``88``
Ik sluit mijn ogen als ik weet wat er gaat komen. Het koude staal drukt op mijn keel als mijn vader het mes op mijn keel zit. ‘het duurt maar eventjes, en dan is alle pijn weg’ mijn ademhaling gaat gejaagd als de angst toeneemt. Waarom ben ik zo bang als dit de enige manier is om van mijn schuldgevoel af te komen? “omdat het niet goed is” mijn ogen schieten open en dan kijk ik naar de man. Dit is mijn vader niet, mijn vader zou nooit zo iets vragen. Ik laat mezelf naar achtervallen. De man maakt de beweging af maar blijft verbaasd staan als hij ziet dat ik niet dood ben. ‘jij bent mijn vader niet!’ roep ik uit. Even zie ik verbazing in de ogen van de man. ‘hoe weet je dat opeens?’ hij stapt naar me toe maar ik kruip weg. Snel sta ik op en grijp naar het zoutgeweer. ‘mijn vader zou me nooit willen offeren!’ de man lacht even en zijn ogen veranderen. Ze zijn geel. Mijn adem stokt in mijn keel en ik schud mijn hoofd. ‘jij bent de demon die de moeder van de jongens heeft vermoord.’ hij knikt grinnikend ‘en Jessica. Het lieve vriendinnetje van Sam’ Ik bijt hard op mijn kaken. ‘ik vermoord je!’ de man lacht nu nog harder. ‘en hoe ga je dat doen? Je kunt me niet vermoorden lieverd’ de man houd zijn hand omhoog en ik voel een scherpe pijn door mijn rechter schouder gaan. Met veel moeite kan ik mijn mond houden. ‘ohh, sorry, deed ik je pijn?’ zegt hij lachend. Hijgend van de pijn kijk ik naar hem. Hij moet toch een zwakke plek hebben? Weer steekt de man zijn hand uit en voel ik een misselijkmakende pijn door mijn schouder. Dit keer gil ik het uit. Ik had zo hard op mijn tong gebeten dat ik het bloed nu in mijn mond proef. Ik spuug het uit. Dit was de druppel. Ik steek mijn hand ook op. Mijn ogen lichten even fel blauw op en de lach verdwijnt van zijn gezicht. ‘ik wist wel dat je het in je had’ de man lacht weer en maakt een beweging met zijn hand. Het mes vliegt mijn kant op en raakt me in mijn zij. Ik had geprobeerd de krachten van de demon te keren, maar ik was lang niet zo sterk. Het mes komt weer mijn kant op en ik kan net uitwijken. Het mes schampt mijn rechterwang. ‘jammer dat je nog niet sterk genoeg bent… maar ik kom terug’ het mes komt nog een keer op me af en dit keer schampt hij langs me been. De man is verdwenen en ik blijf even liggen. Tranen rollen over mijn wangen. “het komt goed, je moet nog even sterk zijn, dit is de laatste keer dat je wordt lastig gevallen op de dag dat je broer en vader zijn verdwenen” ik kijk omhoog en voel een hand langs mijn wang gaan. ‘bedankt mam’ met het laatste beetje kracht kom ik overeind en strompel ik naar de weg.
Reageer (1)
The Yellow-Eyed Demon o-o... GOD NO! WHYYYYYY ??? D;
1 decennium geleden