Prinses Anneliese
Er was eens, lang, lang geleden een prinses.
Ze hete prinses Anneliese. Haar ouders waren de koning en koningin
Van een groot land. Prinses Anneliese had twee goede vriendinnen, Denise en Jasemine. Denise en Jasemine waren haar beste vriendinnen, maar ook haar bediendes. Normaal gesproken houden prinsessen zich altijd aan de regels. Maar dit verhaal gaat over een prinses, die dat niet deed.
Hoofdstuk 1.
'Prinses Anneliese?' Jasemine kwam de slaap kamer van de prinses binnen. Samen met Denise. Jasemine had een groot dienblad vast. Prinses Anneliese lag nog in bed. Ze werd net wakker en ging overeind zitten. Jasemine glimlachte terwijl Denise de deur sloot. 'Goede morgen' zei Anneliese. 'Hebt u lekker geslapen?' vroeg Denise, terwijl ze samen met Jasemine op het bed van de prinses ging zitten. 'Ja heerlijk. Maar je hoeft me niet aan te spreken met "u" hé? Dat weet je toch?' Zei de prinses. Met zijn drieën ontbeten ze op bed. Er klopte iemand op de deur. 'Binnen.' Zei prinses Anneliese. Er kwam een lakei binnen lopen. Hij was lang en had grijs haar, dat naar achter was gekamd en met een strik was vastgebonden. 'Goede morgen prinses,' zei hij. Hij had een paar gezellige pret oogjes. Hij klonk opgetogen. 'U moet haast gaan maken. Uw ouders verwachten u over een paar minuten in de grote zaal.' 'Dankje Derrik.' De lakkei maakte een buigen en ging de kamer uit. 'Kom op! De dag gaat weer beginnen!' Zei Denise. 'Maar ik wil niet nog een dag met allerlei regels, plichten en ballen waar ik heen moet.' Zei Anneliese. 'Het zal toch moeten.' Zei Jasemine. Zuchtend stond Anneliese op uit bed. 'Oké, ik ga me dan even wassen.' Zei de prinses. 'Ik leg uw jurk klaar!' Zei Denise. 'En ik uw schoenen!' Zei Jasemine. Toen Anneliese terug kwam van de badkamer, lag er over haar stoel, een prachtige violette kleurige jurk. Jasemine en Denise liepen naar de prinses toe en deden haar schoenen aan haar voeten. Anneliese liep naar haar stoel. Ze pakte de jurk. 'Laat mij maar.' Zei Jasemine. Ze nam de jurk over van Anneliese, die haar armen omhoog deed. Denise en Jasemine deden de jurk over haar hoofd. 'Wouw! Deze jurk staat je geweldig!' Zei Jasemine. Anneliese draaide een rondje. 'En nu gouw naar je ouders!' Zei Denise. Samen liepen ze door grote gangen. Allemaal even mooi met schilderijen behangen. Denise en Jasemine deden de deur van de grote zaal open. 'Mogen wij u aankondigen: prinses Annelies.' Zeiden ze tegelijk. Anneliese liep de grote zaal in. 'Goede morgen lieveling.' zei de koningin. 'heb je lekker geslapen?' vroeg de koning. 'Ja heerlijk, dank u.' zei de prinses. 'U wou mij spreken hoorde ik?' 'Ja, Anneliese. Er komt weer een groot bal. En het is de bedoeling dat jij er ook bij bent.' Zei de koning. Anneliese zuchte. 'Maar vader. Ik wil niet naar een bal. Ik wil het land door reizen en andere landen. Ik wil avonturen beleven!' 'Geen spraken van Anneliese! Je bent en prinses. En prinsessen gaan naar ballen, houden zich aan de regels en doen hun plichten!' zei de koning streng. 'Maar vader!' 'Geen woord er meer over Anneliese!' De prinses keek naar de grond. 'Kop op Anneliese. Misschien ontmoet je op het bal wel een knappe jonge prins!' Zei de koningin. Anneliese draaide zich om. Zonder een woord te zeggen, liep ze de grote zaal uit. Denise en Jasemine volgden haar. 'Ik mag ook nooit wat! Het is altijd maar weer: doe dit! Je gaat naar dat!' Zei ze boos. 'Wanneer zou het bal zijn?' Vroeg Denise. 'Ik loop wel even terug' Zei Jasemine. Ze draaide zich om en liep terug naar de grote zaal. Denise en Anneliese liepen door. Eenmaal terug op de prinses haar kamer, kwam Jasemine ook binnen. 'Ik weet wanneer en waar het bal is. Maar je zult het niet leuk vinden.' Zei Jasemine. 'Waar is het dan? En wanneer?' vroeg Denise nieuwsgierig. 'Het is morgen avond in het kasteel van koning Ronald en koningin Delia.' 'Ow nee!' zeiden Denise en Anneliese tegelijk. Koning Ronald en koningin Delia kende Anneliese al vanaf dat ze een baby was. En zo gedroegen de koning en de koningin zich ook. Alsof Anneliese nog een baby was. 'We kunnen maar beter naar het dorp gaan om een mooie jurk uit te zoeken!' Zei Jasemine. 'Oké' zeiden Denise en Anneliese tegelijk. 'Maar dan krijgen jullie ook een jurk!' zei Anneliese. 'Maar...' zei Denise. 'Nee, als ik er één krijg, dan krijgen jullie er ook één. En nou hup! We gaan naar het dorp!' De drie vriendinnen liepen de kamer uit. Ze gingen door vele gangen. Toen ze door de deur naar buiten gingen, werden ze overvallen door een warme gloed van zonlicht. 'Aah! Heerlijk. Een warme lente dag!' Zei Denise. 'En het is al bijna zomer!' zei Jasemine. 'Dit beloofd maar één ding.Het word een geweldige dag om jurken te passen en te kopen!' zei Anneliese. Ze lachte en liepen naar een koets met een koetsier. Denise deed de deur open. Anneliese en Jasemine stapte in, en daarna Denise. 'Ik heb zo'n zin in een nieuwe bal jurk!' zei Denise. 'Ik ook!' zei Jasemine. 'Ik stiekem eigenlijk ook wel.' zei Anneliese. Denise en Jasemine lachte. 'Maar ben je eigenlijk niet een klein beetje nieuwsgierig of er knappe prinsen zullen zijn?' vroeg Jasemine. 'Eigenlijk wel. Misschien zit er wel iemand bij die aantrekkelijk is. Maar dat hebben jullie vast en zeker ook wel?' Ze knikte allebei. 'Zie je? Dus ik ben niet de enige!' zei Anneliese glimlachend. 'Maar nu serieus. Ik wil echt niet langer in het kasteel blijven! Ik wil weg. Avonturen beleven! Willen jullie dat dan niet? Gewoon doen waar je zin in hebt! Zonder allerlei regels erbij!' 'Het lijkt me wel leuk om avonturen te beleven. Maar, de koning en koningin laten ons natuurlijk nooit gaan omdat wij jonkvrouwen zijn. Dat is té gevaarlijk.' zei Jasemine. 'Omdat we jonkvrouwen zijn...' zei Anneliese langzaam. Ze keek Denise aan. 'Wacht eens even. Denk jij het zelfde als wat ik denk?' 'Wat?' zei Jasemine. 'Als we in het dorp zijn, kopen we een bal jurk, en andere kleren zodat we ons kunnen vermommen als jonkheren!' zei Denise. 'Dan pakken we wat geld en gaan we weg. Dan kunnen we eindelijk het land door reizen en ook andere landen. Avonturen beleven!' zei Anneliese. 'Dat is een geweldig idee!' zei Jasemine. 'Dan gaan we dat ook doen!' zei Anneliese. De koets minderde vaart. 'We zijn er. Het dorp.' zei de koetsier. 'Dankje,' zei de prinses terwijl ze uitstapte. 'Wacht je alsjeblieft hier op ons? We zijn over niet al te lange tijd terug.' 'Natuurlijk, hoogheid.' zei de koetsier met een knikje. 'Kom op! Laten we de jurken winkel in gaan!' zei Jasemine. Samen liepen ze de grootste en duurste bal jurken winkel in. Het was een grote winkel. Met oneindige rijen met jurken. Niet alleen bal jurken, maar ook gewone jurken om te dragen. 'Wauw! Elke keer als ik hier weer binnenkom is het alsof het nog groter is geworden!' zei Denise. 'Kan ik u helpen?' vroeg iemand. Het was een vrouw. Ze was klein en mollig, en had rood haar. Ze had scherpe ogen, die de meisjes één voor één vriendelijk opnamen. 'Hallo mevrouw Fellen. We zijn op zoek naar nieuwe bal jurken.' zei Jasemine. 'Komen jullie maar mee.' zei Fellen vriendelijk. Ze liepen de winkel verder en verder in. Toen gingen ze een trap naar boven op. 'Er zijn een hoop nieuwe bal jurken gemaakt dus jullie hebben genoeg keuze!' zei Fellen. 'Ow, heerlijk! Kunnen we eindeloos uitzoeken!' Zei Anneliese. Ineens stond mevrouw Fellen stil. 'We zijn er.' zei ze. Denise, Anneliese en Jasemine keken de ruimte rond. Door de hele ruimte hingen bal jurken. De ene nog mooier dan de ander. 'wouw.' zeiden de meisjes tegelijk. 'Zoekt u maar uit wat u wilt hebben.' zei mevrouw Fellen. Ze draaide zich om en liep weer naar beneden. 'Kom op! We gaan wat jurken uitzoeken!' zei Anneliese. Ze pakte Denise en Jasemine bij de hand en trok ze mee naar voren. Jasemine, Denise en Anneliese verspreden zich over de ruimte. 'Anneliese, wat denk je van deze?' zei Denise. Ze hield een zwarte jurk omhoog. Hij had grote pof mouwen. Het boven stuk was strak en zat vol met zwarte diamantjes. De onderkant was bol en in laagjes. 'Nee, te donker.' zei Anneliese. Jasemine pakte een andere jurk. 'En deze dan?' zei ze. Het was een bruine jurk, met allemaal glinstertjes erop. De rug van de jurk was open. 'nee joh! Bruin staat mij niet. Ik zoek iets moois. Iets van roze met goud en wit.' Zei Anneliese. Ze liep een andere rij met jurken door. 'Wat denken jullie van deze?' zei Anneliese. Ze hield een jurk omhoog met roze en wit. De jurk had geen pof mouwen. De onderkant was een klein beetje bol. De mouwen en het boven stuk van de jurk waren roze. Het midden van het boven stuk was wit, en was versierd met dunne gouden lijntjes die ruiten vormde. De randen van de over loop van wit naar roze, waren ook goud. Dat was het zelfde op de onderkant. Maar op de onderkant waren er ook gouden lijnen die ruiten vormde. Maar daar was het ook over het roze. Op de onderkant zat op elke kruising van de gouden lijnen, een klein roosje. 'wouw! Die is echt heel mooi!' zei Jasemine. 'Oké. Zoeken jullie ook nog een jurk uit? En dan gaan we passen.' zei Anneliese. 'Ik heb er één!' zei Denise. Ze hield een jurk omhoog van licht paars katoen. Deze jurk had ook geen pof mouwen. Het middenstuk van de jurk was wit. De jurk had twee lagen. De randen van de lagen waren rozen. De ruimte tussen de lagen waren ook wit. 'Perfect!' zei Anneliese. 'Ik heb er ook één gevonden.' zei Jasemine. Ze hield ook een jurk omhoog met laagjes. Hij was het zelfde als die van Denise alleen dan met prachtig hemels blauw. 'Nou, kom op! We gaan ze passen' zei Anneliese. Ze liepen naar een soort paskamer. Het was een klein vierkant hokje, waar een gordijn voor kon als je iets ging passen. Op hun gemak kleden de drie jonge vrouwen zich om. 'Oké. Op drie komen we alle drie ons hokje uit en zien we elkaar.' zei Denise. 'Één' zei Jasemine. 'Twee' zei Denise. 'Drie!' zei Anneliese. Alle drie stapte ze hun hokjes uit en zagen ze elkaar. 'Wouw! Wat zie je er mooi uit!' zei Denise tegen Anneliese. 'Jij ziet er ook mooi uit! En jij ook Jasemine!' zei Anneliese. 'Laten we ons maar weer gaan omkleden en dan weer gaan.' zei Jasemine met een knipoogje. 'Goed idee!' zei Denise glimlachend. Ze klede zich om en liepen terug naar mevrouw Fellen. 'Willen jullie er misschien drie mooie kepen bij?' vroeg mevrouw Fellen. 'Ja graag.' zei Anneliese. Mevrouw Fellen gaf Denise, Jasemine en Anneliese een keep. Die deden ze om. Ze pakten hun jurken en liepen de winkel uit. 'Oké, en nu ongemerkt naar de heren kleding winkel lopen.' zei Anneliese. Met gebogen hoofden liepen Jasemine, Denise en Anneliese naar de heren kleding winkel. De heren kleding winkel was een stuk kleiner, maar had wel veel kleren. Er stond een jonge man in de winkel. Hij was klein, en had kort vettig zwart haar. Zijn donker bruine ogen keken de drie meisjes verrast aan. 'Goeden middag.' zei de man. 'Hallo.' zei Denise. 'Kan ik u helpen?' vroeg de man. 'Nee, we kijken even rond.' zei Jasemine. De man liep naar de boven verdieping. 'Oké, we hebben nu heel even om wat kleren uit te zoeken en een hoed!' zei Anneliese. Gouw liepen ze de winkel door. 'Hier ik heb wat!' zei Denise. Ze hield een witte broek omhoog. 'Geweldig!' zei Jasemine. Ze hield ook een witte broek omhoog. 'Ik kan niets vinden!' zei Anneliese. Denise liep naar haar toe. 'Wat zeg je nou? Hier hangt toch gewoon een goede witte broek?' zei ze. Snel pakte ze daarna een paar truien, jassen en body warmers die er op paste. De man van de winkel kwam weer terug naar beneden en zag dat zijn klanten kleren in de handen hadden. 'Dus, heeft u het kunnen vinden?' vroeg hij. 'Ja zeker.' zei Jasemine. Anneliese hield haar hoofd naar beneden. Ze betaalde gouw de kleren en liepen de winkel uit. 'We moeten nu alleen nog een hoed hebben.' zei Anneliese. 'Daar! Een hoede winkel.' zei Jasemine. Gouw liepen ze de winkel in. Die was nog kleiner dan de andere winkels. Er stonden rijen met hoeden. Anneliese zocht er één uit. Hij was aan de achterkant rond en voor had hij en punt. Aan de zijkanten en aan de achterkant zat er een flap overheen. Aan de zijkant zat een veer. De hoed was groen. Denise en Jasemine vonden ook zulke hoeden. Maar die van Jasemine was bruin en die van Denise was grijs. Maar, ze hadden alle drie een rode veer. Snel betaalde ze de hoeden, en liepen snel de winkel uit. Terug naar de koets en de koetsier. Vlug stapte ze in, en de koetsier reed weg. 'Wouw! Dat was leuk!' zei Denise. 'Inderdaad!' zei Anneliese. 'Maar wanneer gaan we dan weg?' vroeg Jasemine. 'zaterdag, in de nacht. Dan is er toch niemand behalve de wachters.' zei Anneliese. 'Maar hoe komen we dan langs de wachters?' vroeg Jasemine. 'We zeggen dat we bodes zijn!' zei Denise. 'Goed idee!' zei Anneliese. 'Maar...' zei Denise. 'Wat doen we met ons haar? Als we dat gewoon los laten zullen ze zien wie we zijn!' 'Moeten we het afknippen?' vroeg Jasemine. 'Nee, dat is zonde van ons mooie lange haar!' zei Anneliese. 'we verstoppen het in een knot onder onze hoeden!' 'Geweldig!' zei Denise. Opgetogen spraken ze verder over wat ze allemaal gingen doen als ze eenmaal vrij waren. Na een tijdje minderde de koets vaart. 'Dames, we zijn terug bij het kasteel.' zei de koetsier. 'Dank u' zei Anneliese. De koetsier deed de deur open en hielp Anneliese, Jasemine en Denise de koets uit. Vlug liepen ze het kasteel in. 'Kom op! We moeten vlug naar mijn kamer! Voordat we iemand tegen komen!' zei Anneliese. Ze liepen weer allerlei gangen door. Toen ze net een hoekje om gingen, botste Anneliese tegen iemand op. 'Oef!' zeiden ze. Anneliese viel achter over op de grond. Ze keek op en zag tegen wie ze was aangebotst. 'Vader!' zei ze toen.
Er zijn nog geen reacties.