Foto bij Hoofdstuk 3

Lieve David,

Ik voel me beter vandaag. Vanochtend werd ik wakker en ik was niet ziek meer. Dat had ik kunnen weten, want ik voelde me gisteravond al beter. Emma kwam nog langs, en ze zag de brief aan jou. Ik schaamde me best wel toen ik toegaf dat het al de tweede was. En nu schrijf ik al een derde. Waarom ik het nog steeds doe? Uit gewoonte, denk ik. En om je te laten weten dat ik je nog steeds niet ben vergeten. Gisternacht kreeg ik ineens weer een huilbui. Het was niet zo erg als eerder, maar ik voelde me toch slecht. Ik mis je echt, en het was misschien wel de eerste keer dat ik realiseerde dat het echt over was. Opeens kwamen alle herinneringen bovendrijven. Paardrijden over het strand, bijvoorbeeld. Weet je nog? Je was hopeloos slecht, maar we lachten erom. Uiteindelijk was het heel romantisch. Maar wat heeft het voor zin om herinneringen op te halen? Dat doet alleen maar pijn. En daarom moet ik ook stoppen met deze brieven. Toch is het moeilijk, omdat ik je alles vertelde. Misschien moet ik maar een dagboek beginnen, hoewel deze brieven al zo'n beetje mijn dagboek zijn geworden.

Ik keek even op de klok, en besefte dat ik over vijf minuten naar college moest. Ik keek twijfelend naar de brief. Moest ik het hier laten liggen en later afmaken of kon ik het nu beter afmaken?
Vijf minuten moesten genoeg zijn. Alles stond immers al klaar om weg te gaan. Bovendien, anders zat ik er het hele college aan te denken. Ik was veel te goed in ongemerkt wegdromen tijdens lessen.
Snel pakte ik de brief weer op en schreef een afscheid.

Ik mis je, David. Nog steeds.

Liefs,

Audrey


Snel gooide ik mijn pen aan de kant en stopte de brief in een envelop. Ik had ze ondertussen bij mijn bureau gelegd, omdat ik ze opeens zo vaak nodig had. Niet dat ik mezelf bij elke brief beloofde dat ik ermee zou stoppen, maar goed. Het kwam nu goed uit. Twee minuten. Ik moest in twee minuten op de fiets zitten, anders kwam ik te laat. Ik vouwde de envelop dicht, greep mijn spullen en haastte me naar de universiteit.

Vlak na college kwam een blond meisje op me af. Ik herkende haar wel: het was Lara, één van de meisjes in mijn werkgroep. We hadden al eerder met elkaar gepraat en ik mocht haar wel.
'Hey Audrey!' begroette ze me vrolijk.
'Hey' zei ik terug.
'Ik hoorde van Emma dat je gisteren ziek was.' zei het meisje. 'Dus ik heb ervoor gezorgd dat je met het project over de middeleeuwen bij Emma en mij in de groep zit. We hadden al wat ideeën, maar we willen jou er graag bij hebben. We zien elkaar om drie uur in de bibliotheek. lukt dat?' Lara kletste enthousiast door, zoals ze wel vaker deed. Misschien was dat de reden dat we nooit echt vriendinnen waren geworden.
Ik knikte snel, om van haar woordenstroom af te zijn.
'Goed, dan zie ik je dan!' en ze huppelde weg. Of in elk geval, haar enthousiaste pas leek zoveel op huppelen dat ik het zo was gaan noemen. Ik glimlachte even. Blijkbaar had ik een afspraak om drie uur.

Toen ik aankwam bij de bibliotheek zag ik al gauw de groep studenten die ik moest hebben. Ze zaten aan de hoofdtafel, in het midden.
Ik zag vooral bekende gezichten. Blijkbaar hoefden de groepjes niet erg groot te zijn. Lara was er al en Emma ging net zitten. Maar er was één iemand die ik niet kende. Een jongen. Ik knikte vriendelijk naar Emma en Lara en stak, heel volwassen, mijn hand uit naar de jongen.
'Ik ben Audrey.'
'Rick.' zei de jongen en hij glimlachte vriendelijk. 'Ik zie dat ik de enige jongen ben hier.'
Ik lachte en knikte. 'Daar lijkt het wel op. Maar je bent welkom, hoor. We zullen niet te veel over make-up en kleren praten.'
Achter me hoorde ik Emma lachen. Alsof wij ooit over zulke dingen zouden praten. Alleen Lara zou het misschien doen, aangezien zij de enige van ons was die echt iets wist van make-up en mode. Emma deed soms niet eens moeite haar koppige krullen temmen.
Hij lachte om mijn grapje, en ik ging zitten. Ik had hem nog nooit eerder opgemerkt. Wel herinnerde ik me zijn naam weer. Die had ik gehoord in het voorstelrondje van onze werkgroep, aan het begin van het jaar. Toch ging iedereen hier, ondanks de dingen als voorstelrondjes en activiteiten zijn eigen gang, veel meer dan op de middelbare school. Zelfs in onze werkgroep kende ik maar weinig mensen. Dit was de eerste keer dat ik hem sprak, maar hij leek wel aardig. De meeste mensen hier werkten hard, had ik gemerkt. De eerste tentamens had iedereen goed gemaakt. Je moest ook wel, anders bleef je hier niet lang.
Ik vroeg me af wat hij in onze werkgroep deed. Veel groepjes kenden elkaar al, van de middelbare school of van eerder op de opleiding, maar we hadden nog nooit eerder met Rick gepraat. Ik stond op het punt het Emma of Lara te vragen, toen Lara begon te praten.
'Audrey, we hebben al de volgende ideeën...'

Reageer (3)

  • Basim

    Omg..... waarom gebruik jij namen van mensen die ik ken voor jongens.....
    Tja, David heb ik je al wel wat over vertelt. En Rick was zo'n gast van een scoutingkamp... (omg, allebei langhaargastjes...)
    Maar snel verder!

    1 decennium geleden
  • BlackDragon1

    Snel verder!!
    Goed geschreven!(lol)

    1 decennium geleden
  • takiwatanga

    Awwh!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen