Foto bij Encounter in the forest

Veel plezier ^_^

Desiree p.o.v

Eenmaal thuis moest ik denken aan Jake... We zouden vandaag eigenlijk koffie gaan drinken met hem, maar ik zou het niet aankunnen, dat wist ik. Na wat hij me had geflikt, wilde ik hem een tijdje niet meer zien. Ik besloot naar mijn kamer te gaan om wat huiswerk te maken. Ik kon me niet concentreren. Jasper keek zo hongerig naar me vandaag... Ik was echt bang geweest dat hij me iets aan zou doen. Gelukkig trok Emmett hem mee. Maar nu mis ik hem, en wilde ik dat hij bij me was. Ik moest denken aan mijn tweede nacht in Forks, toen ik had gedacht zijn stem te horen in mijn kamer. Uiteindelijk besloot ik het maar op te geven, ik zou nu toch geen huiswerk kunnen maken. Ik deed mijn boeken dicht met een zucht en liep naar beneden. Ik begon aan het eten. We zouden zelfgemaakte sushi gaan eten, die ik zou maken. Ik hoorde Lin's muziek terwijl ik begon te koken. We aten in stilte. 'Ik heb vandaag nog met Jacob gepraat.' zei Lin's vader. Ik concentreerde me op mijn eten, maar kreeg niks meer door mijn keel. Ik verstond niet wat Lin's vader zei. "Je moet kiezen Dees! Zij of ik! Het een of het ander!" "ROT OP! KLOOTZAK!" De woorden echoden door mijn hoofd. Ik begon te huilen en rende naar buiten, richting het bos. Ik bleef rennen, me niet bewust van de takken die krassen maakten op mijn armen en gezicht. "Als je met hun om blijft gaan, wil ik je niet meer zien." Zijn woorden klonken door in mijn hoofd alsof hij naast me stond. "KIES!" Ik slaakte een kreet en viel op de grond. Waarom greep dit me zo aan? Waarom boeide het me überhaupt iets? Iemand die je laat kiezen, is geen echte vriend. Waarom deed het dan zoveel pijn? 'Jacob...' Ik schokte van het huilen en krulde mezelf op tot een balletje. Toen ik wat rustiger was geworden keek ik om me heen. Ik wist niet waar ik was en ging rechtop zitten. Ik zat onder het zand. Toen ik mijn mobiel wilde pakken om Linda te bellen, merkte ik dat ik die niet bij me had. Ik had hem aan de oplader gelegd, omdat hij bijna leeg was. Klopt ook. 'Jasper, help me!' Jasper was de eerste die in me opkwam, ookal wist ik dat hij niks zou kunnen doen nu. Hij zat immers thuis. Ik hoorde het huilen van een wolf en stond op. Het klonk heel dichtbij. Zag ik daar nou twee ogen weerkaatsen in het maanlicht? Ik rende snel verder, weg van deze plek die, zo ik dacht, omgeven was met wolven. Al snel kwam ik aan bij een open plek. Hij stond vol met wilde bloemen, en aan de rand was het begin van de bergen, ik zag een waterval die uitkwam in een klein meertje. Deze plek was betoverend. Ik liep naar het midden van het veld en was verwonderd over de schoonheid om me heen. Maar deze bewondering duurde niet lang, want al snel hoorde ik geritsel vanuit de bomen komen en werd ik weer omgeven door angst. 'Jasper! Help me!' riep ik met een trillende stem. Waarom ik om Jasper riep wist ik niet. Ik hoorde een grom, en raakte nu echt in paniek. Niet wetend wat ik moest doen sloot ik mijn ogen en zakte neer op de grond. Het gras was vochtig onder mijn benen. Ik voelde mijn hart in mijn keel kloppen. Nu ook van de andere kant geritsel en een diepe grom. Ik piepte van angst, terwijl het mijn bedoeling was te schreeuwen. Opeens voelde ik me weer heel rustig en kalm, en kon ik mijn gedachten op een rijtje zetten. Waarom ik op dit moment zo rustig werd wist ik niet. Ik zag een schaduw door de bomen mijn kant op komen. Eigenlijk moest ik bang zijn, maar ik bleef rustig. Ik zag Jasper door de bomen heen stappen en mijn hart maakte een sprongetje van blijdschap. Ik stond niet stil bij de gedachte aan wat hij hier deed op dit tijdstip. Hoe hij me had gevonden. Hij had me niet kunnen horen roepen om hem, toch? Er flitste een gedachte door mijn hoofd: "Zou die kalmte van Jasper afkomen? Kon hij op een of andere manier mijn emoties beïnvloeden?" Hij stak zijn handen in de lucht en liep langzaam naar me toe, alsof hij wilde aantonen dat hij onbewapend was. Toen hij eenmaal bij me was keek hij me diep in de ogen, waardoor ik vergat te ademen. 'Dees, adem!' Ik ademde diep in en probeerde mijn hartslag te kalmeren. Hij lachte een klein lachje. 'Wat doe je hier?' fluisterde ik. Hij leek zijn woorden goed te overwegen, alsof hij moest uitkijken met wat hij zei. 'Ik was een wandeling aan het maken en hoorde je roepen. Dus ik kwam kijken, het klonk nogal serieus. Wat is er aan de hand?' Ik keek om me heen, diep het bos in kijkend. 'Er waren wolven, ik heb ze niet gezien, maar wel gehoord. Ze waren vlakbij. Ik weet me begot niet waar ik ben, en ik raakte in paniek. Ik weet ook niet waarom, maar ik riep om jou.' Hij woelde even door m'n haar, dat alle kanten op sprong. 'Geen zorgen... Ik ben hier.' fluisterde hij. Mijn adem stokte, en mijn hart sloeg een slag over. Dit was precies hetzelfde wat ik in mijn kamer had gehoord, die tweede nacht in Forks. Ik zette een stap naar achter. Hij keek me verbaast aan. 'Is er iets?' vroeg hij op een rustige toon. Ik schudde mijn hoofd. Het zou m'n verbeelding wel zijn geweest. Opeens wende hij z'n hoofd richting het bos en het leek alsof hij aan het luisteren was. 'Kom, we moeten hier weg! Ik neem je mee naar mijn huis, en daar bellen we Linda, okay?' Ik knikte. Hij strekte z'n hand uit en ik pakte deze aan. Ik huiverde even. Hij was net zo koud als Jared... Wat was er toch met deze familie? Hij merkte het en liet mijn hand los. 'Nee, wacht! Ik vind het fijn, als je m'n hand vast houd.' Hij lachte een oogverblindende glimlach en pakte mijn hand weer. Op naar het huis van de Cullens.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen