Foto bij O3 Mary Eleanor Winston

Ik schuif de zonnebril wat beter op mijn hoofd terwijl ik een geeuw probeer te onderdrukken. Mijn uurwerk geeft aan dat het 7u46 is. De luchthaven, waar ik me op dit ogenblik bevind, wordt opgevuld met behoorlijk wat mensen. Sommigen zijn opgewekt, terwijl anderen dan weer last hebben van een ochtendhumeur. Ik moet toegeven dat ik nu ook liever nog in bed had gelegen. Mijn aandacht wordt getrokken door een vrouwelijke stem die door enkele luidsprekers galmt. Ze geeft mee dat de passagiers zich naar hun bestemming moeten begeven. Met een diepe zucht, duw ik met lichaam van de stoel af en grijpt mijn hand naar de bagage. Op een slenterend tempo, wandel ik naar de juiste plek toe terwijl ik mijn koffer meetrek waardoor er een irritant geluidje ontstaat. Ik kom achter een gezin te staan. Een man, een vrouw en twee kleine kinderen. Het valt me meteen op dat het meisje me eigenaardig aankijkt. Ik beslis er geen aandacht aan te schenken totdat ze aan de mouw van haar moeder begint te trekken. “Mama, waarom draagt die mevrouw een zonnebril?” Zonder dat iemand het merkt, frons ik. “Dat weet ik niet, schat. Deze mevrouw zal er wel een reden voor hebben.” Ze werpt me een vriendelijke glimlach toe. “Maar de zon schijnt toch niet, mama?” “Dat is waar,” Ik heb de neiging om op het kind te antwoorden, maar doe het niet. Er zou toch niets zinnig uitkomen. “Ik vind het een vreemde mevrouw,” is het volgende dat uit haar mond vloeit en ze nestelt zich dichter tegen haar moeder aan. De vrouw heeft een verontschuldigende uitstraling op haar gezicht staan. Ik glimlach om te tonen dat ik er wel mee kan omgaan. Toch kan ik niet laten om mijn tong naar het kleine meisje uit te steken, als haar moeder niet kijkt. Kinderen, ik heb ze nooit leuk gevonden. Zo pieterig en jong, en zich toch al beter voelen tegenover een volwassene. Ze gluurt kwaad naar me, maar houdt wijs haar mond. Klein stuk venijn.

Na lange minuten gewacht te hebben, heb ik uiteindelijk een plaats gevonden in het vliegtuig. Ik zet me met een gelukzalig gevoel neer. De klank van zachte muziek komt via een oordopje mijn oor in en mijn ogen sluit ik even. Rond me hoor ik gedempte stemmen van verschillende mensen. Ik open opnieuw mijn ogen en kijk toe hoe andere mensen plaatsnemen. Een man van ongeveer mijn leeftijd verspert mijn zicht door voor me te gaan staan. “Volgens dit hier, is mijn plaats naast de jouwe.” Hij wappert met een papiertje terwijl zijn mondhoeken omhoog krullen tot een vermakelijke glimlach. Ik schuif onmiddellijk al een beetje op zodat hij plaats genoeg heeft om zich naast me te zetten. “Voetbalfan?” Ik wijs naar het sjaaltje dat hij rond zijn nek gewikkeld heeft. Hij knikt. “Ik heb het volste vertrouwen in Spanje,” zegt hij met een trotse glinstering in zijn ogen. Ogenblikkelijk heeft hij mijn attentie gekregen. Ik gris snel wat kladpapier en een pen uit mijn zak. “Je bent dus best wel een kenner?”

Reageer (1)

  • Gafford

    Leuk! Navas is mijn favoriete speler ;)
    Snel verder :)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen