg. Opnieuw beleef ik ze dan weer, als of het de eerste keer is dat het gebeurde.

'Wist je trouwens dat mijn naam dierbaar is?' vroeg zij aan mij. Ik keek haar vragend aan. We liepen met zijn tweetje door de stad. Het was aardig rustig. Een aantal mensen, hoog uit zes zag je lopen, maar meer ook niet. 'Jou naam betekende toch liefde?' vroeg ik verward. Ze knikte naar mij. 'Amor betekent liefde, maar mijn volledige naam is Amorita, weet je nog? Dat betekent dierbaar,' legde zij aan mij uit. Ik knikte lichtjes en keek weer naar voren.
Ik was 16 en zij was 15.


Haar hand glijdt zachtjes van mijn hand af, niet veel later voel ik hem bij mijn gezicht. Zachtjes streelt zij over mijn wang. Achter in mijn hoofd is het daar altijd gebleven. De betekenis van haar naam. Ik heb nooit gedacht dat het ook echt waar is, maar nu denk ik daar wel anders over. Ze was inderdaad dierbaar. Voor mij was ze dierbaar. My precious, mijn dierbare.

Mijn inspiratie heeft vakantie genomen lijkt wel. Ik ben helaas niet verder gekomen dan dit en hij is dus ook nog niet af, maar ik wou toch iets inleveren.
Beter iets dan niets.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen