Foto bij H44

FuuuuuH!

Ik kijk in het gezicht van Aryen. Ik en mijn rode gezicht doen een stapje naar achteren.
'Hallo,' mompel ik. Ik heb me nog nooit zo raar gevoelt? Mijn buik doet raar, waarom?
'Hoi,' zegt hij.
En dan valt de stilte. Ik blijf in zijn ogen staren, ze zijn blauw en prachtig! Kleine witte stippeltje glinsteren in zijn ogen. Zijn lippen zijn perfect, en tot mijn verrassing zou ik ze zo graag aan willen raken, gewoon om te zien of ze even zacht zijn als ze lijken.
Een krans zwarte wimpers omhullen zijn ogen. Zijn neus is perfect recht, en zijn huid mooi gebruint. En dan zijn korte bruine haar, wat nat is van het water. Kleine druppeltjes water roesten er vanaf. Mijn blik glijd naar zijn oren. Zoals ik al gedacht had hebben zijn oren perfecte puntjes. Hij is een elf.
Zonder dat ik het door heb heb ik mijn eigen oren aan getikt, die van mij zijn niet zo puntig als de zijne, ik ben maar een half-elf.
Dan zet ik een stap terug. En ik draai me om. Moeizaam ploeg ik mezelf naar het diepere water en zwem naar de kant, ik ga weg. Nu meteen! Het was een fout om hierheen te gaan.
'Lilith, wacht!' Ik draai me met een ruk om en ik zie Aryen met een arm in de lucht naar me kijken, ik kom tot stilstand.
Als Aryen merkt dat ik niet zijn kant op komt laat hij zijn arm zakken en met een soepele beweging komt hij mijn kant op.
Dan zit hij opeens naast me op de kant. Langzaam ga ik ook door mijn knieeën en ga ik naast hem zitten.
'Já?' vraag ik hem.
'Ik vraag me gewoon af... hoe... nou...' Oh goth, hij wil het over Metsa hebben! Boos kom ik weer overeind, en ik wou hem nog wel een kans geven! Grr!
'Oh, Lilith, alsjeblieft blijf nog even zitten, i-' Maar ik verdwijn al door de deur de handoekenhal in. Ik pak gewoon een nieuwe handoek, ik heb geen zin om weer terug te gaan om mijn eigen te pakken. Snel droog ik mezelf af en dan ren ik terug naar mijn kamer. Daar laat ik mezelf uitgeput op bed vallen.
Dit was een kut dag, eerst die uil en daarna al die aandacht! Ik wil gewoon hetzelfde zijn als de andere. Ik snap niet wat er zo bijzonder is aan mij. En ik snap niet wat er bijzonder is aan Metsa. Hij is zijn overgroot vader toch niet? Waarom keek iedereen dus naar hem op het vliegveldje? Boos ruk ik een boek van mijn nachttafeltje. En ik lees harpopvoor aan mijn ei. Mijn ei kijkt tenminste niet naar me alsof ik een wonder ben. Of alsof ik iets speciaals doe. Iedereen had door Nicos kunnen worden verslagen, iedereen had Metsa kunnen slaan. Metsa was daar irritand genoeg voor.
Met een Boze stem lees ik mijn ei verder voor.

Reageer (1)

  • dineniel

    en dan reageert haar ei ofzow of zou er iemand aan de deur kloppen

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen