Foto bij O1 Mary Eleanor Winston

Met een zakelijke tas in de hand, wandel ik middenin de overbevolkte stad. Voetgangers lopen heen en weer en auto’s scheuren ongegeneerd door de straten. Ik zie in de verte al een groot gebouw opdoemen. De plaats waar ik de meeste tijd in verblijf. Mijn naam is Mary Eleanor Winston trouwens. Noem me Eleanor, zoals de meeste doen. Al een hele periode werk ik in één van de grootste bedrijven van Groot Brittannië dat functioneert in de media. Werk is vreemd genoeg altijd al een passie voor me geweest, ook al heb ik het de laatste tijd wat verwaarloosd. Wegens familiale omstandigheden, maar daar ga ik niet verder over uitwijken. De directieleden hebben me hierdoor een fameuze opdracht voorgeschoteld. Ze twijfelen aan mijn inzet van de voorbije weken. Ik heb hen natuurlijk wel ingelicht over mijn privé, maar dat is voor hen geen enkel excuus.
Ik schrik op uit mijn gedachtewereld wanneer ik luid getoeter hoor langs alle kanten. Autobestuurders kijken me met een kwade blik aan en onmiddellijk steek ik verontschuldigd mijn handen op als ik doorheb dat ik zonder kijken de straat ben overgestoken. “Volgende keer uitkijken, juffrouw!” hoor ik nog achter me, maar ik schenk het geen aandacht meer. Op een snel tempo loop ik naar de overkant toe terwijl ik me ondertussen staande probeer te houden op mijn pumps. Voordat ik de deuren van het gebouw open, leg ik mijn haren nog goed en strijk mijn blazer glad. “Goedemorgen Eleanor.” Een lieve glimlach van Agnes, die telkens achter de balie staat, krijg ik toegezonden. “Goedemorgen,” is mijn repliek. “Waarom ben je hier?” Ik frons mijn voorhoofd als ze deze vraag stelt. “Normaal werk je niet op maandag,” verduidelijkt ze haar vorige woorden. Er begint een belletje te rinkelen. “Ik kom hier voor een onverwachte opdracht.” Ze knikt als teken dat ze het begrijpt en gaat nadien terug verder met hetgeen waar ze eerst mee bezig was. Ik wandel rustig verder terwijl ik soms enkele bekenden groet. “Mary, long time no see.” klinkt een mannenstem achter me. Ik draai mijn hoofd een kwartslag om en zie Alexander met een grijns op zijn gelaat staan. “Noem me niet zo.” Ik haat het wanneer mensen me aanspreken met mijn eerste naam. Ik hou het liever bij Eleanor. “Sorry, ik plaagde je maar.” Hij geeft me een kneepje in mijn schouder. Ik ga er niet op in waardoor we nu in stilte op de lift staan te wachten. “Ik heb je gemist in de tijd dat je er niet was.” Een zuinige glimlach siert mijn gezicht. “Wanneer drinken we nog eens iets?” voegt hij eraan toe. Ik slaak een diepe zucht en zet een trieste expressie op mijn gezicht. “Dat zal niet voor snel zijn.” Hij heeft een vragende blik in zijn ogen terwijl we samen de lift betreden. “Werk.” zeg ik. Hij lijkt het te snappen en mummelt wat. Nadat de deuren van de lift geopend zijn, wordt onze conversatie abrupt stopgezet door een luide stem. Carolyn, een dame met één van de hoogste functies, bestudeert me met een meedogenloze blik. “Eleanor, haast je wat. Dit heeft tijd nodig and time is money, you know.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen