Als hij nu zijn ogen zou sluiten zou ze weer verschijnen. Dan zouden haar diep groene ogen hem in hun macht hebben. Dan zou hij weer aan haar worden herinnerd, meer dan hij lief had.
Hij wou zijn ogen niet meer sluiten, hij kon er niet meer tegen. Hij kon er niet meer tegen om haar te zien. Hij kon het niet aan om haar gezicht nog één keer te zien in zijn dromen of om haar stem nog één keer in zijn hoofd te horen.
Hij werd gek van zijn verlangens, verlangens naar haar. Maar hij wist dat hij haar niet terug zou krijgen.
De dromen die voor Gus nachtmerries waren, waren voor Kate een genot. Ze genoot ervan om alles met hem te delen. Hopend dat haar aanwezigheid eindelijk tot hem door zou dringen. Hopend dat hij eindelijk door zou krijgen dat ze bij hem was, over hem waakte.
Maar het lot zat hun niet mee.

Terwijl de zon langzaam achter de horizon verdween staarde Gus bang voor zich uit. Hij mocht geen oog dichtdoen vannacht. Hij zou geen oog dicht doen. Hij zou het gene wat hem al weken aan het teisteren was in de nacht niet nog een keer toe laten slaan. Hoog aan de hemel begonnen de eerste sterren al te schitteren. Het leek alsof ze hem uitlachte.
Hem uitlachte omdat hij tegen het onmogelijke probeerde te vechten.
Slapen zul je toch wel, leken ze naar hem te roepen.
Ooit zou hij zijn ogen weer sluiten maar vannacht niet, vannacht kregen ze hem niet te pakken.
Kate stond zoals elke nacht naast zijn bed, wachtend totdat hij zijn ogen zou sluiten. Geduldig wachtte ze, ze wachtte en wachtte maar zijn ogen sloten niet. Ze liet haar hand op de strak gespannen arm van Gus rusten. Ze voelde zijn spieren onder haar handpalm trillen, vechtend tegen de slaap.
‘Lieverd ga slapen.’ Fluisterde ze zachtjes. ‘De nacht wacht op je.’
Haar gefluister was voor Gus een zacht briesje dat langs hem heen ging.
Gus voelde hoe zijn oogleden zwaar werden, hij voelde hoe zijn lichaam naar de rust zocht die hij hard nodig had.
Zijn ziel vocht tegen zijn lichaam terwijl Kate stond toe te kijken.
‘Sluit je ogen toch.’ Haar stem klonk harder, hopend dat hij haar zo wel zou horen, ‘Ik doe je geen pijn.’
Ergens, diep in zijn achterhoofd hoorde hij de stem. De stem van Kate.
De stem die hem zachtjes de slaap in fluisterde. De stem was voor hem alleen niet de warme, vertrouwde stem van Kate. Het was een demon die zachtjes met een kille stem hem gek wou maken.

Hoe was het ooit zo ver gekomen?
Hoe was het ooit zo ver gekomen dat Gus zijn geliefde, zijn zielsverwant, als een demon beschouwde.
Dat hij haar Beschouwde als een wezen gestuurd vanuit de hel, niet als een engel gestuurd vanuit de hemel om met één zachte kus afscheid van hem te nemen.
Één zachte kus van zijn engel.

Reageer (2)

  • Sidyana

    aah, arme Gus. En arme Kate... Zo zielig :'(

    1 decennium geleden
  • INTRICATE

    zielig ;(

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen