Proloog 1: Katherina Wivina Bette
Wauw, het eerste hoofdstuk van het verhaal (dat nu nog geen titel heeft), en ik heb de eer het te schrijven! Dankjewel Annick!
Dit is trouwens ook mijn eerste verhaal dat ik samen schrijf met iemand, Annick zocht namelijk een samen story-schrijver, en dat leek mij wel wat :'), maar genoeg gekletst: Lets get to the Story!
Dit is trouwens ook mijn eerste verhaal dat ik samen schrijf met iemand, Annick zocht namelijk een samen story-schrijver, en dat leek mij wel wat :'), maar genoeg gekletst: Lets get to the Story!
Geschreven Door 4Everdeen
Katharina Wivina Bette
Ze trapte een lege emmer terwijl ze door de natte straat liep. Ze waren nat van de drek en hier en daar stroomde een straaltje water van de houten daken. Nou ja, Water... Rotzooi. Ze had niet altijd zo hoeven leven. De boerderij was zelf trouwens ook niet veel beter geweest. Ze had lange dagen gemaakt, opstaan voor de zon nog op was en naar bed als de zon allang onder was. Geen pauzes, hooguit even een snelle slok uit de pomp, en als er niet geoogst kon worden, was er altijd wel iets anders te doen. Het was niet alsof Hugo en Durga niks deden, alleen veel minder. Benjamin was de lieveling, maar hij was natuurlijk een jongen. Uit frustratie trapte Katharina tegen een ander zooitje in de goot. Het is niet helemaal vast en splat uit elkaar, alle kanten op. De helft spatte op haar rok, maar die was al zo vies en gescheurd dat het niet veel meer uitmaakt. De rok die ooit zo intrigerend donkergroen was geweest is nu bruin-achtig een paar tinten donkergroen schijnen er nog doorheen. Vergane glorie.
Het was te duur, had haar moeder met een zuur gezicht gezegd. Een kind was al genoeg, en ze had nou eenmaal pech. Zo was de wereld nou eenmaal. Ze vergaten het feit dat Katharina hun oudste kind was, en Benjamin de jongste. Het jongetje van nu acht was meer waard volgens de ouders, en Katherina wist dat dondersgoed, ze wist ook dat zij het ongewenste kind was. Ze wist heel goed wanneer ze ongewenst was. Ze graaide in haar zak. 1 geldstuk. Misschien net genoeg voor een flink stuk brood.
"KAT!"
Katherina keek om, maar half verrast. Toch verwachtte ze het bezoek niet. De zes jongens die ze herkende als gangleden liepen op haar af. Net zulke straatschoffies als Katherina, maar dan net iets rijker. "Wat moet je?" antwoordde Katherina onverschillig. De jongen die in het midden stond, duidelijk de leider, liep nog een paar stappen naar voren. "De winst, weet je nog," hij rammelde met een geldbuidel die aan zijn riem hing. "Nou, zo te horen heb je nu al genoeg." Antwoordde Katharina. De jongen lachtte luid, maar nep. "Geinig, Kat. Maar nu geen grapjes, wat is je winst?" zei de jongen sneerend. Katharina gooide de munt omhoog. "Eentje, de helft nemen zal moeilijk gaan?" Zei Katharina en trok een wenkbrauw op. De jongen lachte weer, nu minder nep; "Ik kan Wisselen." hij zag Katharina aarzelen door de munt niet meer omhoog te gooien, en haar hand er stevig omheen te vouwen. "Katje," zei hij dreigend en zacht, "We weten wat er gebeurd als je niet meehelpt met de Gang, huh?" Katharina keek hem vuil aan, en gooide hem de ijzeren munt toe. Tegelijkertijd gooide de jongen een kleinere ijzeren munt, die Katharina behendig opving. Ze was dit duidelijk gewend. "Begrijp je, Kat, dat wij nou eenmaal het slijk van de gemeenschap zijn?" zei hij zachter, met toegeknepen ogen. Toch speelde er om zijn mond een sadistische glimlach.
"Steek die gemeenschap maar verdomme in je-"
"Kat!" zei de jongen nu luider, en dreigender. De andere jongens deden een stap naar voren. "Best. best, al goed, algoed, we zijn het slijk van de gemeentschap. Nu heb je je geld, dus flikker nu op ja?" antwoordde Katharina, ze sloeg haar armen over elkaar met de munt nog in haar hand. "Niet zo onbeleefd, hé Kat?" zei de jongen, maar de dreiging was weg. Tegelijk draaiden ze zich om en liepen weg.
Vloekend om haar gehalveerde inkomen liep ze naar de bakker. "En bedankt." mompelde ze nog. Ze was gedwongen bij de gang te gaan vlak nadat ze uit huis geschopt was- wat nu inmiddels een jaar ofzo geleden was, ze was oud genoeg volgens haar ouders- Na een week hadden de jongens door dat ze op straat leefde, en eisten de helft van haar dagelijks inkomen. Eerst hadden ze gedreigt haar familie wat aan te doen, maar ze was in de lach geschoten: het kon haar niks schelen wat met haar familie gebeurde. Ze had daar nooit liefde gekend, maar wel stokslagen en opsluiting. Daarna hadden ze gedreigd om haar wat aan te doen of het ergste: haar vrijheid afnemen, of een combinatie van alles. Ze verbaaste zich trouwens wel over het familie gedeelte: ze deden dit immers bij meer mensen, en waarom zou je op straat leven als je een familie had? Behalve in Katharina's geval dan. Maar Katharina was nog jong en onwetend, en had toegestemd. Nu huiverde bij de gedachte waar ze allemaal toe in staat waren. Maar toch was ze niet écht bang. Natuurlijk kwam ze liever niet in gevecht met een van die gasten, maar ze huiverde niet bij de gedachte aan hen. Alleen een beetje bij de gedachte aan straffen misschien?
Grommend liep ze de bakker in, en gooide het muntje op de toonbank.
"Hoeveel hiervoor?" De bakker keek haar aan met een mengeling van gefrustreerdheid, geamuseerdheid en verbazing. "Van dat?" antwoordde hij vragend. Ongeduldig knikte Katharina. "Dat is echt-" "IK VROEG, hoeveel ik hiervoor kreeg!" zei Katharina met stemverheffing. De bakker keek zenuwachtig zijn winkel rond, alsof dit bezoek zijn reputatie zou schaden. Dat zou trouwens ook wel de reden voor zijn zenuwachtigheid zijn geweest. Hij duwde Katharina een verbrand broodje in haar hand, en zei op zenuwachtige fluistertoon: "Oke, hier, en nu wegwezen." zei hij, en joeg Katharina de deur uit. Terwijl ze naar buiten liep, nam ze een hap van haar broodje; ze was niet kieskeurig. Ze glipte door een paar tuintjes van mensen, om sneller bij de rivier te zijn, maar ze werd gesnapt op een grasveldje, waar ineens uit een opening in het nabije huis: "Scheer je weg, jij schurftkind!" klonk. Er werd een schoen uit het huis gegooid. Katharina pakte, voordat ze wegrende, de schoen en bekeek hem kort. Leer. Ze was duidelijk in de betere standen terecht gekomen. Ze greep de schoen beet en rende het tuintje uit.
Bij de rivier waste ze haar gezicht. Ze pakte wat bladeren en een kleine hoeveelheid takken en twee steentjes. Ze begon hen tegen elkaar te slaan. Vol vreugde sloeg er na ongeveer een halfuur - er waren natuurlijk geen klokken- een vonk over, en het boeltje vloog in brand. Met een oude pot die ze bewaarde onder de brug, schepte ze water mee uit de rivier. Ze zette het op het vuur, en begon een uiltje te knappen.
"Hé jij daar! Vuurtjes zijn hier verboden!" in een flits werd Katharina wakker. "Verdomme," mompelde ze, en toen ze merkte dat de smeris al dichtbij was, een paar meters nog maar, nam ze een aanloop, en dook in de donkere rivier. "Jij hoerekind!" schreeuwde de schout, maar Katharina was al zo goed als ze kon aan het watertrappelen in de rivier. Ze zag nog net hoe haar overige spullen in beslag werden genomen.
De overkant van de rivier was niet heel ver. Nu zat Katharina aan de overkant van de rivier onder de leuningen van de ronde, houten brug. Ze bibberde; het was koud en ze was nat. Het zou nog lang duren, voor ik weer zo'n goede pot vind, bedacht Katharina zich verbitterd. Ik ben tenslotte echt het slijk van de gemeentschap.
Reageer (2)
Abo!
1 decennium geledenleuk!
1 decennium geleden