Foto bij Hoofdstuk zes

Enjoy reading & I hope you like it ^^

Ik keek via de camera naar het beeld voor me en klikte. Verslagen liet ik de camera zakken. Het uitzicht bleef onveranderd; een lange asfalt weg die zich één meter voor me opsplitste. Twee eindeloos lange wegen vormend die beiden op niets uit leken te komen. Tussen de wegen in stond een groot verkeersbord waar ooit op had gestaan waar de wegen toe leidden, maar door de jaren heen was de verf eraf gebladderd en waren er nog een paar restjes blauw en wit te zien. Ik was verslagen, de woestijn had van me gewonnen en zou me opslokken in het rode, oneindige zand. Ik zou vergaan in het niets zonder dat iemand het op zou merken. Ik dacht terug aan de woorden van Betty; ‘Je vrienden zeg je!? Meid, vrienden doen zoiets niet. Hoe gestoord of achterbaks je –je ook gedraagt, dit verdien je niet.’ Zouden ze me komen zoeken? Mijn vrienden? Of zouden ze ècht zo kwaad op me zijn dat het ze niets kon schelen? Misschien vergeten ze me wel gewoon. Nee, ze waren niet harteloos, zeker Josh niet. Ik stelde me voor hoe het zou gaan. Ty zou zeggen dat ik wel weer terug zou komen, dat ze zich niet druk hoefden te maken. Zonder mij durfde Puck niet voor haar eigen mening op te komen en ze zou al zeker niet tegen Ty ingaan. Josh zou eerst niks zeggen maar als ik na een nacht nog steeds niet terug ben zou hij erop staan dat ze me gaan zoeken. Josh en Ty zouden ruzie krijgen en Puck zou ervan weglopen. Uiteindelijk zou Josh winnen. Ty zou weten dat hij fout zat, maar had niet toe willen geven.
Ja, Josh zou zeker weten zoeken. maar het had geen zin. Ik had twee opties: Opgeven en mezelf hier, op de splitsing dood laten gaan. Of een richting kiezen en hopen dat het de goede is. De eerste optie klonk niet zo aantrekkelijk, dus ging ik voor de tweede. Niet dat deze zo fantastisch klonk, ik had de kans dat ik alleen maar dieper de woestijn in zou lopen. Maar ik had in ieder geval meer kans om terug in de stad te komen dan wanneer ik hier bleef zitten. Ik hees mezelf overeind en klopte het zand van mijn blote knieën. Twijfelend over welke richting ik zou nemen realiseerde ik me weer hoe slecht ik er eigenlijk aan toe was. Ademhalen kostte moeite en ik was uitgeput door het opstaan. Oké, ik moest drinken. Ik viste een flesje uit mijn tas en zette het aan mijn mond. Voorzichtig nam ik een slok. En nog één, en nog één. Ik gooide mijn hoofd in mijn nek en klokte het hele flesje achterover. Ik genoot van het lauwe water dat steeds soepeler door mijn keel gleed tot de laatste druppel. Ik haalde het flesje van mijn lippen en liet het voor mijn gezicht hangen. Leeg. ‘FUCK!’ krijste ik boos. Door het water was mijn stem weer terug en ik schrok van het harde geluid. Met een knal smeet ik het flesje op de weg. ‘Fuck.’ zei ik nog eens, deze keer zachter, bijna fluisterend. Met mijn ogen halfdicht tuurde ik naar het verweerde bord in de hoop iets te kunnen ontcijferen. Zonder succes, ik zou gewoon een kant moeten kiezen en hopen dat het de goede is. Rechts, besloot ik ter plekke. Meteen begon ik te lopen. Ik wilde weg van hier, weg van de splitsing met het lege flesje en het waardeloze, verweerde bord.

Reageer (8)

  • Stage

    ik had links gekozen, ik kies altijd links ;)

    1 decennium geleden
  • Altaria

    Love it!

    1 decennium geleden
  • Elizabetha

    Awesome!

    1 decennium geleden
  • Jisung

    Uh oh...
    Ik vind dit nog steeds niet leuk...

    Je schrijft trouwens erg leuk, Nikje ^^ Lekker meeslepend, maar niet té langdradig :'D

    1 decennium geleden
  • Ledecky

    Dit stukje is echt adsfgehfiec net als al de rest iig.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen